Eerste Test Honda Africa Twin Adventure Sports
Met de Africa Twin en Africa Twin Adventure Sports heeft Honda nu een zeer duidelijke tweedeling gemaakt binnen haar eigen hoogpoter-aanbod. Mensen die vinden dat even van de weg afschieten voor een lekker stukje offroad, altijd tot de mogelijkheden moet behoren, kiezen voor de Africa Twin. Ligt het zwaartepunt vooral op de inzetbaarheid als oerdegelijke toermachine, dan wordt het de Adventure Sports.
Met laatstgenoemde mogen wij in het doorgaans zonnige Spaanse Marbella zien of de vruchten de beloften der bloemen kunnen evenaren, of misschien zelfs overtreffen. Uiteraard Euro5-geschikt, maar de nieuwe 2020 Africa Twin Adventure Sports afdoen als een milieu-update is veel te kort door de bocht. Net als bij de Africa Twin, waar we in MotoPlus 21 over schreven, is ook de longinhoud van de Adventure Sports vergroot van 998 cc naar 1.084 cc. En ook in de Adventure Sports vertaalt zich dat naar een zeer beheersbare metgezel met elegante manieren, voldoende koppel en een acceptabel verbruik. Het gewicht, ten opzichte van de vorige Africa Twin, is volgens Honda met zo’n vijf kilo afgenomen. Een feit waar zonder direct vergelijk, moeilijk iets over te zeggen is. Maar desondanks imposant. Die gewichtsvermindering is op de Adventure Sports wel minder dan op de reguliere Africa Twin. Dat komt omdat Honda er voor de Benelux voor gekozen heeft de Adventure Sports alleen mét elektronische vering te leveren.
Een andere verandering is de zithoogte. Ten opzichte van het vorige model, dat nog boven de offroad-evenknie uittorende, is het zadel van de toergerichte Africa Twin namelijk gezakt tot een zeer behapbare 850 mm, wat dankzij de hoogteverstelling tot 870 mm is te vergroten. Ook is de veerweg afgenomen van 252 mm en 240 mm (v/a) naar respectievelijk 230 en 220 mm. Meer dan voldoende en gezien het beoogde inzetgebied een meer dan prettige keuze. Daarnaast is het zadel ook een stukje smaller geworden, waardoor ook wat kleinere motorrijders nu goed met de voeten aan de grond kunnen. Met een hoogpoter als de Adventure Sports, die volledig bepakt flink wat kilo’s bij zich kan dragen, ook wel een must. Maar ook zonder die bepakking is het fijn goed bij de grond te kunnen. Dat blijkt zeker in Marbella waar het lijkt of gedurende de rit het volledige neerslagtekort van Nederland goedgemaakt moet worden. Gelukkig beschikt de Adventure Sports over een surplus aan hulpsystemen die ervoor zorgen dat ook je ook in deze omstandigheden de controle goed in handen houdt.
De niet-optionele EERA, wat staat voor ‘Electronically Equipped Ride Adjustment’, is er daar één van. Dit door Showa ontwikkelde systeem stelt de Adventure Sports in staat in slechts 15 milliseconden te reageren op veranderingen in het wegdek. Vliegensvlug dus. De keuze van Honda om haar reis-allroad met zo’n high-end systeem uit te rusten is met recht een schot in de roos te noemen. Doorgaans is de afstelling van je vering namelijk het resultaat van een compromis. Hoe breder het beoogde gebruiksgebied, hoe minder goed de vering reageert op extreme situaties. Waarvan er zich deze met water overspoelde rit voldoende aandienen. Kiezen voor een zachte afstelling omdat je misschien een minder strak stukje asfalt tegen kunt komen, is immers niet logisch als je weet dat het overgrote deel van de tocht over strak sturende bochten loopt. Mocht het mindere wegdek zich dan toch aandienen, dan neem je liever genoegen met wat minder comfort. Natuurlijk kunnen competente vrienden van het klassieke systeem de standaard Africa Twin, die niet over EERA beschikt, ook heel verfijnd afstellen. Maar gebeurt zoiets realistisch gezien, meerdere keren per dag en zelfs tijdens het rijden? Wat dat is precies wat het elektronische systeem doet. Voor vertrek hoef je met het EERA alleen de juiste beladingsstand te kiezen, waarmee de veervoorspanning vanzelf wordt ingesteld op de meest optimale instellingen. Door