Warmdraaien 14/2012
Na anderhalve dag te hebben doorgebracht in de paddock van de Asser TT, zat ik tijdens de wedstrijd zelf op de allerbeste plek: op de tribune dus. Nadat je van de aankoopprijs van 96 euro bent bekomen, ga je zo’n gereserveerd zitplekje met super-uitzicht toch waarderen. Geloof me, er kan in Assen geen VIP- of paddockpas op tegen een gewoon ‘bewijs van toegang’, omdat je aan de buitenkant van de baan de races veel beter ‘ondergaat’. Na de Haarbocht, Strubben (nieuw en oud) en Ossebroeken zat ik nu vorstelijk in de GT-bocht: vak CF rij 20 plaats 32. Helemaal bovenaan dus, een magnifiek plekje met veel overzicht, want je kunt er niet alleen de hele start volgen, maar ziet ook nog iets van de Strubben, Veenslang en Ruskenhoek, om even later de coureurs op hoge snelheid op het randje van hun banden uit de Ramshoek te zien komen om de altijd voor spektakel zorgende GT-bocht in te duiken. Geloof mij maar: dit ene stoeltje is de enige echte VIP-plek van het hele circuit!
Ik heb me dus kostelijk vermaakt, waarbij ik de Red Bull Rookies Cup misschien wel de allerleukste klasse van de 82e TT vond. Prachtig, al die jonge knapen die knokken voor elke centimeter asfalt. Zo lig je tweede en vier bochten verder ben je weer tiende. Vooraf kreeg onze 17-jarige landgenoot Scott Deroue de favorietenrol toebedeeld, maar die kwam woensdag voor de TT al onder druk te staan toen hij op de terugweg van school naar huis crashte met zijn scooter en onder de schaafwonden aan deze TT moest beginnen. Jammer voor Scott, maar een prachtig – bijna nostalgisch – verhaal, dat oudere TT-gangers meteen doet denken aan de af en toe doldwaze acties van ons gouden trio Hartog, Middelburg en Van Dulmen in de jaren zeventig. Laten we hopen dat Scott ook in prestaties ooit kan aanhaken bij dat trio. Nu werd hij na keiharde moeizame wedstrijden vijfde en zevende en dat viel vooral hemzelf tegen, na de eerder gescoorde eerste en tweede plaatsen. Maar ik heb alle vertrouwen in zijn racetoekomst.
Tijdens zijn races realiseerde ik me ook dat het snerpende geluid van de 125 cc tweetakten in deze klasse voor een ultieme racesfeer zorgt. Dit is dus echt racen en dat gevoel kan ik maar niet krijgen van de Moto2 en Moto3. Ik wil niet zeuren en vroeger was echt niet alles beter, maar de Moto2 is in mijn ogen net teveel een supersportklasse. Gelukkig zien de machines er verschillend uit, zijn de rijwielgedeeltes top en zorgt de reglementair beperkte elektronica voor spektakel bij aanremmen en accelereren, maar ik kan maar niet wennen aan het idee van zo een relatief standaard Honda CBR600-blok in een Grand Prix-fiets. D’r mist iets, omdat de tuningsgoeroes volgens mij teveel worden beperkt door de regeltjes. En datzelfde gevoel heb ik ook bij de nieuwe Moto3. Het idee om met 250 cc ééncilinder-viertakten te gaan racen is prima, maar ook deze zijn reglementair teveel begrensd. Een beetje crossmotor maakt anno 2012 meer toeren en klinkt ook feller dan deze met de baard in de keel pratende, puberende Moto3’s, die mij zelfs deden denken aan een Mobylette met een kapotte uitlaat. Natuurlijk moeten de kosten in de hand worden gehouden en willen we volle startvelden zien, maar als je op de tribune één keer per jaar 96 euro aftikt, dan wil je ook het gevoel hebben dat je naar het absolute summum op twee wielen zit te kijken. Zoals ik dat bij de echte MotoGP dus wel heb: daarvan krijg je elke ronde opnieuw kippenvel als ze een bocht uitacceleren. Precies dat gevoel mis ik bij de Moto2 en Moto3 en daarom is die Red Bull Rookies Cup zo’n welkome aanvulling.
Eric Bulsink
Hoofdredacteur MotoPlus