Vergelijkingstest: Vier allroads met cardan
De Triumph Tiger 1200 XCA staat maar nauwelijks bij de dealer of hij zich al bewijzen tegen allroad-cardan-concurrenten als de BMW R1200GS Rallye, Honda Crosstourer en Yamaha XT1200ZE Super Ténéré. Op Sardinië gaan we op zoek naar de beste cardan-avonturier.
’s Ochtends opent de veerboot in alle vroegte de stalen deuren in de haven van Olbia terwijl de regen met bakken uit de hemel valt. De Triumph-rijder wordt er niet koud of warm van, want hij heeft op de Tiger 1200 XCA de beschikking over zadelverwarming, handvatverwarming en een elektrisch in hoogte verstelbare ruit met prima wind- en weerbescherming.
De handvatverwarming op de BMW is duidelijk wat minder daadkrachtig. De kleine ruit van de Rallye-uitvoering oogt weliswaar gelikt, maar biedt niet al te veel bescherming. De Honda moet het weliswaar zonder verwarming doen, maar de eenvoudig in vier standen verstelbare ruit beschermt goed tegen de regen.
Dat zou in principe ook voor de Yamaha moeten gelden, maar het verstellen van de ruit van de XT1200ZE is wat omslachtiger, maar dat doet weinig af aan het comfort. Ondanks de grote tank, waar liefst 23 liter benzine in verdwijnt, sluiten de knieën mooi compact aan. Het is twee hoogtes verstelbare zadel en de laag geplaatste voetsteunen zorgen bovendien voor een aangename kniehoek. Het brede stuur ligt ook prima in de hand. En aangezien zowel rem- als koppelingshendel, net als bij de drie andere motoren, instelbaar zijn, overtuigt de XT1200ZE met een geslaagd compromis tussen comfort en dynamiek.
Rijkst uitgerust
Bij de Triumph is het een ander verhaal. De Brit heeft werkelijk alles in huis en is het rijkst uitgerust van allemaal. Het zadel is in hoogte verstelbaar en verwarmbaar, voor zowel rijder als passagier. De voetsteunen zijn prima gepositioneerd, terwijl het stuur nu meer naar je toekomt en sterker naar achteren is gebogen. Zitcomfort op Britse wijze! Alleen de driecilinder-krachtbron en de daaroverheen geplaatste tank vertroebelen het beeld een beetje, aangezien ze beide nogal breed bouwen. In het benzinevat gaat trouwens 20 liter.
Op de BMW gaat het er wat sportiever aan toe. De kniehoek is wat krapper, het zadel Spartaans gepolsterd. In tegenstelling tot de standaard GS bestaat het zadel op deze Rallye-uitvoering trouwens uit één stuk. Hoogteverstelling ontbreekt helaas. Daarentegen ligt het enorm brede stuur heerlijk in de hand. En doordat ook de knie-aansluiting op de tank mooi compact is, is deze GS bij uitstek geschikt voor reizen en bochten pakken.
De Honda-rijder moet echter met wat beperkingen rekening houden. Net als bij de Triumph bouwt het blok breed. Niet ideaal. Daarnaast is het stuur hoog gepositioneerd en zijn de risers fors. Dat het zadel slechts één zithoogte kent, is de Honda vergeven. Maar dat de voetsteunen zo ver naar voren zijn geplaatst, beïnvloedt het zitcomfort echter in negatieve zin. Erg passief, met weinig druk op het voorwiel, aangenaam, maar merkwaardig inactief zit je achter de lange, 21,5 liter metende tank.
Benieuwd naar de hele test en onze conclusie? Je leest het in MotoPlus 6-2018. Vanaf 23 maart in de winkel. Ook digitaal te lezen via deze link.