Mijn Trots – Ruud Verhoeven en zijn Suzuki GS750T

« Terug naar Mijn Trots

De liefde voor het rijden zat er al wel, voor de auto dan, pas toen zijn huidige schoonvader in beeld kwam dwaalde Ruud Verhoeven (29) richting de motor. Schoonvader Boet Stolwijk blijkt niet alleen zelf motor te rijden, maar is ook nog eens verdomd handig. Wel zo prettig wanneer je wel bewonderaar van semi-klassiek spul, maar niet bepaald technisch onderlegd bent. Samen knapten ze deze Suzuki GS750T op. “Dit is m’n eerste en tevens ook laatste motor.”

“Natuurlijk, dat gevoel zat er altijd al wel een beetje, maar door mijn schoonvader ben ik pas echt richting de motor gegaan. Hij liet me wat foto’s zien van de motoren die hij allemaal had gehad en toen begon het toch wel echt te kriebelen. Met name door een foto van zijn oude Suzuki GS750, die voldeed precies aan het prototype beeld van hoe een motor er mijns inziens uit zou moeten zien. Een motor zoals een kind ‘m zou tekenen: groot motorblok, twee wielen en een stuur. Vrij basaal, maar precies goed. Die foto was wel het moment waarop ik dacht, zoiets zou ik zelf ook willen rijden.
Na het behalen van het rijbewijs in 2013 ben ik direct op internet gaan kijken naar wat er allemaal te krijgen is. Ik was weliswaar niet specifiek naar een bepaald model op zoek, maar wist wel heel duidelijk in welke richting ik moest zoeken. Een oudere machine, eentje die een beetje oogt als een soort oer-motor. Dus weinig kuipdelen en het blok goed zichtbaar, dat moet je kunnen horen en ruiken. Zelf ben ik echt een leek op het gebied van techniek, maar mijn schoonvader zei altijd dat je een blok moest kunnen zien, want dan weet je wat je in huis hebt. Dat heb ik toch een beetje meegenomen in mijn zoektocht. Nou ja, en zo kwam ik op Marktplaats deze GS750T uit 1983 tegen. Een Amerikaanse versie van de gewone GS750, hij stond in Bosschenhoofd met bijgaande tekst: ‘start prima, rijdt prima en remt prima’. In mijn ogen de belangrijkste factoren die het moeten doen, dus ben ik op goed geluk maar een proefrit gaan maken. Toen bleek de GS wel wat anders te rijden dan mijn les-Honda, doodeng vond ik het eerlijk gezegd. Met knikkende knieën kwam ik na een half uurtje terug, maar ik voelde wel een bepaalde chemie met de motor. Die stijl, het design, zo waanzinnig mooi dat ik die rijeigenschappen maar voor lief nam. Hij was cosmetisch duidelijk aan een flinke oppepper toe, maar je moet natuurlijk wel door het stof heen kunnen kijken. Kortom, ik heb ‘m gekocht, voor maar 800 euro.
Alhoewel maar, hij bleek toch in een wat minder goede staat dan ik in eerste instantie dacht. De motor was door iemand gekocht als basis voor een project, maar die heeft er, godzijdank trouwens, nooit wat mee gedaan. Hij had zeven jaar stilgestaan, startte inderdaad, maar daarmee was alles ook wel gezegd. Wel was ‘ie helemaal origineel, en dat was voor mij toch het belangrijkste, toch die nostalgie en dat authentieke van dertig jaar geleden. Er moest dus het nodige aan gebeuren, dus toen heb ik eerst maar eens mijn schoonvader gebeld, die is mechanisch constructeur, weet veel van motoren en hij wilde me wel helpen met dit project. Gelukkig wel, want hij was technisch zoals gezegd niet helemaal hosanna. Hij liep stationair niet lekker, de remmen moesten worden ontlucht en schoongemaakt, alle vloeistoffen waren aan vervanging toe, de ketting was op, de voorvork moest worden geservicet en ga zo maar door. Eigenlijk vooral achterstallig onderhoud, dus best te overzien. Alleen wilde ik er tussendoor wel gewoon op blijven rijden, dus hebben we het een beetje projectmatig aangepakt, gewoon telkens één ding tegelijk. En dan eerst technisch in orde maken en dan pas cosmetisch aanpakken. Allereerst hebben we ketting en tandwielen vervangen, toen een nieuwe startmotormotor gemonteerd, die was tussendoor doorgebrand, de carburateurs zijn afgesteld en ook de voorvork hebben we onderhanden genomen. Of we, vooral mijn schoonvader dan. Ik kijk voornamelijk, want ik wil alles wel heel graag leren. En uiteraard zorgde ik ervoor dat de benodigde onderdelen op tijd klaar lagen. Daar gaat best wat tijd in zitten trouwens. Kijk, je kunt bijna alles wel nieuw kopen, maar het budget was ook niet ongelimiteerd. Je gaat geen duizenden euro’s steken in een motor van achthonderd euro immers. Maar goed, bijna elk boutje is inmiddels wel vervangen en hij is technisch nu helemaal honderd procent. Er moeten nog wel wat kleine zaken gebeuren, zoals nieuwe zijdekseltjes en zo, maar nu is het nog vooral poetsen en polijsten. Daar kan ik me uren mee vermaken trouwens. Ik vind het ook mooi om te zien dat zo’n oude motor toch weer gaat blinken, dan heb je wel eer van je werk. Mijn schoonvader wil ‘m eigenlijk laten spuiten, maar dat wil ik niet, je moet wel kunnen zien dat het een oude motor is. Dat is nu juist de charme!”