Interview Cora van Nieuwenhuizen
Als Europarlementariër lijdt Cora van Nieuwenhuizen een turbulent leven. Pendelend tussen haar woonplaats Rotterdam en Brussel en Straatsburg, waar het Europees Parlement afwisselend zetelt, wordt de agenda van de VVD-politica beheerst door vele vergaderingen en lange debatten. Maar voor één ding maakt Van Nieuwenhuizen graag tijd: achterop de motor bij haar echtgenoot door Europa reizen. Als ervaringsdeskundige laat ze het ook in Brussel niet na om, wanneer nodig, de belangen van de motorrijder te verdedigen.
We spreken Cora van Nieuwenhuizen in haar appartement op de 21e verdieping van een woontoren in het centrum van Rotterdam. Het uitzicht over de havenstad is magnifiek, de trein richting Brussel stopt praktisch om de hoek en echtgenoot Bert werkt aan de overkant. De noodzaak om een auto te hebben, was er eigenlijk niet meer en dus heeft die vier jaar geleden het veld geruimd. “Bert was er wel klaar mee”, licht Van Nieuwenhuizen de keuze toe. “Te veel files. Hij heeft zich toen een grote eendelige motoroverall gekocht, waar hij zijn nette pak onder kan dragen en de schoenen gaan in de koffer. Soms staan mensen wel even raar te kijken dat hij als directeur van een bedrijf met de motor komt, maar de meesten zijn er wel aan gewend en vinden het eigenlijk wel stoer. En die enkele keer dat hij in de winter echt niet met de motor kan, redt hij zich wel met het openbaar vervoer.”
Met opgroeiende kinderen stond samen motorrijden een tijd lang op een laag pitje, maar sinds de kinderen de deur uit zijn, stapt Van Nieuwenhuizen weer vaker achterop, voornamelijk voor lange motorvakanties. De afgelopen jaren doorkruiste het stel met hun BMW K1600GTL onder andere Noorwegen, Schotland en Spanje en voor dit jaar staat er een trip naar Rusland op het programma. “Tenminste, als het met het visum gaat lukken”, lacht Van Nieuwenhuizen. “Een aantal Europarlementariërs is niet langer welkom in Rusland. Nu zal dat bij mij wel meevallen, maar je weet het niet. Als je geen visum krijgt, kom je er niet in, zo simpel is het. Maar als het allemaal goed gaat, staat Sint Petersburg in ieder geval op het programma. En als we tijd over hebben, proberen we ook Moskou mee te nemen. Maar Rusland zal wel meer een uitdaging worden dan onze andere motorvakanties, meer vooraf plannen waar we gaan overnachten bijvoorbeeld.”
Ondanks dat haar man al sinds zijn achttiende ononderbroken motor rijdt, heeft Van Nieuwenhuizen het motorrijbewijs zelf nooit gehaald, al is de aandrang er zeker wel geweest: “Meerdere keren zelfs, maar uiteindelijk heb ik het niet gedaan, omdat ik dan het gevoel van samen op pad gaan ga missen. En ik ken mezelf een beetje, want als ik dat rijbewijs zou hebben, stap ik nooit meer achterop. Dat hoor je ook van iedereen. Nee, achterop zitten is voor mij het ultieme gevoel van loslaten en je helemaal aan iets overgeven. Dat heeft ook wel wat, vind ik. Bovendien zit ik als een echte ‘queen’ achterop die BMW. Wat een comfort! En ik heb op vakantie alles bij me wat ik nodig heb. Voor dames is het misschien wel even puzzelen wat je mee kunt nemen met een beperkte ruimte, maar ik kan me altijd goed redden. Wat dat betreft is motorrijden veel comfortabeler geworden.”
Alle comfort ten spijt wordt er deze zomer ook nog ouderwets gekampeerd, op het eiland Man tijdens de TT-races. “Het racevirus is paar jaar terug overgeslagen via een neef van me, die een soort manusje van alles was bij een raceteam. We zijn toen ook in Cadwell Park geweest in Engeland, dat circuit waar die gigantische sprong in zit. En nu dus Man. Dat lijkt me een geweldig spektakel om mee te maken. Vorig jaar augustus hadden we de knoop doorgehakt, maar toen was er al geen hotelkamer, Air BnB of klein kamertje meer te vinden. De enige optie was een klein tentje meenemen, waarmee we in een weilandje kunnen staan. Maar we zien het wel. We zijn er in ieder geval bij en gaan lekker sfeer proeven! Daarbij, en ook tijdens vakanties trouwens, blijft het altijd heel bijzonder om te ervaren hoe makkelijk je contact legt met andere motorrijders. Dat is haast een familiegevoel.”
