+ Plus

Reizen Hawaï

Wie droomt er stiekem niet af en toe van Hawaï? Een droombestemming pur sang, was het er niet zo duur en duurde de vliegreis geen 16 uur, dan waren we er allemaal al lang een keer geweest. Hawaï is een natuurspektakel, met een Harley over grandioze bergwegen laveren, toekijken hoe een actieve vulkaan lava aan het koken is. Waar anders kan dat überhaupt?

Is het niet altijd een voordeel te mogen kiezen? Nee, dat is het niet. Zoals op deze fluweelachtig warme januaridag op Maui, als Russ van Harley-Davidson ons laat kiezen tussen drie bikes. Een rode Sportster Roadster, een zwarte Road King en een 560 Kilo-Trike. Een driewieler? Hey man, zo oud voel ik mij nog lang niet! Geen keuze dus. Birgit heeft bliksemsnel naar de sleutel van de elegante Roadster gegrepen, zo blijft voor mij alleen de Road King over. Met zo’n monster lekker sportief over de bergwegen van Maui rijden? De voorvreugde wordt door respect verdrongen. Birgit glimlacht. Ik niet. Nou voorruit dan maar, laten we een poging wagen, zodat we elkaar wat beter leren kennen. Rechtdoor op de highway gaat goed, de 380 kilo-ijzerklomp houdt wel van zulk terrein, heet immers niet voor niets Road King.
Maar we willen direct naar het hoogste punt van het eiland, naar de 3.055 meter hoge vulkaan Haleakala. En dat gaat niet zonder bochten. Al gauw gaat de weg de confrontatie aan met de berg, ontelbare haarspeld- en keerbochten, allemaal aangelegd in perfecte radiussen. Bochten kortom, om van te dromen, maximaal rijplezier gegarandeerd. Als ik Birgit op een gegeven moment inhaal en zij aan de rand van de weg op me staat te wachten, zegt ik: “Laten we een keertje ruilen van bromfiets.” “Haha goed grap, vergeet het maar”, hoor ik haar alleen maar zeggen en in een geweldige klankwolk geeft Birgit haar Roadster de sporen. Ontspannen blijven, peilen wat er allemaal mogelijk is met de Road King. En dat is gelukkig veel meer dan ik had gedacht. Het landschap wordt kariger, geel gras, een aantal machtige Eucalyptusbomen, steeds vaker lavavelden. Boven aan de top verbazen we ons over een compleet andere wereld. De reusachtige Caldera is gehuld met zwarte kraters. Getuigen van een vurig verleden toen de vulkaan vanaf de zeebodem oprees tot een hoogte van meer dan drie kilometer. Honderdvijftig kilometer zuidelijker zien we de reuzenvulkanen van ‘The Big Island’ liggen, Mauna Kea en Mauna Loa, vredige giganten met een hoogte van boven de vierduizend meter. Een magische zonsondergang valt ons ten deel, ondanks de kou en de ijle lucht hierboven zijn we sprakeloos van verbazing. Welkom op Hawaï.