de rijmodi te selecteren worden deze basisinstellingen vervolgens naar gelang de keuze verschoven van ‘hard’ in de Tour-modus, tot ‘zacht’ – in de Offroad-modus. Makkelijker wordt het niet. En toch vertellen we daarmee slechts de helft van het verhaal. Want Showa heeft het systeem dusdanig ‘slim’ gemaakt dat hij ook in eerdergenoemde extreme situaties kan bieden wat nodig is. Een voorbeeld. Stel je rijdt heerlijk smeuïg over de snelweg, waarbij de vering iedere hobbel gladstrijkt, als je plotseling hard moet remmen omdat een afgeleide automobilist een gevaarlijke situatie veroorzaakt. In plaats van hard te duiken, zorgt het systeem ervoor dat de instelling van je vering vliegensvlug (in 0.015 seconden) naar een hardere setting verschuift, waardoor het geheel veel stabieler blijft en jij makkelijker in staat bent de boel onder controle te houden. De andere kant op werkt overigens net zo goed. Staat er een stukje sportief sturen op het programma, dan houdt de Honda zich heerlijk ferm waardoor je veel gevoel voor grip en tractie hebt. Tegelijkertijd geeft de machine je voorvork voldoende ruimte om bij het insturen van de bocht iets in te duiken, zodat je hem perfect aan kunt snijden. Het werk zo goed, dat zelfs motorrijders die doorgaans niets van elektronisch vernuft moeten hebben, er goed aan doen een proefrit te maken op de Africa Twin. Dat kan zeker voor een openbaring zorgen. In iedere situatie biedt de Africa Twin namelijk precies wat je nodig hebt, vaak voor je erg in hebt. Die ‘als vanzelf’-heid, mede dankzij de Bosch MM7.10 – een van de meest geavanceerde 6D IMU’s uit de motorwereld – is misschien wel het mooiste van het systeem. Al die elektronica biedt ook mogelijkheden qua instellingen. Zo zijn er naast de vier vooraf gedefinieerde rijmodi (Tour, Urban, Gravel en Offroad), ook twee volledig door de gebruiker in te stellen rijmodi. Zònder dat hiervoor bijbetaald hoeft te worden. Een feest voor finetuners. Om het in cijfers uit te drukken: vier standen voor de vermogensafgifte, drie voor de motorrem, twaalf voor de vering (voor/achter), acht voor de tractiecontrole, vier voor de wheeliecontrole en 24 voor de veervoorspanning. Daarnaast zijn uiteraard ook ABS, achterwiel ABS en in het geval van een DCT de G-switch in- en uitschakelbaar. Legio mogelijkheden dus. En het instellen van al deze zaken is via het zeer ruime en met touchscreen uitgeruste dashboard een fluitje van een cent. Ook als de regen met bakken uit de lucht komt. Helaas ontbreekt de instelling voor mooi weer, waardoor we na de koffiestop gedwongen worden de handdoek in de ring te gooien. Hoe goed het – alleen stilstaand – in vijf standen verstelbare ruitje zijn best ook doet, met zoveel regen hou je niks droog. Dus wordt besloten de afdaling snel weer in te zetten. Wat daarbij meteen duidelijk wordt is dat de rijders met DCT duidelijk meer moeite moeten doen dan de rijders met een manueel schakelsysteem. De reden hierachter ligt hem in het schakelmoment. Zeker als de DCT in de D-modus staat. Dan kiest het systeem er namelijk voor zo snel mogelijk de volgende van de zes beschikbare versnellingen in te schakelen. Ideaal voor hen die het graag rustig aan doen, maar niet altijd handig als je in de regen achter een bus de berg afdaalt. Om te voorkomen dat je continu in de rem moet knijpen, is afremmen op de motor prettiger. Gelukkig weet Honda dit ook. Dus is het een kwestie van overschakelen naar de manuele stand en middels de knoppen aan het stuur kiezen voor de juiste versnelling. Eenmaal terug op de vlakke weg, wordt snel de automatische stand weer ingeschakeld, want die werkt onopvallend goed. Een technisch zeer volwassen systeem! Met de handvatverwarming op maximaal en de cruisecontrol ingeschakeld zijn ook de laatste kilometers nog enigszins aangenaam te maken. Waarna het warme bad dat de Adventure Sports biedt met liefde wordt ingeruild voor een warme douche om weer op temperatuur te komen.