Dat familiegevoel maakt dat de motorrijder tijdens haar politieke werk altijd wel een plek in haar achterhoofd heeft als het om verkeerstechnische kwesties gaat. Dat was al zo tijdens haar periode als Gedeputeerde voor de provincie Noord-Brabant, waar ze onder andere verkeer en vervoer in haar portefeuille had. “Bij reconstructies van wegen heb ik destijds altijd benadrukt om ook rekening met motorrijders te houden. Aan de ene kant door toepassing van de ‘vergevingsgezinde berm’ met struiken in plaats van een keiharde vangrail, maar ook middels het kweken van bewustwording onder medeweggebruikers. Ik vind het persoonlijk heel belangrijk dat een rijinstructeur tijdens een autorijles ook aandacht besteedt aan motorrijders. Leer cursisten maar om in de file rekening te houden met motorrijders, ruimte te maken en op tijd in de spiegels te kijken. Daar mag echt meer aandacht aan worden besteed. Het zou heel goed zijn als politici eens achterop stappen bij een motorrijder, maar ook dat een motorrijder bijvoorbeeld eens in een vrachtwagencabine stapt. Zo kweek je onderling begrip. Basisscholen zouden daar ook een rol in kunnen spelen. Er is vast wel een vader te vinden die vrachtwagenchauffeur is of een motor heeft. Parkeer die truck of motor tijdens een verkeersles bij school, laat de kinderen er in of op zitten en vragen stellen. Dat vinden ze prachtig en het is volgens mij honderd keer effectiever dan iets met een boekje doen.”
Als Europarlementariër kijkt van Nieuwenhuizen uiteraard bij voorkeur over de eigen landsgrenzen als het om beleid en richtlijnen gaat. Waar veel mensen dat op verschillende gebieden als ongewenste bemoeienis vanuit Brussel ervaren, zijn bepaalde verkeerstechnische vraagstukken in de nabije toekomst volgens haar niet op te lossen zonder tussenkomst van ‘Europa’: “Neem de zelfrijdende auto, die gaat er komen. Dan zullen er tussen alle Europese landen zaken op elkaar aangepast moeten worden. Dan kunnen zaken niet per land anders geregeld zijn. Dat zal hoe dan ook geharmoniseerd moeten worden. Die regelgeving is nu nog steeds een bevoegdheid van de landen zelf. Er wordt natuurlijk wel gekeken naar hoe je iets grensoverschrijdend doet, maar dat gaat dan eerder over regels in zijn algemeenheid. Ook daar kan op een goede manier meer worden geharmoniseerd, als het om verkeersborden met tekst gaat bijvoorbeeld. Als je bij Maastricht Nederland komt binnenrijden, is een van de eerste borden die je ziet: ‘Over 300 meter ritsen’. Je zult maar uit Spanje komen. Ritsen? Als je het dan in een woordenboek opzoekt, weet je nog niets. Met zoveel buitenlandse chauffeurs op de weg is het eigenlijk heel raar dat we dingen nog met Nederlandse woorden proberen duidelijk te maken, zeker zo’n bord als ritsen. Het zou voor iedereen veiliger en duidelijker zijn als je alles met internationale symbolen doet. Daar heeft iedereen profijt van, ook motorrijders uiteindelijk.
Van Nieuwenhuizen heeft een redelijk uitgesproken mening over verkeerskwesties en ook over de positie van de motorrijder daarin. Tijd om haar een aantal kwesties voor te leggen, die al een aantal jaar hete hangijzers zijn onder motorrijders. Hoe kijkt zij daar met haar Europese motorbril tegenaan?
Het getrapte motorrijbewijs
“Dit is een geval van de goeden, of verstandigen in dit geval, die lijden onder de kwaden. Mede door het gegeven dat zware motorongevallen vaak eerder het nieuws halen dan een auto-ongeluk, is het in de perceptie van heel veel mensen verstandig om motorrijders tegen zichzelf te beschermen en zeker de jongeren. De meeste mensen die een rijbewijs halen, doen dat toch jong. De man die in zijn midlife crisis een rijbewijs haalt, is vaak eerder een choppertype dan een laagvlieger. Ik vind het niet leuk, maar wel verdedigbaar. Voor de autocategorie is om die reden ook het puntenrijbewijs ingevoerd. Statistisch gezien keren verzekeraars het meeste uit in de leeftijdscategorie onder 25 jaar, daar zitten dus de brokken. Alles bij elkaar is het misschien niet ideaal voor degene waar het om gaat, maar het is ook weer niet zo dramatisch om te zeggen laat het allemaal maar vrij.”
De motor als oplossing voor het fileprobleem
“De motor zou voor een deel een oplossing van het fileprobleem kunnen zijn, al is daar te weinig aandacht voor. Ik denk ook dat heel veel mensen niet weten hoe comfortabel het tegenwoordig is op een motor. Dat mijn man geen auto meer wil, terwijl hij er een van de zaak kan krijgen, zegt wat dat betreft genoeg. Ook op de motor heb je tijdverlies in de file, maar je staat in ieder geval niet stil. Het wordt natuurlijk ook niet echt gestimuleerd vanuit de overheid en ook het stigma van ‘daar heb je ze weer, de orgaandonoren’ hangt voor veel mensen nog boven het motorrijden. Mensen hebben snel een negatief beeld en uiteraard ben je op een motor ook veel kwetsbaarder, maar de veiligheid is de laatste jaren ook enorm toegenomen door de komst van onder andere ABS en andere veiligheidssystemen en ontwikkelingen op kledinggebied.”
