Stadsportret Mandello del Lario
In het Italiaanse Mandello del Lario worden Moto Guzzi’s niet alleen gebouwd; de stad aan het Comomeer hóudt van de motoren. Al 97 jaar! Hier draait alles om de eenpitters en V-twins die hier al sinds 1921 van de band rollen. In de kroeg, het hotel, de fotoshop, het fabrieksmuseum: overal.
Als we de prachtige stad bezoeken is het oktober. Gekeken naar het weer lijkt het echter meer op maart. Zonnestralen kietelen de huid terwijl het het diepblauwe water van het Comomeer de voeten van de omringende bergketens streelt. Dit is de plek waar mediterrane flair samensmelt met de grootsheid van de Alpen. Modello del Lario is daardoor misschien wel de mooiste industriestad ter wereld. Zelfs de naam klinkt al veelbelovend: Welkom in het motor-paradijs.
Het treffen voor de 95-jarige verjaardag van Guzzi is al lang voorbij. Het helse gedonder van duizenden uitlaten, het knetteren van de eenpitters en typische geluid van de 90° V-Twins is slechts een vage herinnering. De rust is teruggekeerd in het charmante stadje. Zo lijkt het. Want de inwoners hebben geen bijzondere datum nodig. Zij eren hun verleden altijd. Getuige alleen al de etalage van de fotowinkel die volhangt met foto’s van het Guzzi-treffen. Genoeg te zien dus, maar we moeten eerst ons kwartier opmaken.
Dat doen we in het stijlvolle Mama Cicca-hotel. Hier zijn elk van de twaalf kamers totaal anders ingericht en is de keuken is summum van pure delicatessen. Eigenaren Silvia Nessi en Davide Fasoli laten met trots de ‘Guzzi-wijn’ zien die ze in hun goed gevulde wijnkelder hebben liggen. Op de etiketten prijken verschillende legendarische Guzzi’s. Eén van deze machines, de 250 Airone Sport uit 1949, heeft Davide zelf. ‘Rosso’ is ze, vuurrood, zoals het hoort. De dik 70-jaar oude, perfect gerestaureerde Single met koningsas en buitenliggend vliegwiel, komt bij de tweede trap op de kickstart al tot leven en pruttelt rustig voort. Davide heeft de Airone Sports al zeven jaar in bezit. Toen hij een jonge kerel was, reed Davide ook al Guzzi. Een Dingo Cross 50, V35, V7 en meerdere Le Mans versleet hij. Daarna kwam de overstap op de Japanners. Tot hij de Airone aangeboden kreeg. Sindsdien wil hij niet anders meer. De met een stuur van het touring-model uitgeruste fiets wil hij dan ook nooit kwijt. Is het zijn droommotor? “Nee, dat is een Falcone 500. Kan nog komen. Het is Mandello niet ongebruikelijk een haast nieuwe oude motor te vinden.”
Hoe anders is dat met nieuwe motoren. Op productiegebied is Moto Guzzi vandaag de dag namelijk een dwerg. Waar een merk als Honda ieder jaar miljoenen nieuwe motorfietsen produceert, bouwt Guzzi er nauwelijks 9.000. De Piaggio Group, eigenaar van Aprilia en Moto Guzzi, begrijpt het potentieel van het merk niet. Want waar is de een moderne Le Mans: de R nineT uit Mandello? Het wereldberoemde fabrieksterrein met de karakteristieke geelgekalkte gebouwen dwingt ondanks de geringe productie nog voldoende ontzag af. Zie het als een monument dat incidenteel nog wat motorfietsen produceert. Het museum op het fabrieksterrein, dat gratis toegankelijk is, is een pelgrimsoord voor Guzzi-fans van over de hele wereld. Helaas is dit stukje cultureel erfgoed voor het grootste deel van het jaar slechts één uur per dag geopend: te weten van 15:00 tot 16:00 uur en alleen van maandag tot en met vrijdag. In de maand juli kun je er wat langer rondhangen, dan gaan de deuren een halfuur eerder open en een halfuur later dicht. Maar ook in deze periode blijven de deuren in het weekend gesloten.
In het museum staren we met open mond naar de legendarische 500cc V8-racer. De enige achtcilinder die ooit in de Grand Prix-race racete, reed met zijn opvallende kuipwerk liefst 257 km/uur. Wat een verhaal was dat: Italiaanse ingenieurskunst gecombineerd met een David en Goliath-achtige strijd. Een bijzonder hoofdstuk in de motor. Het bezoek aan het museum is misschien het best te omschrijven als een uurtje bijles in de motortechniek. De presentatie, die erg afwijkt van moderne musea, ziet er in deze omgeving absoluut niet ouderwets uit. Dit is geleefde trots. Vriendelijke, wat oudere heren – veel voormalige arbeiders uit de fabriek – houden toezicht en geven, wanneer gewenst, uitleg. Moet je wel Italiaans spreken. Al vliegt ook zonder het uur zo voorbij.
