Oppassen: lente!
Het is weer lente. En automobilisten moeten weer even wennen aan het feit dat wij er weer zijn…
Een herinnering:
Close encounter op Velperbroek
Op weg naar huis aan het overpeinzen dat de 48 kilometers woonwerk verkeer per dag niet genoeg zijn om het motorblok door en door op te warmen. Misschien moet ik gewoon een baan verder van huis zoeken.
“Maar waar moet ik dan gaan werken? “vraag ik me af terwijl ik op eens op de motorkap van een auto zit. Mijn brave Guzzi rijdt in zijn uppie door het rode licht en valt om. Ik hoop niet dat hij geflitst is. Want dan kan hij mooi zelf betalen. Ik zit immers nog mooi achter de witte streep op een motorkap. In de verte rolt een plestik wieldop richting Velp. Achter me is er iemand aan het gillen geslagen.
Ik kijk om. De motorkap onder me is een mooie zitkuil geworden. De voorruit heeft zich ook comfortabel om mijn rug gewelfd. Ik controleer mijn eigen schade. Mijn smiezen en gaten zijn nog perfect, maar ik merk dreigend ongemak ter hoogte van mijn hurken. En dat gegil wordt irritant. Ik stap af om eerst mijn Cali op te rapen. Wegrollen gaat niet meer.
Het achterspatbord zit raar om de band heen. Ik zet de gesneuvelde Italiaan op de jiffy en ga op de geluidsoverlast af. Het verkeer zeilt inmiddels rustig om de geïmproviseerde wegafzetting heen. Een Saab rijder dekt de achterhoede doordat hij zijn auto met de paniekzaaiers aan achter de gemodificeerde imitatie Chevrolet heeft geparkeerd. Hij komt al GSemmerend aanlopen. Een aardige man. Via rechts maak ik eerst de veilgheidsgordel los van de angry young business woman. Geen bloed of enge dingen te zien. Maar haar handtas is ontploft. En ze gilt.
Ik loop om. Wrik de bestuurdersdeur open en brul als een bronstige straaljager in haar gezicht. Ze zwijgt en kijkt me verbijsterd aan en haalt diep adem. Ik strek mijn zere hurken, pak haar gezicht tussen mijn handschoenen en kus haar stevig en nadrukkelijk vol op de mond. Ze snakt “Wat doet u nu, u lijkt wel gek?”. “Ik ben niet gek, maar jij kunt niet rijden. Ik wil gewoon even rustig met je praten, laten we dat even achter de vangrail doen.” Soms moet je de vreemdste dingen doen om iemand stil te krijgen.
De Saab piloot meldt rustig dat er hulp onderweg is. De nasnikkende schoonheid meldt de man dat ik gek ben. Hij kijkt haar op een Saab achtige manier aan en zegt ”Misschien is hij gek, maar u kunt niet rijden”.
De dame vervalt in een gierende huilbui. De Saabrijder en ik besluiten haar niet meer te kussen. Er arriveert van allerlei hulpverleners gebroed. De gekwelde automobiliste wil absoluut niet in dezelfde ambulance mee. Op de EHBO constateert men gekneusde hurken en opkomende blauwe plekken. Wat later wordt alles door politie en assuradeurwaarders opgelost.
De Guzzi wordt economisch totall loss met behoud van casco verklaard. Ik krijg veel geld. Een deel daar van gebruik ik om bij Teo Lamers Used Parts Shop mijn slag te slaan. Heb ik straks weer een perfecte Guzzi. Met Lafranconi pijpen. Mooi.