Interview Fabio Quartararo
Hij is dé held van de MotoGP op het moment: Fabio Quartararo. De pas 20-jarige Fransman rijdt in zijn debuutjaar in de koningsklasse de sterren van de hemel. Zijn eerste doel van dit jaar – het podium halen – heeft ‘Fabulous Fabio’ al ruimschoots gehaald. Aan méér dan dat wil hij nog niet denken. “Eerst maar eens rookie van het jaar worden.”
Fabio Quartararo trekt een gezicht alsof hij net in een citroen heeft gebeten. “Ik ben zo klaar met die vergelijking”, bromt hij. “Ik ben níet de nieuwe Marquez en wil ook niet met hem worden vergeleken. Ik wil met niemand worden vergeleken. Het slaat nergens op, want er is maar één Marc Marquez, maar één Valentino Rossi en maar één Fabio Quartararo. Schrijf dat maar op: Fabio Quartararo is niet de nieuwe Marc Marquez.” Bij deze.
Al toen hij als 15-jarige vanuit het Spaanse CEV-kampioenschap naar de Moto3 kwam, nadat speciaal voor hem de leeftijdsgrens omlaag was gehaald, werd Quartararo vergeleken met Marc Marquez. Niet zo verwonderlijk, want de op 20 april 1999 in Nice geboren Fabio had toen al alles gewonnen wat er te winnen viel. Zijn vader Etienne – voormalig Frans kampioen – kocht voor zijn 4-jarige zoon een minibike. Daarmee begon Fabio te racen in Spanje, waar de leeftijdsgrenzen aanzienlijk soepeler waren. Toen hij 9 was won hij het Catalaanse 50cc-kampioenschap, toen hij 10 was de 70cc-titel, toen hij 12 was de 80cc en toen hij 14 was, werd Quartararo de jongste winnaar van het CEV Moto3-kampioenschap. Een jaar later, in 2014, won hij die titel nog een keer.
Niet zo raar dus dat de verwachtingen van het wonderkind in de Moto3 torenhoog waren. Hij begon goed: scoorde zijn eerste podiumplaats in zijn tweede GP, pakte poleposition in Jerez en Le Mans. En toen ging het mis. ‘Fabulous Fabio’ bezweek onder de druk en reed geen deuk meer in een pakje boter. Hij verdiende minder punten tijdens de laatste veertien races van dat jaar dan hij in de eerste vier had gepakt. Na de tiende plaats in het kampioenschap ging het alleen maar verder bergafwaarts: in zijn tweede jaar werd hij dertiende. In de Moto2 ging het al niet veel beter. Hij eindigde het jaar als dertiende en finishte nooit in de top 5. Gevallen als een baksteen werd hij een van de vele middenmoters. Dus nee, die vergelijking met Marquez kan Quartararo gestolen worden: die heeft hem niet veel goeds gebracht.
Pas vorig jaar leek Quartararo een beetje op te krabbelen, bij Speed Up. Hij behaalde de poleposition en een overwinning in Barcelona, gevolgd door een zwaarbevochten tweede plaats in Assen, achter de uiteindelijke kampioen Pecco Bagnaia. Dat was het moment dat Wilco Zeelenberg – in het geheim bezig met het opzetten en samenstellen van het nieuwe team Petronas Yamaha SRT – voorzichtig vroeg of de Fransman het aandurfde om over te stappen naar de MotoGP. “Ik heb hem in eerste instantie voor gek verklaard”, zegt Quartararo, met een brede grijns.
Hij was niet de enige. Zeelenberg werd bijkans bedolven onder de kritiek. Zo’n jonge, onervaren rijder, met nauwelijks aansprekende resultaten in de Moto2 en Moto3: zonde van het zitje. “Geef het een kans”, was het enige wat Zeelenberg zei. “Het is een risico, maar ik denk dat het goed komt.”
Inmiddels is het gelijk van de Bleiswijker meer dan bewezen. “Ik had Fabio al lang in het oog. Ik heb hem sinds het CEV gevolgd. Iemand die als 14-jarige kampioen kan worden in zo’n hoogstaande competitie, is een uitzonderlijk talent. Fabio is een ruwe diamant, die het verdient om gepolijst te worden. Hij heeft pech gehad in de Moto3 en de Moto2 door verkeerde keuzes, door de puberteit, door slechte begeleiding, maar daar is hij uiteindelijk alleen maar sterker door geworden.”
Racen in de MotoGP is niet te vergelijken met Moto2 of Moto3, vindt Quartararo. En misschien is dat wel juist de basis voor zijn succes. In het verleden behaalde resultaten – of het uitblijven daarvan – tellen niet meer. Alles is nieuw. “Het feit dat er geen verwachtingen waren, maakte het makkelijker”, zegt hij. “Er was geen enkele druk, ik had – en heb – niks te verliezen. Het team heeft me ook bewust in de schaduw gezet. Dat was fijn.”
Het Petronas-team, met name het vertrouwen, de begeleiding en de bescherming die hij daar krijgt, is de belangrijkste reden voor zijn huidige succes, stelt Quartararo. Niet alleen Zeelenberg, ook teamdirecteur Johan Stigefelt, rijderscoach Torleif Hartelman en de monteurs. “Vanaf de eerste keer dat ik op de motor stapte, zei iedereen om me heen dat ik geduld moest hebben. ‘Rustig maar, niks moet, alles is goed, als het niet meteen naar je zin gaat, kom je naar binnen en kijken we waar we je kunnen helpen.’ De test in Qatar was een enorme stap. Ik sloot de test af met de tweede tijd. Maar dat zei natuurlijk nog niets.”
Toen dacht iedereen nog dat het een toevalstreffer was, maar het ging alleen maar steil bergopwaarts, met als eerste hoogtepunt de poleposition in Jerez. Nog steeds kan Quartararo het moeilijk geloven. “Het is belachelijk, zo goed als het gaat. Onvoorstelbaar. Die pole in Jerez was waanzinnig. Het hele weekend ging het al goed, maar die perfecte ronde – het is niet te omschrijven hoe dat voelt.”
In de race ging het mis door een afgebroken boutje, terwijl Quartararo in een gevecht om het podium verwikkeld was. In tranen, wanhopig en verslagen kwam hij terug in de pits. “Het team heeft me een kwartier laten janken en uitrazen en daarna kwamen ze praten: Wilco, ‘Stiggy’, Torleif. ‘Joh, het was fantastisch wat je liet zien. Laat één zo’n stom boutje nou niet alles verpesten. Wees trots op wat je hebt neergezet. Er is niets verloren: er komen nog zoveel races waarin je kunt schitteren. En alles winnen kan toch niet. Je bent nog steeds de beste rookie en dat is het doel van dit jaar. Op naar de volgende. Stapje voor stapje.’ En daar hebben ze gelijk in. Het team neemt me tegen mezelf in bescherming. Maar het is ook gemakkelijker om rustig te blijven als de resultaten goed zijn.”
Dat lukt niet altijd. Soms steekt toch ineens het temperamentvolle duiveltje (Quartararo’s Spaanse bijnaam uit zijn CEV-tijd is ‘El Diablo’, en de tattoo ‘Shhh…’ op zijn wijsvinger staat er ook niet voor niks) de kop op. In Assen ging hij compleet uit zijn plaat, inclusief druk gebaren en woedend op de tank hameren, toen hij tweede werd in de tweede vrije training, op 0,180 van Maverick Viñales. Tweede. Niet vijfde of tiende of twaalfde. “Het ging gewoon niet zoals ik wilde”, verklaarde hij na afloop. “Ik was boos op mezelf, want ik had de snelste tijd kunnen rijden, maar maakte net iets teveel foutjes.”
Bovenaan de timing staan, went blijkbaar snel. Op zijn favoriete circuits – waar toevallig ook de Yamaha goed uit de verf komt – excelleerde hij. In Barcelona haalde Quartararo zijn eerste podium (tweede), waardoor het drama van Jerez werd goed gemaakt en ook die druk van zijn schouders viel. In Assen herhaalde hij dat met een derde plaats.
“Racen in de MotoGP moet je leren. Starten met een volle tank was iets waar ik aan moest wennen”, vertelt Quartararo. “De eerste paar keer ging dat niet goed, maar nu wel. In Barcelona had ik nog een beetje geluk, in Assen ging het super. Het managen van de banden in het verloop van de wedstrijd is, denk ik, de belangrijkste les geweest tot nu toe. Dat is ook iets wat je stapje voor stapje moet ontwikkelen en waar ik nog veel in kan verbeteren. Van vooraan rijden leer ik ook veel: kijken wat anderen doen, welke lijnen ze rijden, wat hun strategie is. Ik ben niet de nieuwe Marquez, maar ik kijk wel heel goed naar wat hij doet.”
Quartararo loopt maanden voor op het schema dat Zeelenberg in zijn hoofd had. “Dat is verrassend, maar ook weer niet”, vindt die. “Fabio is slim, hij luistert, hij leert van alles, hij doet. Het helpt dat de Yamaha een zeer rijdersvriendelijke machine is, maar het is uiteindelijk toch het mannetje dat erop zit dat het doet. Hij heeft een bijzonder goed gevoel met de Yamaha. Dit is een van de redenen waarom hij niet crasht en in staat is om zo hard te rijden, omdat hij het gevoel heeft en op het juiste moment wacht. Lukt het niet van de eerste keer of is het gevoel niet goed, dan probeert hij het nog een keer, maar dan op een andere manier.”
Dat hij nu al een aantal van zijn doelen heeft gehaald – podiumplaatsen – betekent niet dat Quartararo zijn doelen nu bijstelt. Althans, hij zégt van niet. Rookie van het jaar worden is en blijft het belangrijkste doel. Maar als hij en passant de beste Yamaha-rijder wordt (en dat is helemaal niet onwaarschijnlijk) of voor de top 3 meedoet, dan is dat meegenomen. En meer ook niet. “Geen fouten maken is de sleutel”, zegt Quartararo. “Op een of andere manier gaat dat vanzelf. Mijn sterke punt is dat ik constant kan zijn. Het doel is nu dus om constant hoog te eindigen. Waar dat toe leidt, zien we dan wel. Of ik wereldkampioen kan worden? Dat wil iedere coureur, lijkt me. Eerst maar eens rookie van het jaar worden.”