Alles gezien? Dan snel door naar waarschijnlijk de bekendste en zeker best gevulde Guzzi dealer van de planeet: Agostini. Ja, de voormalig coureur. Maar niet Giacomo. Nee deze zaak is opgericht door Duilio. De op 8 april 1926 in Mandello geboren grootheid, vond al snel een baan bij Moto Guzzi. Eerst op de klantenafdelingen, om in 1947 door te groeien naar de functie van officiële test- en aansluitend zelfs fabrieksrijder. Zijn legendarische status verwierf hij echter niet op de baan, maar met zijn in 1957 geopende Guzzi-garage. Reparaties en onderdelen van een echte insider. Helaas overleed hij in 2008, waarna Alberto Agliati de garage overnam. Hij leidt ons geduldig door de zaak. Moet ook wel, want meteen bij de ingang blijven we al staan bij het prototype van een V-twin met dubbel bovenliggende nokkenassen. “Die is helaas nooit in productie genomen”, legt hij ons uit. Als we vragen hoe het tegenwoordig met Moto Guzzi gaat, laat Alberto weten zich wel wat zorgen te maken. “Er zit een groot gat in het modelprogramma”, aldus de baas van de groen-wit-rood ingerichte winkel uit. “We hebben nu bijvoorbeeld dringend behoefte aan een serie tussen de V7 en de 1400 California zodat we ook na het 100-jarig jubileum in 2021 nog bestaansrecht hebben.” Tijd om wat te eten. In de goed bezochte bar en pizzeria ‘Al Ghezz’ eten we wat en drinken we een biertje, getapt uit een dikke V-twin. Una storia Italiana.
Als we de volgende ochtend wakker worden, is het tijd voor het afscheid. Maar niet voor we gestopt zijn in buurplaats Abbadia Lariana. Hier vinden we een kleinood dat de etalage bomvol Guzzi-onderdelen heeft liggen. ‘Retro’ staat er boven de deur van de fraaie winkel. En: ‘ontsteek uw passie’. Het motto waaronder sinds 1921 Moto Guzzi’s van de band rollen. Met een vrolijke “Buongiorno” stappen we naar binnen. “Good morning”, is het antwoord dat we van Marco Ciabarri terugkrijgen. De vriendelijke Engels sprekende man is samen met zijn oom Italo (ja, hij heet echt zo. En ja, hij spreekt alleen Italiaans) de eigenaar van de zaak. Samen hebben ze van hun passie, hun beroep gemaakt. Die is ondertussen uitgegroeid tot een verzameling van tussen de 7.000 en 8.000 Moto Guzzi-onderdelen en verschillende bijzondere motoren. De ene nog specialer dan de ander.
Oom Italo oogt als een beer en is gezegend met echte arbeidershanden. Samen met Marco leidt hij ons rond door de winkel die in 2013 de deuren voor het eerst opende. Binnen is duidelijk dat de focus vooral op de eenpitters van Moto Guzzi ligt. Daar hebben ze echt alles voor liggen: tanks, uitlaten, krukassen, koppelingen, zuigers, spatborden, pakkingen, banden. Bedenk het en ze hebben het. De sfeer voelt bekend en de winkel zelf oogt misschien meer als een museum dan een plaats waar sleutelaars de deur platlopen. Toch is er een verschil. Alles is hier veel levendiger. Beide Ciabarris zijn dan ook het best te omschrijven als conservatoren van een stukje techniekgeschiedenis op de openbare weg: “Wij willen mensen helpen door, met de juiste onderdelen, hun Guzzi op de weg te houden.”
Alsof het om een paar onontdekte Rembrandts gaat, haalt Italo een set oude foto’s tevoorschijn. Hij behandelt ze als relikwieën. Niet gek, want fotostudio Ritocco heeft ze ooit gebruikt voor reproducties die later met de hand zijn ingekleurd. Guzzi-fans herkennen ze vast uit de ‘Colombo’, het standaardwerk voor Moto Guzzi. Deze foto’s van motorfietsen en ‘Mototriciclos’ – oftewel driewielers –, zijn onderdeel van de kunstgeschiedenis. Vol trots pakt Italo vervolgens één van de acht originele schuifcarburateurs van de legendarische V8-Guzzi. De onderdelen van dit 212 gram wegende stukje techniek worden vakkundig bij elkaar gelegd. “De rest van de V8 ontbreekt nog”, vertelt hij er gekscherend bij. De kroon op de collectie van de familie is een motor die niet anders omschreven kan worden dan schoonheid: de vuurrode Moto Guzzi 4V SS 500 uit 1927. De eerste echte Grand Prix-machine van Madello. Van de in totaal 486 gebouwde exemplaren bestaan er naar schatting ergens tussen de tien en twintig. Als de motor stationair loopt kun je iedere slag horen. Zeer indrukwekkend. En van volgt het echte afscheid. ‘Mille grazie e arrivederci’, Marco, Italo en alle anderen! We zien jullie in 2021, bij het 100-jarig jubileum, weer terug. Beloofd!