Nieuws

WARMDRAAIEN Nr. 16/2008

Nederland is één van de allerveiligste verkeerslanden ter wereld. Voor nog meer veiligheid beland je al snel in fundamentele discussies als alle bomen in de berm kappen en nachtelijke rijverboden voor jonge bestuurders.
Toch staat verkeersveiligheid in zowel Brussel als Den Haag hoog op de agenda. De EU heeft bijvoorbeeld het onderzoeksprogramma Saferider opgestart, waarbij men elektronische hulpmiddelen wil inzetten om het motorrijden veiliger te maken. Denk bijvoorbeeld aan een afstandsdetectie (tot je voorligger), een bochtenwaarschuwing (automatische naderingssnelheid aanpassen), rijbaancontrole (signalering overschrijding witte streep) en telediagnostiek (permanente technische voertuigcontrole). Het zit nog in de onderzoeksfase, maar via de FEMA houdt de Nederlandse MAG al een vinger aan de pols. Dit soort elektronische ‘hulpmiddelen’ heeft immers een flink ‘big-brother-karakter’, waarmee je als motorrijder continu gevolgd gaat worden. Krijg je aan het eind van de maand een afrekening thuis: ‘Afgelopen maand 16 x te hard op een secundaire weg en 9 x te hard op de snelweg, maakt € 289,-‘.

Enkele dagen na deze EU-plannen, maakte onze verkeersminister Camiel Eurlings zijn Strategie Verkeersveiligheid 2008-2020 openbaar via een brief aan de Tweede Kamer alsmede een Strategisch Plan. Via internet zijn beide in te zien en ik moet zeggen dat ik blij verrast was door de reële kijk van onze minister op verkeersveiligheid en de plaats van de motor daarin. Hij streeft de komende 12 jaar een daling van een kwart van het aantal verkeersslachtoffers na: in 2020 moeten er minder dan 580 dodelijke slachtoffers en 12.250 gewonden vallen in het verkeer.
Ten eerste zal zijn beleid zich er de komende jaren op richten dat de veroorzakers van onveiligheid stevig worden aangepakt. De ‘hufters’ in het verkeer krijgen het dus zwaar en daar is niks mis mee.
Het tweede actiepunt van Eurlings is het beschermen van de kwetsbare verkeersdeelnemers, waarbij de minister de motorrijders, samen met fietsers, voetgangers, kinderen, ouderen en bromfietsers (‘hoewel brommers ook vaak veroorzakers zijn’, aldus de Minister) tot de kwetsbare verkeersdeelnemers rekent.
In het Strategisch Plan worden man en paard genoemd: de motor is steeds meer een recreatievoertuig en het aantal motorongevallen daalt al enkele jaren. Toch loopt een motorrijder 24 keer meer kans dan een automobilist op een fataal verkeersongeval. Het samenspel (of liever het gebrek daaraan) tussen motorrijders en andere weggebruikers speelt hierbij een erg grote rol: de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid wijt een kwart van de motorongevallen aan het feit dat de motorrijder geen voorrang werd verleend door een automobilist. 70% van de bij een motorongeval betrokken automobilisten zegt de motorrijder niet gezien te hebben en 70% van de motorrijders heeft de tegenpartij wèl gezien, maar verwachtte geen problemen!

Als de zichtbaarheid van de motor in het verkeer kan worden verbeterd, zetten we als motorwereld een flinke stap voorwaarts. Honda doet momenteel proeven met extra omtrekverlichting op motoren en scooters en met een systeem waarbij op de dashboards waarschuwingslampjes gaan branden als er een motor of auto in de buurt komt en de situatie gevaarlijk zou kunnen worden. Beetje vergelijkbaar met het systeem dat gebruikt wordt in de Dakar-rally en rijders waarschuwt voor snelle achterliggers.
Voorlopig moeten we als motorrijders ook de hand in eigen boezem durven steken: geen circuit van de openbare weg maken, werken aan de zichtbaarheid, goed blijven anticiperen in het verkeer en reserves inbouwen. En het liefst een ‘vluchtplan’ klaar hebben als je een kruising of splitsing nadert. Zolang men langs ons heen blijft kijken, is dat helaas pure noodzaak.

Eric Bulsink
Hoofdredacteur MotoPlus

Gerelateerd nieuws

Overig nieuws