APK voor motoren
“Daar zitten twee kanten aan, zoals altijd. Ik zou wel eens in de statistieken willen zien hoeveel ongevallen aantoonbaar worden veroorzaakt door gebrekkig onderhoud. Over het algemeen zijn motorrijders een beetje getrouwd met hun motor. Mijn man kan prima zonder motor-APK, die merkt iedere afwijkende trilling of wat dan ook wel op. Die motor is toch een beetje zijn kindje. Maar aan de andere kant heb je de categorie, die op latere leeftijd besluit om te gaan motorrijden, er eigenlijk niet heel veel verstand van heeft en vaak ook nog een opknappertje koopt. En vaak rijden ze ook nog maar drie keer per jaar een rondje. Dan zou een APK niet zo heel verkeerd zijn. Maar het is heel dubbel allemaal en ook weer een kwestie van de goede lijden onder de kwaden. Je moet het heel objectief bekijken. Als er aantoonbaar veel ongelukken uit voortkomen, zou je het moeten overwegen en anders moet je het niet willen. Ik denk dat de gemiddelde motorrijder veel beter weet hoe het er in technische zin met zijn motor voor staat dan de gemiddelde automobilist met zijn auto.”
Kilometerheffing voor motorrijders
“Dat hangt er vanaf met welk oogmerk je een kilometerheffing – als je die al zou willen, want de VVD is niet voor – zou willen invoeren. Er is namelijk al een kilometerheffing, die zit gewoon in je brandstofprijs. Voer je een heffing in om de file-ellende te verminderen, dan zouden motorrijders er niet onder moeten vallen, want die dragen daar niet aan bij. Als je het zou doen ter vervanging van de wegenbelasting, dan is het logisch dat een motorrijder dan ook betaalt, want hij maakt ook gebruik van de wegen en voorzieningen. Maar ik zie liever dat de kilometerheffing er helemaal niet komt.”
Tolheffingen in andere Europese landen
“Dat is moeilijk uit te leggen vanuit de Europese gedachte. Kijk, als een land zegt: ‘we willen een bepaald stuk infrastructuur terug verdienen en daar moet tol voor worden betaald’, dan is dat het goed recht van ieder land. Maar dit is wel iets anders. Ik ben er erg op tegen, helemaal zoals in Duitsland onderscheid wordt gemaakt tussen buitenlanders en de Duitsers zelf, die het tolgeld via de belasting weer terug krijgen. Dat is totaal niet rechtvaardig en gaat tegen iedere Europese gedachte in. Je moet iedere Europese burger gelijk behandelen. Dit is discriminatie van niet-Duitsers, want die gaan meer betalen. Daarover waren we ook redelijk eensgezind in het Europees parlement. Alleen de Duitsers steunden het plan in meerderheid, de rest uit andere landen was redelijk unaniem tegen. Maar Duitsland gaat het wel invoeren en dat is met name bijzonder vervelend ook voor de grensregio’s.”
Het Nederlandse BPM-stelsel
“Het is bijzonder frustrerend om te zien dat motoren, en ook auto’s uiteraard, in een ander land veel goedkoper zijn. Ons hele belastingstelsel zou eigenlijk een keer goed tegen het licht gehouden moeten worden, daar is iedereen het wel over eens. Als je wat dat betreft ziet wat nu de plannen van Groen Links zijn, wordt het er qua mobiliteit zeker niet beter op. Dan wordt alles anders dan lopen en fietsen als belastend gezien. BPM is ooit zo ontstaan, maar ik zou liever een gelijk niveau in Europa hebben. Iedere overheid maakt daar echter nog steeds haar eigen keuzes in. Aan de andere kant is het ook zo dat ons wegennet een stuk beter is dan bijvoorbeeld dat van België. Bij ons betaal je meer, maar je krijgt ook meer. Wat heb je dan liever? Lastige vraag. Ik zou graag zien dat het iets dichter bij elkaar kwam tussen de verschillende landen, maar dat zou bij ons in ieder geval niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit van de wegen. Dat moet je niet willen.”
Zelfrijdende auto’s en motoren
“Een zelfrijdende motor zie ik niet snel gebeuren, de zelfrijdende auto komt, maar daar kleven nog veel haken en ogen aan. Je hebt bijvoorbeeld te maken met allerlei ethische beslissingen, die een automobilist zelf kan nemen. Stel je moet uitwijken en aan de ene kant van de weg loopt een kind en aan de andere kant een bejaarde. Dat zijn bizarre keuzes, die een mens in een split-second maakt, maar hoe programmeer je dat in een auto of motor? Dat lijkt me bijzonder moeilijk. In het Europees Parlement wordt daar meer en meer over gesproken. De praktische zaken kun je met allerlei sensoren ondervangen, maar met onvoorziene zaken kan het toch heel anders liggen. Wat dat betreft is er nog wel een weg te gaan.”