Van den Goorbergh bij Marquez
Hij maakte deel uit van een select gezelschap: twintig kinderen tussen de tien en dertien jaar werden door MotoGP-wereldkampioen Marc Marquez uitgenodigd voor het derde Allianz Junior Motor Camp in Spanje – en de 11-jarige Zonta van den Goorbergh was er één van. Begeleid door vader Jurgen meldde hij zich op het crosscircuit van Rufea bij Lleida. Op de baan kwam het zowaar tot een confrontatie…. “Bij de laatste bocht zat ik voor ‘m. Maar toen viel ik.”
Zonta van den Goorbergh gaat aan de keukentafel zitten, hondje Snoopy op schoot. Hij vertelt over die drie bijzondere dagen eind november. Drie dagen trainen, crossen en kletsen met Marc Marquez, diens broer Alex, Julian Simon en Marc’s persoonlijke assistent en voormalig crosser José Luis Martinez – er zijn minder kleurrijke gezelschappen om mee aan de slag te gaan. Maar een paar dagen na zijn twaalfde verjaardag doet Zonta zonder grootspraak maar opvallend rustig en feitelijk zijn verhaal. Af en toe ook wat schouderophalend. Maar de tengere Van den Goorbergh is een klein kruitvaatje, weten vader Jurgen en moeder Misha. Aan verliezen heeft hij een bloedhekel, dat bleek ook bij de laatste Molenaar NSF100-race van 2017. Eerder op de dag had hij zijn allereerste wedstrijd gewonnen in de opleidingsklasse, maar in de slotrace vloog hij in leidende positie liggend bikkelhard van zijn fiets. Als de crash nog eens ter sprake komt, wellen ook maanden later de tranen andermaal op. “Er komen nog zóveel wedstrijden”, troost Misha.
Zonta sluit zijn eerste seizoen in de door Arie en Carla Molenaar opgezette klasse af als tiende, maar geeft direct aan dat hij uitgekeken is op 8,5 pk sterke Hondaatjes. “We hadden voor ogen om het drie jaar te doen en in het laatste jaar mee te doen voor het kampioenschap”, glimlacht Jurgen. “Maar je moet iemand wel kunnen blijven motiveren. Hij had ook al een keer op het lange circuit van Assen gereden en dat ging heel goed.” In de garage staat een nog niet geheel afgebouwde racer met een 85 cc-blokje; het moet de volgende stap zijn in Zonta’s motorsportontdekkingsreis. Die reis begint twee jaar geleden met een 65 cc ‘kleine wielen’-KTM, en na een jaar van vooral trainen rijdt hij bij de MON zijn eerste wedstrijden. “Dat jaar wedstrijden 65 cc Kleine Wielen bij de MON was wel fanatiek”, zegt Zonta voor de duidelijkheid. “Het springen vond ik het leukst. En het wedstrijdje tegen andere jongens. Dat is leuker dan alleen maar trainen.”
Toch komt vader Jurgen met een voorzichtig voorstel. “Papa vroeg ‘zullen we ook een keer proberen om te racen’. Ik dacht eerst ‘nee, ik wil crosser worden’. Maar ik heb het toch geprobeerd en heb was ook wel leuk.” Op aanraden van KNMV-bondscoach Barry Veneman schrijft Jurgen zoon Zonta in de zomer van 2016 in voor een driedaags trainingskamp in Assen en leent bij Honda NSF100 Cup-promotor Molenaar een machine. “Hij leek op Boetje van Dulmen”, lacht Jurgen. “Deze ‘Boetje’ ging als een crosser de bocht in. Hij duwde de motor zó plat.” “Ik vond het best moeilijk om te wennen, maar na een paar dagen vond ik het wel leuk”, zegt Zonta. Vader Jurgen constateert bijna opgelucht dat Zonta na drie dagen niet weet wat hij leuker vindt: crossen of racen. “Ik dacht ‘kijk, da’s al een bonus’!” Na ‘slapeloze nachten’ en veel praten valt de beslissing om in 2017 te gaan racen in de Molenaar NSF100 Cup. Het aanpassingsproces verloopt aanvankelijk wat moeizaam. “Het moeilijkste vond ik wel om mijn stijl aan te passen. We hadden een cameraatje achterop de motor en papa liet me steeds zien wat ik anders kon doen. Toen ben ik ook harder gaan rijden.” Zijn stijl, plat op de tank achter het kleine ruitje, oogt spectaculairder dan de manier waarop vader Jurgen reed. “Wat zeg je ook al weer over mijn oude foto’s”, probeert Jurgen. “Als ik dat zeg… ga je gewoon zowat slaan”, antwoordt Zonta. Jurgen kent de reactie echter al te goed: “’Het ziet er niet uit, die ouwelullen-stijl’. Ik heb hem die manier van rijden wel meteen afgeleerd.”
Aan het begin van het seizoen was de debutant nog aan het ‘rijden’, zoals Jurgen zegt, aan het eind was hij aan het racen. “Hij snapt het wel”, lacht Zonta als hij de bijdrage van zijn vader beschrijft.
