Nieuws

Warmdraaien 23 – 2017

Toen afgelopen week bij ons op de redactie de Suzuki GSX1300R Hayabusa genoemd werd als onderwerp van het Occasion-artikel in dit nummer (zie pagina 72-75), moest ik mijn jongere collega’s toch even bijpraten. Het werd nog net geen ‘opa vertelt’, maar ik schrok er wel bijna van dat het alweer 18 jaar geleden is dat die motor op de markt kwam. Oef, toen was ik 38 en kon de hele wereld nog aan, dacht ik. In elk geval op twee wielen.

Bijna twee decennia later heeft die iconische Hayabusa eigenlijk nog niets van zijn kracht, snelheid en bijzondere karakter ingeboet. Het was één van die motoren waar ik als doorgewinterde testrijder vlinders van in mijn buik kreeg. Zijn roem was hem immers al vooruitgesneld: dit was de eerste productiemotor die harder liep dan 300 km/uur! Het leidde zelfs tot kamervragen in 1999: was dat nu echt nodig, zo’n motor die harder kan dan 300 km/uur? Volgens de politiek was de motorwereld op een punt aangekomen dat ‘De burger tegen zichzelf beschermd moest worden!’ PvdA-minister Tineke Netelenbos overwoog inderdaad om de verkoop van de Hayabusa in ons land te verbieden. Gelukkig was er voor dat idiote plan geen enkel politiek draagvlak, maar het zorgde dus wel voor zoveel publiciteit dat iedereen – motorrijder of niet – wist wat een Hayabusa was. En vooral wat’ie kon.

Om te checken of de Hayabusa die 300 km/uur-grens inderdaad wist te slechten, vertrok ik op een frisse ochtend in maart ’99 met mijn toenmalige collega-testrijder Koen Alders naar Duitsland in een Fiat Ducato, gevuld met een Hayabusa, motorpakken, jerrycans benzine, gereedschap, laptops en een datalogger, die de snelheid en acceleratie exact registreerde, zodat we na een aantal runs alle meetwaarden konden uitlezen. Nu was er natuurlijk maar één meetwaarde waar die hele dag om draaide: een drie met twee nullen erachter.

De heerlijke Duitse A31 ten oosten van de Nederlandse grens was ons testparcours. Een prachtige, kaarsrechte – en toen ook nog bijna lege – Duitse Autobahn van Winterswijk richting het Noord-Duitse Emden, daar zou het gaan gebeuren. En daar gebeurde het: op zijn teller liep de Hayabusa dik over de 330 en volgens onze datalogger ging daar nog wel iets af, maar uiteindelijk wist ik toch 303 echte kilometers per uur te registreren. Missie geslaagd!

Ik kan me die dag nog steeds goed herinneren; ik reed in die tijd véél en alles, maar ook voor mij was het slechten van de 300-grens een mijlpaal, ook al gebeurde dat op een troosteloze dag in maart op de A31, ter hoogte van Gronau. Als je het trouwens per seconde uitrekent (ruim 84 meter per seconde…) is de snelheid nog veel indrukwekkender. Je haalt op die snelheid vrachtwagens in met een snelheidsverschil waarmee je ze normaal in tegen komt…

In 2001 kwamen er trouwens alsnog een internationaal gentlemens agreement tussen motorfabrikanten: de topsnelheid werd vanaf dat moment beperkt tot maximaal 300 en het getal 300 stond ook niet meer op de analoge kilometertellers. Ik vond dat destijds toch een knieval naar de middelmatigheid. Bovendien werd de Hayabusa door deze hele discussie vooral gezien als motor die héél hard kon, terwijl zijn werkelijke kwaliteiten werden vergeten. Het was juist in zijn geheel een verschrikkelijk goede motor, die zoveel meer kon dan 300 rijden. Hij reed subliem, was comfortabel, stuurde erg goed (zeker gezien zijn 264 kilo), was betrouwbaar en ook nog eens super-zuinig! Met zijn aanvankelijke 175 pk haalde hij moeiteloos meer dan 1 op 20 en had hij zulke gecultiveerde draai-eigenschappen dat het terugkijkend eigenlijk heel vreemd is dat Suzuki er niet veel meer mee heeft gedaan. Een GT-versie met iets gematigder uiterlijk, grotere kuip, verstelbare ruit en wat bagagemogelijkheden zouden nu, achttien jaar na dato, de handen nog steeds op elkaar krijgen!

Eric Bulsink, hoofdredacteur MotoPlus

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws