Reizen Riding Reporters (3) – Uruguay/Argentinië
Het is niet moeilijk om een route te kiezen, want veel wegen zijn er niet. Evenals overnachtingsmogelijkheden. In Brazilië waren overal talloze hotels, hostels en B&B’s, maar in Uruguay moet je één van de spaarzame steden in om een slaapplek te kunnen vinden. Het asfalt is redelijk en er is nauwelijks verkeer op de weg. Dat verandert echter direct als we de hoofdstad inrijden, waar bijna de helft van de complete bevolking woont. Uruguay is net als Nederland tolerant naar cannabisgebruik en homoseksuelen. Het heeft slechts 3,5 miljoen inwoners, maar is nog steeds vier keer zo groot als ons land.
Na drie maanden samen reizen, zit Lia’s tijd er op en zwaai ik haar met enige weemoed uit op het vliegveld van Montevideo, om er vijf uur later Carli op te halen. Reisgenoot voor deel twee van het avontuur. Nadat Carli en ik een tijdje in Montevideo hebben verbleven, waar ik een reportage over een bijzondere gevangenis maak, gaan we richting Punta del Este en Punta del Diablo, om nog wat meer van het land te zien.
Montevideo is de enige grote stad en de rest van het land oogt leeg en verlaten. Punta del Este is een luxe beachresort voor de jetset en na onze KTM’s vastgelegd te hebben in het kunstwerk van de reuzenhand, waarvan enkel de gigantische vingers boven het zand uitsteken, rijden we van daaruit door naar Punta del Diablo. Een veel ruiger kustplaatsje waar een heerlijk relaxte sfeer hangt. We willen de route voor ons en de KTM’s wat uitdagender maken en proberen offroad routes te vinden. Dat lukt met een zogeheten ‘panoramische route’. Hier komen we helemaal geen andere weggebruikers meer tegen en rijden over verhard zand tussen beboste heuvels door. Beter dan de snelweg, maar een uitdaging is het zeker niet. We hebben genoeg gezien van Uruguay en steken vanuit Colonia del Sacramento per ferry over naar Buenos Aires, de hoofdstad van Argentinië.
Snel, snel, snel, dan kunnen we met de eerst volgende ferry mee die over een kwartier vertrekt. We staan bij het loket, maar Carli heeft te weinig geld voor een kaartje en moet pinnen, maar de automaten werken niet mee. Dan geeft een oudere dame, waar we mee in gesprek zijn, het missende bedrag van omgerekend 17 euro aan ons. Zomaar voor niets. Daarnaast waarschuwt ze ons voor Buenos Aires en geeft ze de wijk door waar we het beste kunnen verblijven. Ze heeft zelf een kunstwinkel in Montevideo en gaat nu bij haar zoon op bezoek in Buenos Aires. Zodra ze met pensioen gaat, is ze van plan om een camper te kopen en te gaan reizen. Fantastisch voorbeeld, zo’n vrouw. Ik hoop dat ik ook zó oud mag worden!
Overweldigende verkeersdrukte is het eerste wat we van Argentinië meekrijgen, nadat we van de ferry rijden. Maar wat dankbaar zijn we voor de TomTom, die moeiteloos de weg vindt, zelfs in een reusachtige wereldstad als deze. Al maak ik ook dagelijks even dankbaar gebruik van mijn landkaarten. Onderweg naar een hostel in de juiste wijk, passeren we de ene motorzaak na de andere. Zo ook een grote KTM zaak, waar we uiteraard een bezoekje aan brengen. De duurste motoren staan op straat te pronken. Buenos Aires lijkt wel een motorwalhalla! Onmogelijk dat het hier een probleem zou zijn om onze versleten banden na 17.000 kilometer te laten vervangen. Dat klopt, maar prijzig zijn onze nieuwe banden wel: 625 euro per set per motor! Het is niet anders, veiligheid voor alles en we hebben nog zo’n achtduizend kilometer te gaan, waarvan een derde offroad zal zijn.
Voor het eerst in mijn leven raak ik mijn stem kwijt,het gevolg van even proeven aan het bruisende nachtleven van Buenos Aires. Overdag genieten we ook van de mogelijkheden die deze wereldstad biedt: we bezoeken musea waaronder het MOMA en struinen door het historische centrum. Na een paar dagen is het tijd om het eerste laagje rubber van onze nieuwe banden te slijten en meer van dit op zeven na grootste land ter wereld te ontdekken!
