+ Plus

Rij-impressie Norton Commando 961 Sport MK II

Golftoernooitje, polo wedstrijd of toch het edele cricket spel? Forget it, geen van allen! De meest prikkelende outdoor belevenis uit het Verenigde Koninkrijk ligt in de handen van een naked bike. Eentje uit de stal van Norton, die luistert naar de naam Commando 961 Sport MK II. Tijd voor een date met deze exotische Britse schoonheid!

Wanneer precies die hele retrogolf de Nederlandse motormarkt overspoelde, is moeilijk te zeggen. Het woord retro viel een jaar of tien geleden al te lezen in MotoPlus, toch waren de ‘klassieke ogende motoren met moderne(re) techniek’ er al veel eerder. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de Kawasaki W650 of de Yamaha XJR1300, die al aan het eind van het vorige millennium op de openbare weg te bewonderen waren. Strikt genomen zijn ze dus eigenlijk nooit weggeweest. Maar pas ergens rond 2014/2015 barstte de hele hype met onder meer de Ducati Scrambler en BMW R nineT pas echt los. Twee jaar eerder echter al, schoof Norton met de Commando 961 Sport MK II haar visie op de klassieke naked bike het mondiale motortoneel op. Deze Euro3-machine van de bijna in de vergetelheid geraakte Britse firma is dus alweer eventjes op de markt en moest worden klaargestoomd voor een nieuw tijdperk. En ziehier de nieuwe Euro4-uitvoering, die met zijn zwarte lak in combinatie met goudkleurig schrift en sierstrepen, het bekende John Player Special-design inderdaad, sterk herinnert aan de jaren ’70 van de vorige eeuw. De sierlijke ronde lijnen van tank en achterzijde sluiten daar trouwens naadloos op aan, terwijl ook de prachtige spaakwielen, de ronde koplamp, de ronde klokken en spiegels feillos in het klassieke plaatje passen.
Optische en technische klassieke details vind je ook bij het blok, waarvoor de Norton Commando 850 MK2 uit 1974 model stond. Wat zich vertaalt in een lucht- en oliegekoelde tweecilinder lijnmotor met twee kleppen per cilinder, een onderliggende nokkenas en stoterstangen. Wezenlijk anders echter is het 270° kruktapverzet van de nieuweling, waarmee enigszins wordt getracht karakter en geluid van een 90° V-twin te klonen. Overigens zou de huidige aandrijving ook wel een stuk gecultiveerder mogen draaien dan de wat ongemanierde ‘gelijkloper’ (met 360° krukas dus) van toen. Nog een ander verschil betreft de versnellingsbak. Destijds voldeden vier versnellingen, maar in het huidige tijdperk grijpen vijf tandwielparen in elkaar. En in plaats van 828 cc anno toen, pronkt de actuele twin met een longinhoud van 961 cc. Uit wettelijke gronden is ABS natuurlijk standaard aan boord, naar overige elektronische hulpmiddelen zoek je echter tevergeefs.
Wel heel modern daarentegen, is het rijwielgedeelte: fijngevoelig aansprekende, maar best stug afgestelde upside-down voorvork van Öhlins, volledig instelbare schokbrekers van dezelfde maker en remmerij van Brembo getuigen van een moderne stand van zaken. Klassiek en modern in perfecte harmonie?

Krachtig trekt de startmotor de beide zuigers heen en weer. Na een paar seconden worden het geduld van de rijder beloond met het karakteristieke stampen van de tweeling. Dat is overigens vooral duidelijk voelbaar, maar nauwelijks te horen. De elegante twee-in-twee uitlaat pruttelt namelijk slechts zacht, beetje conform de bekende Britse terughoudendheid. Die welgemanierdheid legt de twin ook wat betreft gasrespons aan de dag. De drempel tussen nul- naar deellast neemt ‘ie namelijk bijzonder soepeltjes. Bovendien pakt de tweecilinder vanaf zo’n drieduizend toeren, daaronder gedraagt het blok zich nog wat onwillig, gretig op en brengt vervolgens zijn vermogen prachtig lineair aan de man. De weg omhoog naar het gemeten maximale vermogen van 78 pk bij 7.700 toeren, gaat gepaard met steeds duidelijker vibraties, en ook de versnellingsbak met wat hakerige schakelvoorgangen en lange hevelweg is er niet één van de meest subtiele soort. Wat dat betreft vertaalt de twin de vergane tijden op zeer authentieke wijze. Voor rasechte modernisten en speed junkies waarschijnlijk iets té authentiek.
Dergelijke eenkennigen gaan daardoor waarschijnlijk echter helemaal voorbij aan de werkelijk top rijeigenschappen van de Commando Sport. De Brit heeft slechts een kleine impuls nodig om in te sturen, blijft heel exact op lijn en de rond de bocht op een bijzonder zuivere, vertrouwenwekkende wijze. Bochtenpret at it’s best! Enkel wisselbochten verwerkt de Norton ondanks de handlingvriendelijke geometrie niet bijzonder lichtvoetig. Maakt niet uit, ook zo heeft de machine een bijzonder onderhoudend karakter. Daar draagt overigens ook de comfortabele zithouding met het hoge en relatief brede stuur aan bij. Door de lange tank voelt het zitarrangement weliswaar wat inactief, maar comfortabel is het wel degelijk.
Hoe het met de maximale hellingshoek van de oer-Commando zit weten we niet, waarschijnlijk zorgden de dunne, houten bandjes er wel voor dat die grens niet snel werd opgezocht. Hoe anders is het met de 961. Een beetje geëngageerd bereden, krassen bij tijd en wijle zelfs de einddempers nog hun handtekening in het asfalt. De achterschokbrekers zijn echter in lengte verstelbaar waardoor de achterzijde zich nog iets hoger laat zetten. Over hoog gesproken, een exacte prijs hebben we niet, maar na invoerkosten, BPM etc. kost deze Sport MK II zo’n € 28.500,00. Gelukkig duurt het nog even tot Sinterklaas weer in het land is. Heb je nog effe tijd om te sparen…

Lees meer over

BMW Ducati Kawasaki Yamaha

Gerelateerde artikelen

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

Eerste test Kawasaki Versys 1100SE

31 oktober, 2024

Het was best een gok van Kawasaki in 2012 toen het een dikke vier-in-lijn in een hoogpotig rijwielgedeelte lepelde, ...
Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...
Eerste Test BMW R1300GS Adventure

Eerste Test BMW R1300GS Adventure

31 oktober, 2024

Afgelopen juli greep BMW haar eigen Motorrad Days in Garmisch Partenkirchen aan om de jongste Adventure-exponent ...