Occasion: Yamaha YZF-R1
Bijna twee decennia lang al prijkt de naam YZF-R1 in Yamaha’s prijslijst. Liefhebbers van sportief rijgenot die niet de beschikking hebben over een dikke portemonnee, kunnen vandaag de dag hun vizier richten op type RN22. De ‘big bang’ R1, die vanaf 2009 op de markt is, doet vele sportharten harder kloppen, ook op de occasionmarkt!
Ondanks de elkaar relatief snel opvolgende modelupdates blijft alles in het superbikesegment heel herkenbaar. Een Fireblade is na een update altijd nog duidelijk een Fireblade, de liter Gixxer blijft de liter Gixxer, ongeacht of het nu het K1, K5 of K7- model betreft. Dat heeft voor de stamgasten in het segment één heel groot voordeel: ook na de overstap op een nieuwer model blijft veel gevoelsmatig gewoon bij het oude, herkenbaar dus. Voor R1-fans die in 2009 van de oude op de nieuwe RN22 stapten echter, ging die vlieger bepaald niet op. Dat begon al met het design: het frontje met de nogal opvallende koplampen die als een paar uitpuilende ogen de wereld in kijken, het was niet ieders smaak. En dan die achterzijde met de forse underseat eindempers, was dat nog wel helemaal state-of-the-art? Maar zoals het zo vaak gaat met design, als de eerste shock eenmaal is ingedaald, went het niet alleen best snel, het ziet er zelfs best goed uit. In ieder geval oogt het niet als een duizend-in-een-dozijn superbike en eigenlijk is er tegenwoordig niemand nog die het over het uiterlijk valt.
Maar zoals licht aangestipt, niet alleen het design was (enigszins) revolutionair, ook op technisch gebied bewandelt de RN22 een heel eigen weg. Wie na een druk op de startknop de soepele motorloop van een vier-in-lijn verwacht, komt bedrogen uit, wordt zelfs van verbazing uit straffe zadel gewipt. Dankzij de crossplane krukas, met 90° verzet van elke kruktap en ongelijke ontstekingsintervallen, bromt en gromt de viercilinder namelijk als een V4. Daarmee wilde Yamaha niet alleen op akoestisch vlak verwennen, doel was met name een veel meer praktijkconforme afstelling. En daarin zijn de techneuten zonder meer geslaagd. In vergelijking gaat de R1 vanaf 2009 met name onderin en in het middengebied duidelijk voortvarender te werk, daar waar zijn voorganger met de conventionele viercilinder lay-out duidelijk meters laat liggen. Prima, temeer omdat ook het rijwielgedeelte uitstekend weet te overtuigen. Onder de streep dus een prima totaalpakket voor sportievelingen. Daar waar licht is, is echter ook schaduw. Geen ABS bijvoorbeeld, terwijl dat op de Fireblade wel beschikbaar was, en tractiecontrole kwam pas na een update in 2012. Die modellen zijn tweedehands echter nog aardig aan de prijs. Of het gemis van dergelijke hulpsystemen potentiële kopers afschrikt? Onwaarschijnlijk, op de occasionmarkt is de R1 al net zo’n hardloper als op het circuit.
MARKTSITUATIE
Wie op zoek is naar een ‘big bang’ R1 mag zich verheugen op een relatief ruim aanbod, maar moet niet verwachten voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten. Nieuw kostte de R1 destijds een flinke € 16.499,00, maar zelfs voor een exemplaar uit het eerste modeljaar 2009 moet je minimaal acht mille aftikken. Een kritisch oog is overigens een must bij de bezichtiging, aangezien het een geliefde machine voor het circuit is. De optische schade laat zich door een paar nieuwe kuipdelen over het algemeen vrij gemakkelijk verdoezelen, kijk daarom extra kritisch naar eventuele valsporen op bijvoorbeeld swingarm en achter de kuip. Controleer ook altijd de onderhoudshistorie, is deze niet compleet of is er twijfel, zoek dan gewoon verder. Je wilt jezelf immers niet opzadelen met een geïmporteerd exemplaar dat er al een leven als circuitracer op heeft zitten. Bovendien geeft de onderhoudshistorie ook uitsluitsel over of wel alle fabrieksmodificaties zijn doorgevoerd. Papierwerk en optische controle in orde, dan kun je met een gerust hart toeslaan, de R1 staat technisch gezien namelijk als ronduit robuust te boek. Aan de onderkant van de markt (vanaf zo’n achtduizend euro zoals gezegd), vind je exemplaren uit de eerste jaren met een kilometrage dat de dertigduizend overstijgt. Het gros van het aanbod ligt in de prijsklasse tussen de negen en elfduizend euro. Op zoek naar een model met tractiecontrole (vanaf 2012)? Reken dan op minimaal twaalfduizend euro. Een vervangingsuitlaat van één van de premium merken geldt als waarde vermeerderend.