David Lemereis – bagage
De zomer lonkt: tijd om de bagage op de motor te binden en er op uit te trekken. Maar kies je dan voor vaste ‘harde’ koffers of afneembare ‘zachte’ motortassen? David Lemereis zet de voor- en nadelen van de harde versus zachte bagagesystemen op een rijtje.
Binnenkort ga ik samen met een goede maat door de Italiaanse en Franse Alpen toeren. Net zoals ik, is mijn maat recentelijk na vele motorloze jaren weer op de motor gestapt. En de motor is er al, hij staat nu alleen nog voor de keuze of hij vaste ‘harde’ koffers of afneembare ‘zachte’ motortassen voor deze vakantie moet aanschaffen.
Niet zo heel lang geleden stond ik voor de zelfde keuze. Na het lezen van honderden van de meest uiteenlopende online-meningen over de voor- en nadelen van de bagagesystemen koos ik uiteindelijk voor motortassen. De keuze voor die tassen lag beter in het verlengde van mijn motorkeuze.
Ik had namelijk een 150 kg lichte Husqvarna 701 Enduro gekocht omdat ik graag naast heerlijke kronkelende asfaltwegen het liefst ongeasfalteerde bergweggetjes rij. En dit allroad-rijden garandeert valpartijtjes op losse stenen en split. Ik weet dus bij voorbaat al dat ik met regelmaat de motor moet oprapen en licht is dan echt beter. Aangezien kilo’s bij mijn keuze zwaar wegen koos ik dus voor motortassen, aangezien die aanzienlijk lichter zijn als een koffersysteem. Bovendien fungeren de tassen bij omvallen als een soort stootkussen, terwijl koffers dan vaak meteen echt beschadigen.
Mijn Mosko Moto Reckless 80 liter zadeltassen-systeem weegt in zijn geheel slechts 5 kg. Een gemiddeld koffersysteem weegt al snel 5 kg per koffer, plus nog eens een kilo of vier of vijf voor een draagsysteem c.q. kofferrek. In totaal kom je dan al snel aan 15 kilo leeggewicht. En dan moet de bagage er dus nog bijgeteld worden!
Helemaal eerlijk is die vergelijking niet. Mijn Mosko Moto R80 is namelijk een zadeltas-systeem die je over de buddy heen spant, zodat je verder geen bagagerek nodig zou hebben. Tenzij je dus een Husky 701 hebt, met forse, uitstekende heupen. Daardoor wilden de tassen niet mooi tegen de zijdeksels hangen en wiebelden ze. Vorig jaar loste ik dat op met een eigengebakken bagagerek, maar dat woog uiteindelijk ook weer 4,5 kilo. Maar al doende leert men: ondertussen monteer ik de tassen ook stabiel zonder dat rek.
Een kofferrek of -drager met vaste koffers biedt wel het gemak van een ‘quick-release’ waarmee je koffers heel snel aan je motor ophangt of er juist weer vanaf haalt. Super handig. Met tassen moet je meestal pielen met spanbanden en riempjes en het loshalen is veel omslachtiger. Maar oefening baart kunst: met wat vernuft kan ik de vier banden van mijn tassen nu binnen een minuut vast- of loskoppelen. Zeker als je de tassen altijd en uitsluitend op dezelfde motor gebruikt, kun je bepaalde banden ook op maat maken of zelfs vast aan de motor monteren.
Ik denk ook dat zachte tassen de kleine offroad-crashes beter opvangen. In de Pyreneeën ben ik in die eerste vakantie een keertje of twaalf ‘mild’ onderuit gegaan (omvallen dus), met als enige schade een ietwat vervormd kookpannetje. Maar de tassen zijn helemaal heel gebleven en vingen zelfs de klap voor de motor op.
Aluminium of plastic koffers hebben het dan zwaarder: die deuken en vervormen vaak bij een crash. Hoewel je aluminium koffers makkelijk kan uitdeuken zal vervorming de waterdichtheid vaak geen goed doen. Daar heb je met tassen offroad weinig last van. Ga je echter met tassen een keertje bij hogere snelheden op het asfalt onderuit, dan is de kans dat je tas doorschuurt veel groter als bij aluminium koffers. Met een beetje pech kan je je tas dan afschrijven, en wellicht ook de spullen die erin zitten, terwijl een stevige aluminium of kunststof koffer dan nog wel te repareren is.
Op de fora beschreven enkele motorrijders ook dat hun stijve koffer tijdens een val voorkwam dat ze met hun been klem onder de motor kwamen te zitten. Dat kan, maar tijdens mijn Pyreneeën-groepsreis zag ik ook de keerzijde: één van de rijders kwam met zijn wielen in een diepe geul, zette instinctmatig zijn voet op de grond neer voor balans, waarna zijn onderbeen vervolgens klem kwam te zitten tussen de rigide koffer en de geul terecht. Hij brak daarbij zelfs zijn onderbeen.
Ook heb ik tijdens mijn reis meerdere afgebroken harde koffers gezien. Waar zachte bagage altijd wel wat meegeeft en enigszins veert, daar krijgt de montage van harde koffers het vaak zwaar te verduren, zeker als je met je wielen door een diepe kuil of over een flinke steen rijdt. Bij zo’n flinke klap weegt zo’n volgepakte koffer geen 15 kilo, maar wel 50 kilo!
Daarbij zijn ‘harde’ koffers ook echt hard als je de ruimte tussen twee obstakels verkeerd inschat. Één van mijn medereizigers werd gelanceerd toen zijn breed uitstekende koffers een rotsblok raakte. Mede daarom zijn koffers die er naar achter af kunnen schuiven handig: die kunnen in geval van nood makkelijk losbreken.
Waar ik bij mijn aankoop van de tassen geen rekening mee hield, was het inpakken. De betere, moderne motortas bestaat uit een slijtvaste buitenhuls die valbescherming biedt aan de interne waterdichte roltas. Die losse roltassen zijn van een ietwat stug materiaal en vaak langwerpig van vorm met een relatief kleine opening. Dat maakt inpakken ronduit lastig. Tijdens mijn reis keek ik dus iedere morgen jaloers naar mijn reisgenoten die even de deksel van de koffers haalden om snel, makkelijk en overzichtelijk hun bagage in de rechthoekige ‘doos’ te pakken. Ik was iedere morgen beduidend langer aan het ploeteren om alle kampeerspullen weer in de tassen te proppen.
Daarentegen kan je een tas met minder bagage heel simpel oprollen en samentrekken, waardoor je spullen op zijn plek blijven en je bagage gewoon wat strakker langs de motor zit. Een grote koffer blijft een grote koffer, ook al is hij maar half gevuld. Of je moet een BMW Variokoffer hebben natuurlijk, die je via een soort harmonica-constructie een centimeter of vijf in de breedte kunt variëren.
Bovendien moet je een halflege koffer altijd opvullen of de spullen vastzetten, anders vliegt alles tijdens het rijden door de koffer heen en weer. Maar andersom is ook waar: als je onderweg iets koopt (denk aan brood, kaas en wordt voor een lunch onderweg langs dat bergbeekje, dan is dit bij koffers makkelijker in of bovenop de deksels van de koffers mee te nemen. Bij de bolle tassen is het lastiger er wat extra bovenop te knopen.
Nog een voordeel van harde koffers: tijdens het kamperen bieden ze uitstekende nevendiensten als stoel of (kook)tafel. En dat soort schijnbaar kleine bijzaken worden opeens grote luxes als je wekenlang kampeert.
Een van de meest gehoorde argumenten die pleiten voor harde koffers is dat ze afsluitbaar zijn. Een zachte tas snijden ze zo open met een stanleymes, terwijl het meer tijd kost om een kofferslot open te breken. Dat zal de gelegenheidsdief in elk geval weerhouden. Vooral als je op een camping je papieren, geld, navigatiesysteem en zelfs helm waterdicht en veilig wilt opbergen, lijken koffers beter. Maar ook hier geldt dat legio motorrijders met motortassen zonder incidenten de hele wereld over hebben gereisd. In Spanje heb ik bijvoorbeeld ook tien dagen solo gereisd, zonder enige problemen, al nam ik voor de zekerheid wel altijd mijn helm en de belangrijkste spullen mee naar binnen als ik ergens boodschappen ging doen. Toegegeven: afsluitbare koffers zijn dan beter voor de gemoedsrust.
Hoewel ik zelf dus met ‘zachte’ bagage rij, ben ik ervan overtuigd dat tassen niet beter of slechter zijn als ‘harde’ koffers. Op zijn Cruijffiaans gezegd heb elk nadeel zijn voordeel. Als ik voornamelijk op asfalt zou rijden dan zou ik zonder nadenken voor koffers gaan, ondanks dat koffersystemen meestal ook aanzienlijk duurder zijn in aanschaf. Dat laatste is de reden waarom mijn motormaatje – die voornamelijk asfalt rijdt – juist wel koos voor zijtassen in plaats van koffers. Het lagere kostenplaatje van tassen past beter in zijn budget. Zo zie je maar weer: wat voor de één zwaar telt, legt voor de ander geen enkel gewicht in de schaal…