Fel verlichte oranje wolken die wel in brand lijken te staan. Paars in roze overvloeiende lucht, wanneer ik in mijn spiegels kijk. Ik kan niet kiezen waar naar te staren. Het is allemaal zo overweldigend mooi. Vooral niet vergeten om ook nog op de weg vóór mij te letten misschien… Het is de eerste keer sinds ons vertrek uit Montevideo en het verblijf in Buenos Aires, dat we tijdens zonsondergang nog op de motor zitten. We hebben met Kerst het schiereiland Valdes bezocht, waar we tussen de zeeleeuwen hebben gesnorkeld. Daar hebben we besloten om met een omweg richting Ushuaia, de meest zuidelijke stad ter wereld, te rijden. Dit in de hoop de beruchte hevige wind te omzeilen, die in staat is ons met motoren en al letterlijk van de weg te waaien. Genieten is het, terwijl we op onze motoren door het Grand Canyon-achtige landschap van Ruta 25 rijden. Met de kustzijde in onze rug steken we dwars over naar de westkant van Argentinië, om daar verder af te dalen via de beroemde Ruta 40 en aansluitend het laatste gedeelte van Ruta 3 weer op te pakken.
Helaas verdwijnen de ogenschijnlijk smeulende wolken en paarse luchten in een complete zwarte duisternis. Wat nu rest is volledige concentratie op de middenstreep van de weg, de enige indicatie voor het aflezen van het verloop van de bochten. Lantaarnpalen of kattenogen op de weg zijn er namelijk niet. De koplampen branden en fiks gat in de duisternis en zo kunnen we toch een snelheid van rond de 100 kilometer per uur behouden. Voor het eerst voelt het fris en ben ik blij dat we bijna in Tecka zijn. Nog slechts vier kilometer te gaan. Ineens is de felle stralenbundel van Carli’s koplamp wel erg klein in mijn spiegel. Hoe kan dat nou? Is ze gestopt? Ik draai meteen om. Wanneer ik vlakbij ben, zie ik haar motor midden op de weg liggen en staat ze met een vrouw naast haar in de berm. Ze is onderuit gegaan door een lekke voorband. Zelf is ze gelukkig in orde. Tweede prioriteit is om de motor zo snel mogelijk overeind en naar de kant te krijgen. Ik krijg hulp van een man. Het stel vertrekt vervolgens zo snel als ze gekomen zijn, terwijl er een touringcar achter ons is gestopt. De chauffeur belt een ambulance en de politie en ondertussen mogen we in zijn bus wachten, die aangenaam warm is. Veel tijd krijgen we niet om op te warmen, want de hulpdiensten zijn er binnen vijf minuten. Carli wordt meteen gecheckt en krijgt een nekkraag om. Dat ziet er behoorlijk naar uit, maar wel goed dat ze voorzorgsmaatregelen nemen. Mij vertellen ze dat de brandweer haar motor zal ophalen en bij het ziekenhuis zal afzetten, waar ik ook naar toe moet komen. Eerst echter moet ik nodig tanken en we spreken af dat de ambulancechauffeur, na Carli te hebben afgezet, mij ophaalt bij het pompstation.
Zo gezegd, zo gedaan. Het ziekenhuis oogt nieuw en opvallend leeg. Wanneer ik daar aankom zijn de arts en Carli haar röntgenfoto’s aan het bekijken. Het lijkt er sterk op dat ze maar wat blij zijn dat ze een patiënt hebben, waar ze al hun apparatuur op los kunnen laten. Carli heeft nergens last van, bovendien valt er ook geen schrammetje te bespeuren op haar. Toch willen ze dat ze een nacht in het ziekenhuis blijft ter observatie. Voor mij staat er ook een bed in de kamer klaar, en we hebben onze eigen badkamer. Eigenlijk komt deze gratis overnachtingsplek erg goed uit, want Tecka is een kleine plaats en het is inmiddels bijna twaalf uur. Bovendien zijn we al vijf dagen door ons contant geld heen en kunnen we alleen betalen met onze passen, wat hier op veel plekken vaak niet eens mogelijk is. En dat is het mooie aan Argentinië, de gezondheidszorg is hier gratis. Eerder in Puerto Piramides had ik al twee keer het ziekenhuis bezocht in verband met twee ontstoken ogen, een ontstoken keel en dichtzittende oren. Toen ik daar wilde afrekenen bleek dat alles gratis was, van consult tot recept en medicijnen aan toe. Prima geregeld!
