Praktijk onderkleding
Volgens een gezegde bestaat slecht weer niet, slechte kleding daarentegen wel. Daar kun je over discussiëren, feit is alleen wel dat het met de juiste kleding ook hartje winter nog heel behaaglijk motorrijden kan zijn. Hoe, lees je hieronder!
Buiten schijnt de zon, de straten zijn droog en de motor is in principe startklaar. Ondanks dat het kwik niet tot aangename hoogte is gestegen, begint het dan toch ook in februari al bij velen te jeuken. Maar ja, ondanks dat de allseason combi weliswaar over een isolerende binnenvoering beschikt, zitten er bij temperaturen rond het vriespunt niet veel meer dan een paar kilometers in voor de kou vat op lijf en leden begint te krijgen. De oorzaak, door gebrek aan functionele onderkleding wordt de beschikbare lichaamswarmte niet doeltreffende opgeslagen/vastgehouden. Goed dat er tegenwoordig producenten zijn die textielvezels aanbieden, die voor de nodige warmte zorgen. In sommige gevallen mag je voorgaande opmerking zelfs in letterlijke zin opvatten, naast thermokleding is ook verwarmde kleding namelijk sterk in opkomst. Ook dergelijke kledingstukken moeten echter, zoals in het kader ‘laag over laag’ beschreven, op een zinvolle manier in het ‘lagensysteem’ worden geïntegreerd, wil het effectief zijn werk kunnen doen. Grootste vijand van de motorrijder is daarbij de rijwind, die de kou langzaam maar zeker via met name hals, mouwen en broekspijpen naar binnen dwingt. Bij een milde tien graden boven nul ligt de gevoelstemperatuur voor een motorrijder bij gemiddelde snelheid (secundaire wegen) al iets onder het vriespunt, de zogenaamde windchill. Op de voornoemde kou gevoelige plaatsen helpt dan enkel overlappende kleding. Handen en voeten zijn daarnaast extra gevoelig voor de kou (in hypothermische situaties stroomt het bloed langzamer naar handen en voeten, daardoor zal er daar ook eerder bevriezing optreden) en moeten daarom ook extra dik tegen de kou worden ingepakt. Vandaag de dag is de keuze uit functionele onderkleding gelukkig bijzonder ruim, op de volgende pagina’s een beknopt overzicht.
LAAG OVER LAAG
De perfecte winteroutfit geschiedt volgens het aloude ‘uienprincipe’. Meerdere dunne lagen houden de lichaamswarmte door de tussenliggende luchtlagen beter vast dan de allerdikste wollen trui die je kunt vinden. Teveel lagen moet je op de motorfiets daarentegen ook niet dragen, aangezien dat de bewegingsvrijheid flink beperkt. De direct op de huid te dragen basislaag, de zogenaamde baselayer, moet direct op het lichaam aansluiten en vocht niet vasthouden, maar juist afvoeren. Een vochtige basislaag zorgt namelijk door verdamping voor extra koeling in plaats van verwarming. De daarover gedragen middelste laag, de midlayer, moet weliswaar ademend zijn, maar daarnaast ook met name de aan de rijwind blootgestelde bereiken tegen binnendringende koude lucht beschermen. Een laag met een winddicht membraan is dan zonder twijfel de beste keus. Wanneer je ook deze tweede laag nauw op de huid draagt, houdt het de warmte effectief vast. Een verwarmde laag kun je het beste onder deze midlayer dragen, hoe dichter op het lichaam de warmte vrijgegeven wordt namelijk, hoe beter. Als buitenlaag kun je het beste voor een eveneens met een membraan uitgeruste textielcombi kiezen, waarbij jas en broek middels een rits aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
DE GEVAREN VAN KOU
Dat kou domweg niet prettig is tijdens het rijden, behoeft natuurlijk geen uitleg, kwestie van comfort. Toch kan het heel wat ergere gevolgen hebben dan een beetje onbehagen.
Wat gebeurt er met het lichaam wanneer het langdurig aan kou is blootgesteld?
Via huid en longen geeft het lichaam warmte af, wanneer deze afgifte groter is dan de productie van lichaamswarmte, dreigt het afkoelen van de lichaamstemperatuur, die normaliter 37° bedraagt. Die afkoeling is afhankelijk van diverse factoren, waaronder temperatuur, duur en – belangrijk bij motorrijden – de additionele afkoeling door wind. Daalt de lichaamstemperatuur, dan verhogen de hersenen in eerste instantie de warmteproductie door onder meer bibberen en het vernauwen van de bloedvaten in de huid en bij vingers, voeten etc. Bij een sterke daling van de lichaamstemperatuur vertraagt vervolgens de stofwisseling, die resulteert in een verslechterde neurologische functie van onder meer waarnemingsvermogen en reactietijd en later ook een beperkt functioneren van hart en longen.
Wat zijn de belangrijkste consequenties?
In eerste instantie leidt het tot vermoeidheid en een verlaagde concentratie, daarmee samenhangend ook tot een langere reactietijd. In kritieke verkeerssituaties kan dat het verschil maken tussen een beetje schrik en een tochtje in de ambulance (of erger). Met name als motorrijder moet je daarom tijdig stoppen om op te warmen.
Door welke concrete symptomen weet ik dat ik moet stoppen?
Heb je langere tijd het gevoel het koud te hebben, stop dan gewoon even. Bibberen is al een waarschuwing dat de lichaamstemperatuur is gedaald, dan moet je dus echt direct opwarmen. Plotselinge vermoeidheid en zicht- of spraakproblemen getuigen van een acute noodzaak tot stoppen!
Wat te doen bij onderkoeling, hoe kun je je het beste opwarmen?
Dan helpt opwarmen van binnen en buiten het beste: hete dranken, warme dekens, warm(e) licht en lucht. Directe warmte op het lichaam is daarbij bijzonder effectief, denk aan een deken. Bij (zeer) zware onderkoeling het slachtoffer vlak neerleggen en medische hulp inschakelen.