MotoGP-test Sepang
Met een overrompelende 1-2-3-4 voor Ducati werd het MotoGP-testseizoen afgetrapt in Maleisië. Danilo Petrucci was verrassend de snelste na drie droge dagen. De nieuweling in het Ducati-fabrieksteam ging de imponerende rookie Francesco Bagnaia, diens teamgenoot Jack Miller en Andrea Dovizioso voor. Wereldkampioen Marc Marquez maakte zijn comeback na een schouderoperatie, zijn teammaat Jorge Lorenzo ontbrak vanwege een gebroken schippersbotje.
De voorbereiding van Repsol/Honda-nieuwkomer Jorge Lorenzo werd op 20 januari behoorlijk in de war geschopt toen hij in Italië tijdens een training ten val kwam en het schippersbotje in zijn linker pols brak. Het betekende dat de drievoudige MotoGP-wereldkampioen, herstellende van een operatie, de test in Sepang moest missen. Marc Marquez was er wel. Duidelijk was echter wel dat de ingrijpende schouderoperatie van begin december en het intensieve recuperatietraject dat volgde nog lang niet afgerond is. Marquez werd in Sepang vergezeld door zijn fysiotherapeut en hield het bij een bescheiden 105 rondjes in drie dagen. Op dag 1 deelde Marquez wel direct een waarschuwing uit met de snelste tijd van de dag. Na een moeizame tweede dag, waarop de kracht en beweeglijkheid uit de schouder wegvloeide, bleek de titelhouder op de slotdag beter in zijn vel te zitten. Nog steeds kon hij niet zo agressief rijden als hij wilde, maar over zijn elfde tijd maakte hij zich geen zorgen. “We hebben heel veel geprobeerd”, vertelde de vermoeide Marquez, die vier uur voor de officiële eindtijd al stopte. “Ik voelde me comfortabel en het ritme was goed. Ik had graag meer willen rijden, maar belangrijk was ook dat ik niet gecrasht ben.”
Marquez, bijgestaan door HRC-testrijder Stefan Bradl, beperkte zich tot korte runs van vijf of zes ronden en testte onder meer een nieuwe stroomlijn. Hij toonde zich zeer tevreden over de nieuwe Honda. Cal Crutchlow, terugkomend van een zware enkelblessure, meende dat de nieuwe RC213V meer potentie had dan de 2018-machine, maar de Brit kon nog niet geheel zijn draai vinden; iets wat aan hemzelf lag, meende Crutchlow. Niettemin behoorde hij tot de zes rijders die onder Lorenzo’s snelste tijd ooit gereden in Sepang doken.
Danilo Petrucci en Andrea Dovizioso reden op de tweede dag volgens afspraak gezamenlijk een racesimulatie in twee delen, waarna Petrucci een dag later iedereen versteld liet staan met zijn nieuwe recordronde. De Ducati-fabriekscoureurs testten onder meer een nieuwe opvallend vormgegeven stroomlijn en chassisaanpassingen. Petrucci was ‘heel blij’ met de recordtijd, maar oordeelde dat het belang daarvan niet moest worden overschat. “Ik ben vooral blij met de racesimulatie in de hitte van de tweede dag”, hield de 28-jarige Italiaan de realiteit in het oog. “Vooral het tweede deel ben ik tevreden over. Ik reed voorop met gebruikte banden. Of het genoeg is om op het podium te komen, weet ik niet, maar het was veel beter dan vorig jaar.” Over zijn razendsnelle tijd verbaasde Petrucci zich zelf ook. “Ik deed op de laatste dag één aanval en ik was meteen heel snel. Ik dacht dat mijn chrono niet klopte. Ik had ook nog drie nieuwe banden over. We besloten vooral door te gaan met de gebruikte banden. Toen ik de nieuwe stroomlijn probeerde, ging ik helaas onderuit. Mijn handen doen pijn vanwege de blaren, dus daarom stopten we. Het nieuwe chassis heb ik niet geprobeerd, wel wat nieuwe spullen en dat leek veelbelovend.”