De volgende ochtend krijgen we nog ontbijt op bed en komt er om negen uur een monteur langs om de binnenband te vervangen. Dezelfde politievrouw die ons gisterenavond heeft geholpen, brengt nog een bezoek om onze gegevens te noteren. Daarnaast geeft Natalia haar eigen adres met getekende plattegrond erbij, mochten we nog iets nodig hebben.
In dit iets grotere dorp is zowaar een tankstation waar je met pinpas kan betalen. Daarnaast is ons verteld dat er ook een werkende pinautomaat zou moeten zijn. Ik ga meteen op jacht om eindelijk weer geld op zak te hebben. Maar tot mijn grote ontzetting zie ik dat het dezelfde bank is waar wij telkens niet kunnen pinnen. Ik vraag aan een voorbijganger of er wellicht nog een andere automaat is, maar helaas, dit is de enige. De moed zinkt mij in mijn motorlaarzen. We hebben geen enkele peso meer op zak en hebben zelfs al geld moeten lenen voor brandstof van een behulpzame politieagent in een eerder dorpje, anders waren we überhaupt nooit in Tecka gekomen. Hij vertelde ons dat we na Tecka weer een hele poos alleen maar met cash kunnen betalen bij de pompstations. We zitten hier dus letterlijk vast. We kunnen niet eens de monteur betalen. Sterker nog, we kunnen zonder geld niet voor- of achteruit, of zelfs hier blijven…
Onze enige optie blijkt om honderd kilometer omhoog te rijden naar een grotere stad waar meerdere banken zijn. Ik rijd daar naar toe met alle passen in de aanslag, om zoveel mogelijk te pinnen voor de rest van de route. Ondertussen kan Carli nog wat rusten in het ziekenhuis. Ik geniet van dit mooie stukje van Ruta 40 en kom vrij snel in Esquel aan. Ik vraag meteen naar een pinautomaat en schrik als ik wederom dezelfde bank zie. Maar hier zijn er nog meer banken, daar moet er toch minstens één van werken. Warempel: uit de derde en laatste automaat komt geld. Ongelooflijk hoe afhankelijk je bent van een werkende pinautomaat en hoe fijn het is om weer contant geld op zak te hebben. Snel terug naar Tecka.
Daar aangekomen is de motor weer klaar voor vertrek, net als Carli. Maar ondertussen is het al weer vijf uur. Het is tot een uur of half tien licht, dus we kunnen nog wat kilometers maken. Toch lijkt het me beter om vandaag maar vroeg te eten en op tijd naar bed te gaan, om de volgende ochtend te vertrekken. Eerst moeten we de monteur nog opsporen om hem te betalen. Hij blijkt de man van Natalia te zijn en hij wil ook Carli’s afgebroken rechterspiegel nog maken. Dat duurt echter een poos, hij gaat er meerdere keren met de auto voor op uit en staat zelfs te lassen in zijn tuin. Als ik vraag bij welke plaatsjes we kunnen overnachten, kan dat nergens behalve bij Perito Moreno, wat nog zo’n zeshonderd kilometer rijden is. Inmiddels is Natalia ook thuis gekomen en biedt meteen aan dat we bij hun mogen blijven logeren. Wat een lieve mensen. We krijgen ook nog avondeten, mogen een was doen en hoeven niets te betalen voor de reparatie, op de nieuwe binnenband na.
De volgende ochtend gaan we op tijd op pad. We maken al een aantal dagen meer dan vijfhonderd kilometer per dag, dit in de hoop Oud & Nieuw te kunnen vieren met een Duits stel in Ushuaia. Zij reizen op de fiets door Zuid-Amerika. Op de verlaten uitgestrekte vlaktes in Patagonië, waar we zo nu en dan moeten uitwijken voor guanaco’s(groot soort lama’s), struisvogels en gordeldieren, komen we meer reizende fietsers tegen dan motorrijders. De laatste ochtend komt de regen echter met bakken uit de hemel vallen. We twijfelen of we dat gaan trotseren, of in het hotel blijven en een hoop foto’s en video’s zullen bewerken. Maar hoe mooi is het om Oud & Nieuw te vieren op ‘het einde van de wereld’ met goed gezelschap?