De nacht in de tent is zeer koud, de glasheldere lucht bijt ons in het gezicht als we vanaf de camping Hosmers Grove weer naar beneden de zachte warmte van de vroege ochtend in rijden. Vandaag gaan we het eiland rondrijden, de dikke twins ploffen dan ook al gauw in een gemoedelijke pas de zuidkust tegemoet door diepgroene velden, langs mooie witte houten huizen. In de regenschaduw van de Haleakala gedijen alleen nog maar karige gele grassoorten, droog weideland dat ons aan Schotland doet denken. De Piilani Highway is een smalle provinciale weg die elke heuvel meepakt, een heerlijke berg- en dalweg, bijna zonder ander verkeer en met mooie uitzichten over de ruwe kust. Verrassende eenzaamheid hier ook. Het wordt steeds grijzer, de eerste regendruppels spetteren op het reusachtige windscherm van de Road King en groeien uit tot een nare wolkbreuk, bruin water stroomt over de piste. De tanden op elkaar bijten, al bij een tempootje van nog geen zestig kilometer per uur doen de vette druppels pijn op de neus. Eigen schuld als je helemaal in stijl met een jethelm onderweg bent.
Aan de oostkaap in Hana vinden we een voordelige B&B met sjofele kamers, maar wel droog. En dat alleen al telt. Het weerbericht waarschuwt voor overstromingen. En daarvoor vliegen wij nu de halve wereld over? Maar de volgende ochtend worstelt zich de zon door de laatste wolken heen, het regenwoud dampt, de Harleys pakken sissend hun werk op. Voor ons ligt de legendarische Hana Road, 617 bochten, 70 bruggen met maar één rijbaan, voor Amerikanen is dit het ware avontuur. Wie dit overleeft draagt met trots een T-shirt met de tekst ‘I survived the Hana Road.’
Wel nu, helemaal zo dramatisch wordt het niet, wel overwegend heel mooi. Een fotogenieke stapel met afgedankte auto’s in het oerwoud aan de rand van de weg, bruine bruisende watervallen en de natte weg die bijna nooit rechtdoor gaat. De Road King en ik worden weliswaar geen al te beste vrienden meer, maar we kunnen ondertussen goed met elkaar overweg. Als er maar geen Amerikaanse Dunlop-banden onder zaten was de onderlinge verstandhouding zonder twijfel nog beter. Het huidige schoeisel is fameus vanwege zijn ultralange levensduur, wordt daarentegen gevreesd voor hun slechte grip op nat wegdek. Gewoon ontspannen blijven, of ‘hang loose’ zoals de Hawaïanen gewoonlijk zeggen.
Het is bijna avond als we de Hana Road hebben overleefd en we de laatste bochten voor Kahului in een mooie strakke lijn rijden. Zelfs met de Road King. Op het moment dat we onze smerig geworden bikes weer afleveren – sorry, maar we hebben geen enkele hogedrukspuit kunnen vinden – kijkt Russ ons met een brede glimlach op het gezicht aan: “Dirty Bikes? I love dirty bikes.”

Op naar het volgende eiland, het noordelijkste en oudste van de archipel, Kauai. Daar zijn alleen maar doodlopende wegen vanwege de gekloofde topografie, maar wel met drie absolute hoogtepunten. Het twintig kilometer lange droomstrand Polihale bijvoorbeeld. In de winter is het er veel te gevaarlijk om te gaan zwemmen vanwege de hoge golven en de verraderlijke stromingen. Daarnaast is er de grandioze, duidend meter diepe Waimea-Canyon, en een van de wildste kustlijnen op onze planeet, de Na Pali Coast. Daar leidt over land geen enkele weg naartoe, enkel een moeilijke tracking-route, lopen dus. Over zee is ook geen alternatief, geen enkele boot gaat de zee met acht meter hoge golven op. Rest daarom enkel een helikopter. We charteren een kleine Hughes 500 zonder deuren, maar wel met vier zitplaatsen. Perfect om te fotograferen, met een huur van 1150 dollar per uur zeker geen speciale aanbieding, maar wel de beste mogelijkheid om de Na Pali Coast van heel dichtbij te ervaren.
Ben, onze piloot, rijdt zelf een Sporty en vindt gewoon kort en kernachtig dat helikoptervliegen precies lijkt op motorrijden, maar dan driedimensionaal. En precies zo vliegt hij dan ook. Schrikbarende bochten door de Waimea-Canyon gedurende een schuine 90 graden-ligging, verticaal omhoog en weer naar beneden, niet iets voor mensen met een zwak zenuwgestel of een gevoelige maag. Boven ons de herrie makende rotor en naast ons niets anders dan een gapende diepte. Halleluja! En dan de Na Pali Coast: adembenemend, wild, vol met spleten, machtige golven slaan schuimend tegen roestrode rotsen. Nog nooit hebben we een dergelijke kustlijn gezien. De diepe groene ravijnen rondom de oeroude vulkaan Wai’ale’ale – met elf meter regen per jaar buitengewoon nat – zien er uit als in de film Jurassic Park, die hier ook gedeeltelijk werd opgenomen. Ieder moment verwacht ik een brontosaurus in het oerwoud te zien. Wat een wilde wereld!

