David Lemereis – 4-seizoenen outfit
Voor zijn avontuurlijke motorreizen is David op zoek naar de ultieme motorkleding. Kleding die beschermt, die ventileert en die hem droog houdt. Bestaat zijn ideale motorpak wel, of komt hij van de regen in de drup thuis?
Iedere keer als ik weer een motorrijder in een T-shirt, korte broek en gympies over de weg zie rijden, dan lopen de rillingen over mijn rug. Vroeger of later maak je een keertje een schuiver of wordt je over het hoofd gezien door een andere weggebruiker. Dan kan zelfs een klein schuivertje bij 10 km/uur je zonder beschermende motorkleding duur komen te staan. Voor mij was vijf minuten motorcrashes bekijken op YouTubein elk geval genoeg om mij volledig te overtuigen dat T-shirts en korte broeken op de motor niet samengaan met liefde voor je huid…
Ik ben dan ook een – op zijn Amerikaanse gezegd – ATGATT-typje geworden. En ATGATT staat voor: All The Gear All The Time. Dus of ik nou de hele dag ga rijden of ik moet slechts tien minuten verderop een boodschapje doen: ik draag altijd minimaal een helm, handschoenen, laarzen en compleet, huid bedekkende motorkleding met valbescherming. Zelfs tijdens mijn 35°+ allroad-reis vorig jaar in Spanje wilde ik niet toegeven aan de verleiding om mijn motorpak maar uit te laten.
De ATGATT-filosofie heeft mijn huid in elk geval tijdens de dozijn kleine allroad-valpartijen tot dusverre altijd gespaard. Maar dat kan ik echter niet zeggen van mijn portemonnee: ik heb ondertussen een klein fortuin uitgegeven aan motorkleding, met name omdat klimaatbeheersing op de motor een enorme uitdaging is, zeker als je inspannend allroad rijdt met regelmatig onverharde paden waar het tempo laag ligt en er dus geen rijwind-koeling is. Bovendien ben ik daarbij ook nog een bovengemiddelde zweter, en dat maakt het er niet eenvoudiger op om mijn ultieme motorpak te vinden.
Kortom: ik ben nog steeds op zoek naar het ultieme motorkleding systeem voor mij. Je weet wel: een pak dat warm is bij 2 graden, ventileert bij 37 graden en dat je bij een hete, zomerse onweersbui van buiten droog houdt, terwijl het ondertussen wel lekker ademt zodat je niet kletsnat wordt van het zweet. Bovendien moet het pak ook bescherming bieden. Als je valt moet het niet alleen je huid beschermen, maar ook de klappen op je ledematen opvangt met comfortabele zittende, flexibele CE-gekeurde nanotech knie-, heup- rug-, ellenbogen- en schouderprotectoren….
Het vierseizoenenpak dus, waarvan ook ik ondertussen door schade en schande wij geworden ook wel weet dat een dergelijk pak in de marketing-brochures wel bestaat, maar in werkelijkheid een illusie blijkt. Nog geen twee jaar geleden, toen ik voor het eerst in 35 jaar weer begon met motorrijden, dacht ik het ultieme allroad-motorpak voor alle omstandigheden gevonden te hebben. Ik had namelijk een Rev’it Defender Pro GTX jas en broek gekocht voor een dikke duizend euro. Dit prachtige, kwalitatieve hoogwaardige, maar ook dure allroad-pak bestaat zoals vele pakken uit een broek en jas met een ruim aanbod aan ventilatie-mogelijkheden, CE gekeurde protectoren en een waterdichte, uitneembare ademende binnenvoering. Het stoere, mooie pak leek dè oplossing voor al mijn motorrij-situaties en ik was er na de aankoop ook behoorlijk blij mee.
Maar na twee maanden wist ik dat een dergelijk pak niet aan mijn vierseizoenen-verwachting voldeed. Als bovengemiddelde zweter is dit pak al snel te heet voor me. Zeker bij terreinrijden. Boven de 18° moet de waterdichte binnenvoering er helemaal uit en moeten alle ritsen en flappen al open. En als het nog een paar graden warmer wordt, stoom ik helemaal gaar. Ik weet het: dit heeft vooral met de warmtehuishouding van mijn eigen lichaam te maken, die ervoor zorgt dat ik overmatig zweet. Daar kan geen enkele fabrikant tegenop, hoewel de marketingafdelingen van de motorkledingfabrikanten je dat wel willen doen geloven.
Een uitneembare, waterdichte voering leek mij in de eerste instantie ook ideaal, maar na een paar ritjes bleek dat eigenlijk superonhandig. Als het te warm is wil je de water- en winddichte voering er uit halen, maar als het dan gaat regenen onderweg, moet hij er weer in. En daar sta je dan langs de snelweg op een parkeerplaats in je onderbroek op je sokken die ontzettend onhandige Gore-Tex binnenvoering eruit te ritsen. Al die ritsjes zijn priegelig klein en onhandig. En dan heb ik het nog niets eens over het bij een onverwachte stortbui er weer inritsen van zo’n binnenvoering in de broek en de jas. Bovendien blijkt de buitenlaag van dit soort kleding zich behoorlijk vol te zuigen met water, omdat dat water pas in de tweede ingeritste laag wordt tegengehouden. Mocht je dus zelf droog blijven in je pak, dan nog kom je in regenbui zeiknat aan in een café, waar je druipend een plas water onder je stoel veroorzaakt. Het duurt ook vaak uren en zelfs bijna dagen voordat zo’n doorweekt buitenpak eindelijk weer helemaal droog is. Inmiddels weet ik dat je zo’n pak dus ook van buiten regelmatig moet impregneren om ervoor te zorgen dat het meeste water al van de buitenlaag afrolt. Maar ook dat blijft een lapmiddel.