Gewapend met thermokleding, fleecevesten, alle lagen van het motorpak en daar overheen het regenpak, vertrekken we voor de laatste zeshonderd kilometer, inclusief twee grensovergangen en een oversteek met een ferry. Goede kleding maakt alle verschil, want eigenlijk is het prima te doen zo. Daarnaast hebben we geluk, want na een uur klaart het weer op en wordt het droog. We gaan de grens over van Argentinië naar Chili, om zo’n 150 kilometer later weer in Argentinië terug te keren. De enige manier om in Ushuaia te komen. Helaas duurt deze grensovergang erg lang en moeten we tot vier keer toe bij een loket in de rij staan. Van een Belgisch stel dat met een Namibische camper reist, horen we dat ze verschillende motorrijders zijn tegengekomen die daadwerkelijk van de weg zijn gewaaid en niet verder konden. Ontzettend blij zijn we met onze weloverwogen omweg. Nu hopen dat we het laatste gedeelte ook nog geluk met de wind hebben.
Omdat de tankstations zo spaarzaam zijn in Argentinië benutten we iedere kans om te tanken en maken we iedere dag gebruik van onze jerrycans. We nuttigen om negen uur onze avondmaaltijd van chips en cola op een trap in een van de weinige kioskjes die nog open is. Volgens de TomTom zouden we om kwart voor twaalf in Ushuaia moeten arriveren. Wij denken dat we de laatste tweehonderd kilometer makkelijk in twee uur kunnen rijden, maar iedere Argentijn zegt dat het drie uur kost. Wat een groot voordeel is, is dat het hier om half elf nog steeds vrij licht is. Uiteindelijk valt de nacht rond elf uur in en kunnen we nog maar tachtig kilometer per uur rijden. Het laatste stuk van Ruta 3 lijkt prachtig, maar helaas krijgen we nauwelijks wat mee van de bergachtige weg in het donker. Het is vermoeiend, want je kan niet ver zien door de haakse bochten langs de rotswanden. Ondertussen tikt de klok genadeloos door. Kwart voor twaalf aanschouwen we een zee van lichtjes in het donker, de zuidelijkste stad ter wereld, ook wel het einde van de wereld genoemd: Ushuaia! We stappen van de motoren af, precies op het moment dat de sirenes het nieuwe jaar inluiden!
HET PROJECT
EEN GEVANGENIS ALS DORP, DÁT WERKT!
Santiago, 29 jaar, is één van de zeshonderd gedetineerden die in de Punta de Rieles-gevangenis verblijft. Hij zit een straf uit van zes jaar en heeft er drie achter de rug. Deze strafinrichting verschilt enorm van andere Uruguayaanse gevangenissen en functioneert als een klein dorp. Gedetineerden kunnen hier namelijk een lening ontvangen om een eigen bedrijf op te zetten, of te studeren, sporten, boodschappen doen, buiten lopen en zelfs na goed gedrag nachtbezoek te ontvangen. De bewaking is minimaal en bestaat uit maatschappelijk werkers. Daarnaast zijn bezoekers van buitenaf welkom, ze kunnen hier onder meer naar de kapper, uit eten of een tatoeage laten zetten. Santiago zit vast omdat hij aan de drugs was geraakt nadat zijn vrouw hem verliet, en toen een gewapende overval heeft gepleegd. Hij heeft een verzoek ingediend om antropologie te studeren en geeft als gitaarvirtuoos les aan medegevangenen.
In 2012 kreeg Luis Parodi, directeur van Punta de Rieles-gevangenis, de vrije hand om te experimenteren met zijn idee voor een ‘gevangenisdorp’. Dit naar aanleiding van een vernietigend VN-rapport uit 2009, waarin werd gesproken van overbevolkte gevangenissen waar veroordeelden tot 24 uur opgesloten zaten en veelal gewelddadig werden onderdrukt door gevangenisbewakers. De Uruguayaanse overheid startte in 2010 een grootscheepse hervorming gericht op resocialisatie en humanisering van het gevangeniswezen. Zo kwam het dat Parodi de mogelijkheid kreeg om zijn jarenlange ervaring en ideeën in de praktijk te testen. Inmiddels blijkt dat zijn ‘gevangenisdorp’ werkt. Het percentage recidivisten van deze instelling ligt op 3%, een enorm contrast met het landelijk gemiddelde van maar liefst 50%. Een bakker, een restaurant, een kapper, een houtbewerker, een tattoo artist, een organische tuin en zelfs een konijnenfokkerij. Het zijn slechts enkele voorbeelden van de gestarte ondernemingen.
Mede mogelijk gemaakt door het Postcode Loterij Fonds van Free Press Unlimited.