Fabrieksbezoek Richa

Richa is een gevestigde naam in de motorkledingwereld. Het in het Belgische Oudenaarde gevestigde bedrijf is al sinds het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw actief op die markt. MotoPlus sprak met CEO Luc Rigaux en zijn zoon Stijn Rigaux.

Een blik op de weg leert dat aardig wat motor- en scooterrijders zich kleden met jassen en/of broeken van Richa of met een leren jas of raceoverall van dat Belgische merk. De Nederlandse politie hult zich ook in motorkleding, die (op maat) gemaakt is bij Richa. En in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw sierde de naam ‘Richa Leathers’ in de racerij de raceoverall van menig Belgisch coureur. In die jaren is Richa onder impuls van Luc Rigaux, de huidige CEO, ook groot geworden.
De naam Richa is de samentrekking van de achter- en voornaam van Charles Rigaux. Hij was de vader van Julien Rigaux, die in 1956 het bedrijf in het Belgische Michelbeke oprichtte. Aanvankelijk maakte het bedrijf leren handschoenen, maar schakelde daarna stapsgewijs over op lederen motorkleding. Dat was in het begin van de jaren zeventig en zoon Luc Rigaux, zelf motorrijder op een Jawa 350 cc, bouwde die activiteit verder uit. Aanvankelijk was men onderaannemer voor een Brussels merk. “We maakten in loonwerk die kleding”, vertelt hij. Maar het Brusselse merk raakte in moeilijkheden en Richa nam het besluit om met de opgedane kennis zichzelf in die markt te positioneren.
En dat deed Richa niet slecht. Vanuit Michelbeke trok men naar een grotere vestiging in Brakel, waar de Belgische topcoureurs aan huis kwamen om hun maat te laten nemen voor hun racepakken. In 2012 betrok het bedrijf een nieuw, groter onderkomen in Oudenaarde, waar nu de showrooms, kantoren, productontwikkeling, opslag en (reparatie-)ateliers gevestigd zijn (de confectieproductie vindt plaats in eigen vestigingen in het Verre Oosten). Inmiddels is Richa een van de grote Europese merken in motor- en scooterkleding met sterke posities op de Benelux-markt en in het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Zwitserland en Scandinavië. Met Stijn en Lewis Rigaux is intussen ook de vierde generatie in het familiebedrijf actief. “Ik doe vooral aankoop en verkoop”, zegt Stijn Rigaux. “Mijn broer Lewis is verantwoordelijk voor de winkels in eigen beheer en voor het personeel. En mijn vader heeft als CEO een helikopterview.”