Bovendien ben ik ook gaan twijfelen over de werkelijke bescherming die de comfortabele CE-gekeurde heup-, knie-, ellenboog- en schouderprotectoren bieden. Die zitten namelijk aan de binnenkant van het pak, in hun eigen binnenzakjes gestopt. Als het pak dus ruim valt, zouden die bij een val zomaar opzij kunnen schuiven en dus mogelijk de klappen minder goed opvangen als je eigenlijk zou verwachten. Gaandeweg ben ik er inmiddels van overtuigd geraakt dat protectie direct op je lichaam, zoals bijvoorbeeld met een compleet nauwsluitend protectievest onder je motorpak, een betere optie is.
Om een lang verhaal kort te maken: ruim anderhalf jaar later hangt dit pak vooral thuis aan mijn kapstok te wachten op de koel tot koud weer. Ik vind het namelijk ondanks al mijn kritiek een prima herfst- en winterpak. Zolang ik de waterdichte Gore-Tex binnenvoering er in elk geval maar niet uit hoef te halen. Verder heb ik ondertussen alle protectoren er ook uitgehaald. Ik rij nu met een protectorvest, in mijn geval een Leatt 3DF AirFit compressievest, die strak als een tweede huid alle flexibele CE-gekeurde protectoren keurig op de plaats houden en ze bij een schuivertje dus op de plekken blijven zitten die beschermt moeten worden. Daarnaast draag ik ondertussen ook losse kniebraces annex knie-protectoren, die je dus eerst om je been vastzet met klittenband, om daarna de motorbroek zonder protectoren pas aan te schieten. En om het helemaal compleet te maken rij ik ook met een nekbrace.
Met andere woorden, ik heb het Zwitserse zakmes-principe (lees: een alle-seizoenen-alles-in-één concept) helemaal achter me gelaten en heb nu verschillende pakken voor verschillende jaargetijden. Het protectorvest en de nek- en kniebraces gebruik ik daarbij altijd: die kan ik zowel met mijn Rev’it winterpak dragen, als met mijn Klim Dakar Pro doorwaaipak die ik nagenoeg bij alles boven die 15° C draag. Dat pak heeft nog steeds een lagensysteem, maar wel eentje die van buiten naar binnen werkt en niet andersom. Gaat het regenen of is de wind te koud, dan trek ik er een minimalistische, lichtgewicht Klim Traverse Gore-Tex regenjas (met ventilatieritsen) over aan, plus een eenvoudige Rev’it regenbroek. Hoe simpel kan het zijn?
Betekent dat mijn eigen modulaire lagensysteem met al die ultramoderne materialen dus ook de ultieme ATGATT-oplossing is? Nee, verre van dat zelfs. Het blijft gedoe om steeds de buitenlagen aan en uit te doen en nog steeds worstel ik ondanks het doorwaaipak met oververhitting op hete dagen. ATGATT is voor mij dus synoniem met zweten.
Bovendien kwam ik er tot mijn grote spijt recentelijk ook achter dat veel motorkleding onze huid in een val waarschijnlijk ook veel minder beschermt als we verwachten. Australische wetenschappers onderzochten dat namelijk in een lab-setting: leer, de spijkerbroekstof Denim, een motorspijkerbroek versterkt met kevlar en veel moderne synthetische materialen die je onder allerlei namen tegenkomt in motorkleding werden volgens EU-normen getest op een schuurband die het glijden over asfalt simuleert. De resultaten waren onverwacht schokkend. Een motorspijkerbroek versterkt met kevlar hield het zo’n zes seconde uit voordat het doorschuurde. En leer het volgens de onderzoeker tot 13 seconden uithouden, al is de materiaalsterkte hiervan erg variabel omdat de kwaliteit, de dikte en het gebruikte leertype veel kunnen verschillen. Let wel: dit zijn dus wel puntbelastingen in een laboratorium: in de praktijk zal bij een val eigenlijk nooit één vierkante centimeter 13 seconden lang de kracht moeten opvangen. Of je moet een MotoGP-racer zijn die zittend op zijn gat honderden meters verder glijdt. Opmerkelijk was dat veel synthetische materialen in motorkleding het nog geen seconde vol hielden! Dat was zelfs minder lang als een gewone spijkerbroek! Met name bij een textiel-motorpak zijn de onderliggende beschermingslagen of de CE-protectoren dus extra belangrijk! De beelden in de video spreken voor zich en zijn ontluisterend, zie https://tinyurl.com/yb4q7xon en https://www.youtube.com/watch?v=2d4MoDpgf1I.
Desondanks blijft ook een seconde bescherming meer als geen enkele seconde respijt voor je huid. Gisteren nog viel ik tijdens het trialen met een snelheid van nog geen 5 km/uur met mij knie op een betonnen plaat. Geen centje pijn, want ik droeg kniebeschermers die het nut van mijn moto maar weer eens bewezen: zweet of geen zweet, All The Gear All The Time.