Praktijk: winterkleding tips
Kou doodt zelfs het meest diepgewortelde verlangen tot motorrijden. Niet nodig, wanneer goed aangekleed, waarbij je vooral in laagjes moet denken, kun je zelfs hartje winter nog comfortabel op motortournee. Welke kleding is daarvoor het meest geschikt en hoe kleed je je het beste aan? Wij laten het zien!
Zijn er überhaupt gevallen bekend van motorrijders met bevroren tenen of vingers? Wat onder bergbeklimmers deels als geaccepteerd bloedoffer wordt beschouwd, komt onder winterse motorrijders gelukkig zelden tot nooit voor. Natuurlijk vooral omdat je te allen tijde de motor aan de kant kunt zetten om je even op te warmen in bijvoorbeeld een tankstation, terwijl het op de ijzige hoogte van de Mount Everest net even wat moeilijker is om een warm onderkomen te zoeken. Dat je vingers steken van de kou, de voeten aanvoelen als klompjes ijs, dat je bibberend minutenlang boven de handdroger bij een tankstation staat op te warmen, daarover kunnen legio motorrijders echter meepraten. Niet gek, wie net even te slecht voorbereid bij lage temperaturen op pad gaat, moet zich niet verbazen dat na niet al te lange tijd de kou tot in de botten doordringt. Steekwoord: hypothermie, ofwel onderkoeling.
Een fenomeen dat overigens vaak wordt onderschat. Bij een milde tien graden boven nul ligt de gevoelstemperatuur voor een motorrijder bij gemiddelde snelheid (secundaire wegen) al iets onder het vriespunt. De rijwind dwingt de lichaamswarmte namelijk weg, een fenomeen dat ook wel bekend staat als windchill. Vanwege de blootgestelde staat van onder meer hoofd, handen en voeten is het windchill-effect daar ook het sterkst. Waar het hoofd met daarin de
onmisbare hersenen een zeer goede doorbloeding heeft, kan het lichaam in het geval van extreme kou prima zonder een paar tenen of vingers, die er dan ook genadeloos af kunnen vriezen. Zoals net al aangestipt, een doemscenario dat voor bergbeklimmers simpelweg een realiteit is. Maar ook voor motorrijders geldt: daalt de temperatuur van het bloed sterk door afkoeling, dan concentreert de lichaamswarmte zich enkel nog op de romp en het hoofd. Een primaire reactie ter bescherming van belangrijke organen en de hersenen. In dergelijke hypothermische situaties stroomt het bloed langzamer naar handen en voeten. De doorbloeding van de vingers is dan rond de twintig keer sneller in vergelijking met de romp, waardoor er daar als eerste bevriezing zal optreden.
Goede handschoenen zijn dus een belangrijke voorwaarde wanneer je bij lage temperaturen op de motor stapt. Geen probleem natuurlijk, trek een paar vuistdikke eskimo wanten aan en je bent het mannetje. Hoewel warm, laten dergelijke handschoenen het wat betreft bedieningscomfort totaal afweten. Echt veel gevoel bij bediening van rem- en koppelingshendel geven ze immers niet. Goed isolerende vijf-vinger handschoenen bieden wat dat betreft het beste compromis tussen isolerende werking en gebruiksvriendelijkheid en zijn daarom een must voor de herfst- en winterrijder. Op de volgende pagina’s vind je daarom een korte vergelijking tussen vijf paar winterhandschoenen van een aantal gerenommeerde merken.
Met een setje deugdelijke handschoenen alleen ben je er evenwel nog lang niet. Zo schenken veel motorrijders nog altijd geen of te weinig aandacht aan de volgende zaken: wat draag ik onder mijn pak, en hoe? Het antwoord daarop vind je eveneens op de volgende pagina’s. Daar hebben we model Sven, zelf weliswaar een fervent doorrijder, maar daarnaast ook een erkend koukleum, de verschillende lagen in de juiste volgorde laten aantrekken. Een beetje conform het bekende ui-principe. De gedachte achter de verschillende, nauw op de huid aansluitende lagen is dat de lichaamswarmte door de tussenliggende luchtlagen extra goed wordt geïsoleerd. Daarnaast is het uiteraard ook zaak om eventueel vocht naar buiten te geleiden, terwijl water en wind juist weer buiten de deur moeten worden gehouden. Daar heb je echt goede technische onderkleding voor nodig, domweg drie of vier truien over elkaar aan trekken, zou er enkel in resulteren dat je de benodigde bewegingsvrijheid onnodig beperkt.
Ook met grootmoeders katoenen ondergoed kledingtip doe je jezelf geen plezier. Katoen zuigt namelijk vocht op, waardoor je juist extra snel afkoelt. Heel anders is dat het geval bij wol: bij het absorberen van vocht ontstaat door een exothermisch proces juist absorptiewarmte. Door dit effect is het voor motorrijders erg nuttig op koude dagen als eerste laag, ook wel de baselayer genaamd. Daar bovenop komt de midlayer, een ademende laag van kunstvezels, dons, een dikker wolweefsel of fleece. Het motorpak zelf vervolgens biedt dankzij het membraan weerstand tegen de elementen en heeft bovendien een beschermende werking bij een eventuele val.
Het meest praktische van deze werkwijze is dat je de afzonderlijke lagen afhankelijk van temperatuur en omstandigheden kunt weg laten of er juist nog eentje bijvoegen. Ook als rijder zelf moet je trouwens altijd enigszins flexibel zijn en een extra koffiestop maken wanneer je ondanks goede kleding, toch tekenen van onderkoeling begint te vertonen. Symptomen daarvan zijn kippenvel, pijnlijke handen en voeten, hongergevoel, bibberen en beven. Bij langere onderkoeling daalt de lichaamstemperatuur tot onder de 37° Celsius, waardoor de concentratie en motoriek echt drastisch verslechtert. Om een winters uitstapje niet in een catastrofe te laten eindigen, geldt daarom altijd: beter afstappen dan afzien!