Oorspronkelijk stond er ‘Leather’ in de merknaam. In de jaren zeventig was er vooral vraag naar lederen kleding. Het was de tijd dat er nog veel stratencircuits waren en dat er ook snel gereden kon worden op de gewone weg. De ‘gewone’ motorrijder schafte zich in die tijd een eendelig racepak aan, al dan niet op maat gemaakt. Maar tegenwoordig zijn de boetes voor te snel rijden hoog en is het motorrijden ook meer naar ‘touring’ opgeschoven. “Het is een kleinere markt geworden”, zegt Luc Rigaux over de leren race-overalls. Toch zit er nog muziek in dat segment, vindt Stijn Rigaux: “De mensen vragen meer racepakken voor het vrij rijden op circuits. Dat is populair geworden en heeft een boost gegeven aan racepakken op maat. We gaan ook weer sponsoren in de racerij. We zijn actief in de Endurance en Supersport en we steunen nu eveneens Barry Baltus, het jonge Belgische talent.”
In de Grand Prix-racerij is Richa niet actief. Daar zijn vooral de Italiaanse merken aanwezig en die spenderen budgetten die Richa niet wil uitgeven. “We willen met dat geld liever onze dealers ondersteunen”, legt Stijn Rigaux uit. De afgelopen decennia zijn er veel ontwikkelingen geweest als het om raceoveralls gaat. In de showroom van Richa staat op een pop een raceoverall uit het begin van de jaren tachtig: volledig in leer en met een extra lapje leer als bescherming op plaatsen als knieën en schouders. Tegenwoordig is een racepak een combinatie van stretch-stoffen (met kevlar-versteviging) in de comfortzones (zoals de knieholte, de liezen, de binnenkant van de ellenbogen), protectoren en leer. Er is in leer momenteel een trend – vooral in het lifestyle-segment – naar losse jassen en jacks in combinatie met verstevigde motorjeans. Leer is nog altijd goed voor 35% van de productie van Richa. “Bij elk motortype past ook een leren jas”, aldus Stijn Rigaux. “De klanten kopen emotioneel en functioneel. En zij bepalen zelf: een slim fit jas, een loose fit voor de customrijders) of een strak jack voor de caféracers.”
Leer met een dikte van 1,2 à 1,4 millimeter wordt nog altijd gezien als de beste bescherming bij schuivers. De grote evolutie in de motortextielmarkt heeft plaats gehad eind jaren tachtig, begin jaren negentig met het opkomen van cordura, een hoogwaardig polyamide dat tegen zware belasting bestand is. Tegelijkertijd waaiden vanuit de outdoormarkt de membranen (zoals Gore-Tex) over die regenwater buiten hielden en die toch ademend waren. “De klanten wilden jassen, die in regenweer minder zwaar werden”, vertelt Stijn Rigaux. “We zijn toen ook fors gaan investeren in textiel.” Ook door toepassing van materialen als kevlar voor jassen, broeken en jeans is de bescherming van textiel motorkleding vooruit gegaan. Bovendien heeft Richa een samenwerking met D3O, een materiaal dat voor protectoren op rug, schouders, ellenbogen, knieën en heupen gebruikt wordt. Het is soepel, maar heeft de eigenschap hard te worden als er sprake is van een impact. Stijn Rigaux toont een textielen motorbroek van een klant die met 120 kilometer per uur tegen de grond ging op de Brusselse ring. De stof bleek schuurvast. De groei van het segment van textielmotorkledij viel samen met een verandering in het motorrijden zelf: er was meer sprake van toerrijden. Het voordeel van textiel is dat het gemakkelijk over de gewone kledij aangetrokken kan worden en comfortabel zit.

De opkomst van de scooter, het gebruik van de motor (en scooter) in het woon/werk-verkeer en de ontwikkeling van het neoretro-segment hebben in de motorkleding een verschuiving gebracht. Richa heeft nu een groot aanbod in leren jassen in vintage-look, maar met de bescherming van vandaag. Scooterrijders en ‘woon/werk-rijders’ hebben andere wensen dan de motorrijder die met een supersportmotor op weg is. “Een belangrijke vraag die we altijd stellen is: wat wil je doen met de motor of scooter, wat verwacht je ervan?”, aldus Stijn Rigaux.
Zeker voor stadsgebruik is er een trend naar casual motorkleding: kleding die er niet meteen uitziet als motorkleding, die draagbaar is als je niet op de motor of scooter zit en die op de motor of scooter toch bescherming biedt. Zeker het scooterfenomeen heeft bijgedragen aan de groei van casual kleding. Stijn Rigaux: “We staan bijvoorbeeld sterk in jassen in softshell, een stevige maar toch soepele stof.” Softshell is waterafstotend, ademend en zo goed als volledig winddicht. Richa heeft zelfs overhemden (lumber jacks) en hoodies, en ook voorzien van D3O-protectoren in het aanbod. Die zijn vervaardigd van aramiden, een vezel met hoge treksterkte. “Die kleding is impact- en schuif-‘resistant’. Die lumber jacks zijn bijvoorbeeld heel populair in Scandinavië”, weet hij.

Voor Richa geldt dat men de motor- en scooterrijder van top tot teen kan aankleden. Men heeft een groot aanbod aan handschoenen (met Gore-Tex binnenvoering), het ‘oerproduct’ van het merk. Voor schoeisel heeft Richa een partnership met TCX. “We zeggen altijd ‘schoenmaker blijf bij je leest’. Motorlaarzen maken is een apart vak. Wij doen de kleding en handschoenen”, stelt Stijn Rigaux. Richa heeft ook een reeks helmen onder het eigen merk RXA. “Voor de beginnende en ervaren motorrijder. We hebben daarin een goed gamma. Voor het hogere gamma heb je producten van Arai en Shoei.” Dat past in de filosofie van Richa: een goede prijs/kwaliteitverhouding. De prijzen van jassen gaan bijvoorbeeld van 150 tot 800 euro. Stijn Rigaux: “De prijs is correct voor de kwaliteit. En de kwaliteit is 100% wat betreft veiligheid, zichtbaarheid, draagcomfort en waterdichtheid.”