Naast Petrucci maakte ook Francesco Bagnaia tijdens zijn derde MotoGP-test op de GP18 een diepe indruk. Zijn tweede tijd op de laatste dag riep bewondering op. “Ik begrijp nu beter hoe ik de machine moet rijden”, vond de Alma Pramac-rijder zelf. “Je moet de tractie meer gebruiken en de machine sneller overeind zetten. Heel anders dan in de Moto2. De laatste dag reed ik meer als een MotoGP-rijder. Mijn doel was een 1.59 en dat is gelukt (Bagnaia reed zelfs drie ronden in de 1.58, red). Nu moeten we ons concentreren op de pace. Die was goed, maar moet beter.”
Vooral Maverick Viñales oogstte bewondering met zijn snelle racesimulatie van negentien ronden op de derde dag. Vijf maal dook de Yamaha-coureur daarin onder de twee minuten, terwijl hij bovendien de eerste niet-Ducati-rijder was op de tijdlijst. Viñales liet na de eerste dag nog weten dat het nieuwe M1-blok nog altijd te agressief reageerde en dat op het gebied van acceleratie, remmen en bandenslijtage nog heel wat te winnen was. Twee dagen later en met maar liefst 205 ronden achter de kiezen was Viñales een stuk positiever gestemd. Een ’time attack’, zoals veel rijders die nog deden, zat er echter niet in. “Ik wilde ook in de middag nog een aanval doen, maar het was zo heet dat de band heel erg gleed en ik kon mijn tijd niet verbeteren”, legde hij uit. “Mijn racesimulatie was erg goed, maar ik was ook moe. Ik heb vooral gefocust op het remmen en daar hebben we een verbetering gevonden. Deze test is de eerste sinds twee jaar waarin we elke dag verbetering vonden. Anders dan vorig jaar, waar het de ene dag goed ging en de volgende dag niet.”
Teamgenoot Valentino Rossi was niet alleen minder snel en regelmatig dan Viñales, hij deelde ook diens grote optimisme maar ten dele. “Ik ben half tevreden”, aldus de bijna 40-jarige grootmeester. “Iets werkte wel en iets waar we veel van verwachtten, werkte niet, helaas. Het gat is nog behoorlijk groot. Het lijkt er wel op dat Yamaha erg gefocust is om zich te verbeteren en dat is belangrijk. De Ducati’s waren indrukwekkend over één ronde en dat is onze zwakte. Met onze pace zitten we er dichter bij, maar als we vandaag zouden racen, hadden we een probleem.”
Achter tiende man Rossi en Marquez met de elfde tijd, deed Alex Rins’ twaalfde tijd niet direct veel goeds vermoeden. De nieuwe Suzuki was echter wel degelijk een flinke stap voorwaarts, bezwoer de zelfverzekerde Rins. Hij was één van de meest regelmatige rijders, waarbij vooral zijn laatste run van vier ronden in de 1.59 voor glunderende gezichten zorgde in de Suzuki-box. Ook Rins en teamgenoot Joan Mir werkten zich door een druk testprogramma, met daarop onder andere een nieuwe stroomlijn, een nieuw chassis, swingarm en aangepaste elektronica.
Bij de kleinere fabrikanten Aprilia en KTM leek de zon door te breken voor Aleix Espargaro en Johann Zarco. Espargaro voelde zich een stuk beter op de 2019-Aprilia, die volgens hem veel meer op de succesvolle 2017-RS-GP leek. De gedreven Spanjaard klokte heel knap de zevende tijd, terwijl zijn teamgenoot Andrea Iannone op de derde dag ontbrak. Volgens de officiële lezing vanwege een ontsteking in zijn kan, volgens officieuze berichten waren de naweeën van een plastisch chirurgische ingreep daar debet aan. Zijn rol werd overgenomen door testrijder Bradley Smith. Johann Zarco was na drie dagen zeventiende, 1,4 seconde achter Petrucci en net sneller dan teamgenoot Pol Espagaro en Tech 3 KTM-nieuweling Miguel Oliveira. “We zijn min of meer tevreden, want ik heb mijn gevoel verbeterd met de machine en ik ben niet gecrasht”, verwoordde Zarco het. “Maar we moeten nog veel verbeteren. Het blok is interessant, maar vooral van onderuit mag het wel beter. Acceleratie en tractie uit de bochten, daar geven we toe op de concurrentie, heb ik gezien. Hopelijk komt een snelle tijd eerder tijdens de test in Qatar.”
Die test vindt plaats van 23 tot en met 25 februari in Dohan. Het is de afsluitende test voordatop 10 maart de eerste race wordt verreden in Qatar.