Cut! Verder naar ‘The Big Island’, ofwel Hawaï zelf, het met afstand grootste eiland van de archipel. Drie reusachtige vulkanen domineren het complete eiland, de slapende Hualalai en de al eerder genoemde giganten Mauna Kea en Mauna Loa, wier zachte flanken pas boven de 4.100 meter eindigen. In Kailua, aan de westkust, halen we de Harleys op, een Sportster Fort-Eight, die Birgit direct opeist, en een oranje oplichtende Breakout. Omdat ze zo fotogeniek is, heeft Chuck, de verhuur-manager, deze speciaal voor mij apart gehouden. Een goed figuur slaat de oranje twin inderdaad op de gevoelige plaat, maar met zijn immens lange wielbasis en de bijna absurd brede 240 sloffen (let wel, normaliter is een allroad met heel bescheiden 130 bandjes mijn metgezel), zeker geen garantie voor een dynamische-door-de-bochten-waaieren-rijstijl. Maar dat is toch al geen alledaagse bezigheid hier in chopper country.
Op de lange en eentonige Hwy 19 knallen de Harleys door eenzame lavavelden in noordelijke richting. Tijd om op de anti-ergonomische Breakout een enigszins draaglijke zitpositie te vinden. Via weelderige groene weiden van de Kohala Mountains verhuizen we naar de overkant naar de oostkust, verbazen ons over de sneeuwkap bovenop de Mauna Kea en volgen de 19 in zuidelijke richting tot aan de camping Laupahoehoe. Wat een paradijs. Een grote weide, omgeven door machtige bomen, direct aan de Stille Oceaan. De lange golven barsten met een bijna onbeschrijflijke energie uiteen op de lavakust. We zouden hier dagenlang kunnen blijven, maar de lavastromen van de Kilauea hebben zowaar een nog grotere aantrekkingskracht. Eindelijk wordt het spannend, we duiken een ongelofelijke laan in, of op beter gezegd. De weg is omgeven door oeroude mangobomen waarvan de massieve takken boven de weg van beide kanten samenkomen en een soort tunnel vormen. Een magistraal gevoel om daar zo onder door te rijden. Plots wordt de indrukwekkende natuur afgelost door pikzwarte verse lavastromen, die de afgelopen 35 jaar vanaf de Kilauea vulkaan tot in de zee zijn gevloeid. Eén lavastroom vloeit ook vandaag de dag nog. Om deze te kunnen zien moeten we een zeven kilometer lange voettocht maken tot aan de monding in de Stille Oceaan. Niet te missen, een machtige witte rookkolom markeert de plek. Oplettende rangers zien erop toe dat niemand van de talrijke bezoekers de versperring negeert. Vanaf een veilige afstand kunnen we het ongelofelijk schouwspel bewonderen. De ruim 1100 graden hete lava valt vanaf de steile kust 20 meter diep de zee in. Dat zorgt voor fantastische explosies, oranje oplichtende lavaflarden vliegen hoog de donkere avondhemel in. Kippenvel, de natuur kan zo onbegrijpelijk mooi zijn.
Enkele kilometers bergafwaarts spuugt de Puu-oo-krater al sinds jaren deze verse lava uit. Niet ver daar vandaan kookt in de grote vulkanische krater van de Kilauea, Halema’uma’u genoemd, een lavameer. Een van de weinige op aarde. Op een veilige afstand kijken we vanaf het Jaggar Visitor Center toe. Het voelt bijna als een blik op het binnenste van de aarde, in de verte horen we het doffe borrelen van de lava. Samen met de schemering komt de magie: oplichtende lavabellen barsten uit het meer de vrije lucht tegemoet, verlichten de brokkelige kraterwanden terwijl een wolk met giftige dampen opstijgt uit de krater. Is dat een kijkje in de hel? Welnee, we zijn het paradijs heel nabij. Mahalo. Hawaï bedankt!

Lees meer over

Harley-Davidson

Gerelateerde artikelen

Overzicht redactiemotoren

Overzicht redactiemotoren

3 oktober, 2024

Motorrijden is emotie en in dat licht beschenen komt deze Sportster S goed beslagen ten ijs. Niet alleen omdat het ...