De blijdschap is groot als Zonta aan het eind van het seizoen een race weet te winnen op de Junior Track in Assen. “Aan het eind van het seizoen wilden mijn benen na een rondje of zeven gewoon niet meer. Dan kreeg ik heel erg last van mijn kuiten. Die laatste ronden dacht ik alleen maar ‘als ik dit nog maar door kom’. Er was één uitrempunt en toen ik daar voorbij ging, moest ik nog drie bochten. Toen wist ik eigenlijk al dat ik had gewonnen.”
Twee grote voorbeelden heeft Zonta: crosser Jeffrey Herlings – niet voor niets racet hij met Herlings’ nummer 84 – en Marc Marquez. “Gewoon. Om de manier waarop hij rijdt”, legt Zonta uit met weinig woorden. Van Marquez’ Junior Motor Camp heeft hij echter nog nooit gehoord. “Totdat mama er over vertelde.” Van Henk Schotman, een van de stuwende krachten achter Race-Kids, kreeg Jurgen de tip om Zonta aan te melden voor het offroad-trainingskamp waar Marquez tien tot dertien-jarigen drie dagen begeleidt. Zijn moeder en zijn oudere zusje Quincy maken een filmpje, waarvoor Jurgen de actiebeelden aanlevert. In de familieproductie vertelt Zonta over zichzelf. “Nou, gewoon…. Hoe oud ik was… M’n carrière…. Wat ik tot nu toe heb bereikt en wat ik wil bereiken: wereldkampioen worden in de MotoGP! Ik heb één keer een crosswedstrijd gewonnen en één race. Dat waren wel mijn hoogtepunten. Vooral die race!”
Over het raceverleden van vader Jurgen – en oom Patrick en opa Piet…. – vertelt hij bewust niets. “Marc wist ook niet wie ik was”, lacht Jurgen. “Dat is ook prima. Emilio Alzamora (ontdekker en manager van Marquez, FW) is ook betrokken bij de selectie en ook hij had de link niet gelegd. Pas toen we daar waren, herkende hij me. Op de beelden en op zijn verhaal is Zonta gekozen. Dat is juist leuk.”
In oktober krijgt Jurgen dat telefoontje uit Spanje: Marc Marquez heeft hoogstpersoonlijk Zonta uitgekozen. “Ik zat op school en in de pauze keek ik op mijn telefoon en toen zag ik een berichtje van papa dat ik was geselecteerd’, vertelt Zonta. “Toen was ik heel blij.” “Nou, de hele familie was heel blij”, vult Jurgen aan. “Waarom ze mij hebben gekozen, weet ik niet”, haalt Zonta zijn schouders op. “Misschien omdat ik cross en race.”
Drie weken voor het vertrek naar Spanje gaat Zonta als voorbereiding weer crossen met een 85 cc-machine. “Maar een week voordat ik zou gaan, viel ik en toen was ik bang dat alles niet door kon gaan omdat ik mijn schouder niet meer kon optillen. Gelukkig was het niks, maar ik heb een week niets aan mijn conditie kunnen doen.”
Ondanks het unieke feestje waar hij voor uitgenodigd is, krijgen de zenuwen geen vat op de nuchtere Zonta. Hij schudt zijn hoofd: ook bij de kennismaking met de zesvoudig wereldkampioen blijft hij koel. “Op maandagochtend kwam Marc, toen we allemaal bij de baan waren. Eerst was het best raar om hem te zien. Hij praatte eerst in het Spaans, dus dat was niet zo makkelijk. Dinsdag en woensdag ging het al beter.” Naast Zonta zijn er nog twee andere deelnemers die racen, de overige zeventien crossen. “Dus dat was heel erg wennen. En met mij er bij waren er maar vier ‘buitenlanders’. Dat was soms een beetje lastig.” Over het programma weet hij vooraf niet heel veel. “Ik wist dat we gingen crossen en flattracken. Maar ik wist niet precies wat flattracken was. Ik had wel filmpjes van vorige trainingskampen gezien.”
Op de eerste dag staan vooral crosstrainingen gepland, terwijl op de tweede en derde dag ook geflattrackt wordt. “We werden in groepen ingedeeld, van 65 en 85 cc”, vertelt Zonta over de werkwijze. “Dan reed je een paar rondjes en dan stopte je weer, waarna Marc je tips gaf. Ze hadden ook heel veel afsnijdstukken in de baan, waardoor je steeds hetzelfde stuk kon trainen. Het was niet zo dat ze na elke keer naar je toekwamen, maar als hij en Alex wat aan je uitlegden, deden ze dat in het Engels. We stonden een keer bij start-finish en daarna had je een snelle bocht en een hairpin. Dan zeiden ze dat je in de snelle bocht helemaal naar binnen moest gaan en dan óf naar buiten gaan om de bocht beter aan te snijden, óf je blijft binnen zodat je minder meters maakt. Maar dat was wel lastiger. Dan deden ze het ook steeds voor.”
Hoewel de gebroeders Marquez geen van beiden een glorieus crossverleden hebben, zijn ze vaak op de crossbaan van Rufea te vinden. Gedurende de drie dagen blijken de broers niet alleen erg benaderbaar voor de jonge deelnemers, vooral Marcs betrokkenheid en fanatisme vallen op, volgens Jurgen van den Goorbergh. “Totaal geen arrogantie. En hij was er helemaal voor die jongens.” Als Marquez langs de baan staat, bestudeert hij de rijders, geeft aanwijzingen en praat hij de wachtende jongens en meiden bij. Op de baan mengt hij zich tussen de rijders en toont zich, geheel in Marquez-stijl, niet te beroerd om links en rechts een schouderduwtje uit te delen of zijn machine brutaal in een spoor te zetten wat een nietsvermoedende ‘cursist’ voor zichzelf in gedachten heeft. “Die jongens kunnen gewoon goed rijden”, zegt Jurgen. “Ze leggen het ook goed en leuk uit. En ze zijn niet bang om zo’n jongen aan de kant te zetten.”
Complimenten geven de instructeurs er ook. “Dan staken ze de duim op als ze langs de baan stonden”, merkt Zonta. “Of ze gaven met gebaren aan dat je meer naar de buitenkant van de baan moest komen, of juist naar de binnenkant.”
Op de tweede dag worden de rijders ingewijd in het flattracken, méér dan een hobby voor Marquez. “Marc deed het eerst een paar ronden voor op zijn eigen motor”, vertelt Zonta. “Hij vertelde ons dat onze motoren geen trekkracht hadden, dus je moest steeds van buiten naar binnen toe sturen en de snelheid er in houden. Ik vond het eerst wat saai, maar daarna vond ik het leuk.”
Het komt zelfs tot een rechtstreekse confrontatie in een van de wedstrijden. Zonta voert het veld aan, maar ziet dan Marc buitenom komen. Direct duikt de kleine Bredanaar weer binnendoor. “Ik wist niet dat hij achter me zat. Ik had achterom gekeken, maar er zat niemand. En plotseling was hij er. Maar ik won wel. Op de crossbaan was ik ook met hem in gevecht. Ik hoorde een 450, dus ik wist dat het niet zo’n klein jochie was. Toen wilde hij buitenom bij de chicane. Hij drukte ‘m in de eerste en toen kwam hij in een knip terecht. Toen zat hij weer achter me. Bij de laatste bocht zat ik voor hem, maar toen viel ik.”
Ondertussen ontwikkelen zich ook de eerste vriendschappen. Het klikt met Stefan, een jongen uit Tsjechië. “Die sprak heel goed Engels en hij was heel aardig. Hij crost een beetje maar doet vooral wegrace.” ’s Avonds bezoekt het hele gezelschap het Marquez-museum in Cervera, de woonplaats van de broers. In het museum staan niet alleen Marquez’ eerste PeeWeetje, zijn eerste racer en vijf kampioensmachines, maar ook zijn foto’s, pakken, helmen en de talloze bekers en trofeeën te bewonderen. “Marc legde alles uit in het Spaans, dus ik verstond er niets van”, zegt Zonta. “De mooiste motor vond ik de Moto3 (de 125 cc-Derbi uit 2010, FW). Die MotoGP-machines vond ik van die brede dingen. Dat vond ik niet mooi, de Moto3 vond ik gewoon een heel mooi gebouwde motor.”
Na drie inspannende dagen komt een einde aan een unieke belevenis voor de twintig tieners. Zonta voelt na weer een dagje flattracken en crossen dat hij zich verbeterd heeft. “Vooral met het springen. De ondergrond was stukken harder dan op de banen in Nederland, maar dat vond ik juist wel leuk. Het gaat wel als ik op die zandbanen rijd, maar ik vind harde banen leuker. Vooral aan het eind van de derde dag was ik best moe. Omdat we toch ook wel heel veel hadden gereden. Spierpijn viel wel mee, maar ik had last van mijn rug en van mijn schouder die ik de week daarvoor had geblesseerd. Dat kwam ook omdat ik op een 85 met grote wielen reed, normaal rijd ik meestal met kleine wielen en met veel zachtere vering. ”
Ter afsluiting worden de deelnemers op het podium geroepen. Ook Zonta. “Zij deden ons een medaille om en we kregen een oorkonde. Aan het eind gingen we nog met z’n allen op de foto. En ik heb nog een handtekening gevraagd. Op een jas en een crossshirt die we hadden gekregen. En op m’n eigen crosshelm.”
“Weet je nog die foto met Valentino (Rossi) en die kleine Marc naast hem”, vraagt Jurgen terwijl hij op zijn telefoon een foto bekijkt van zijn zoon en de inmiddels grote Marc. “Dat zijn de mooiste foto’s voor later.” Dat hij drie bijzondere dagen heeft meegemaakt, beseft Zonta. Maar nee, hij heeft niet vol bravoure gezegd dat ze elkaar over een paar jaar nog wel eens zouden zien. Hij schudt beslist het hoofd. “Ik vond het vooral heel leuk. En ze waren heel aardig.”