Warmdraaien 19 – 2016
Of het nou kwam door de jaarlijkse komkommertijd of het gebrek aan wilde wolven en poema’s op de Veluwe, maar afgelopen maand staken de woorden rekeningrijden en kilometerheffing opeens de kop weer op. Een kleine tien jaar geleden stond het hoog op de politieke agenda en vond iedereen er wat van, maar het plan werd afgeserveerd. Tot deze zomer dus, toen vanuit Brussel een actieplan voor schoner vervoer werd gelanceerd. De EU-landen hebben namelijk gezamenlijk afgesproken dat het vervoer in 2050 60% schoner moet zijn dan in 1990 en om dat te bereiken heeft Brussel nu een ‘memootje’ rondgestuurd met wat voorstellen om dat te realiseren. Zo opperde het plan dat schone voertuigen belastingtechnisch moeten worden bevoordeeld. En dat ‘overal in de EU moet worden overgeschakeld naar wegenbelasting op basis van daadwerkelijk gereden kilometers’. De Haagse politiek reageerde als door een wesp gestoken, blijkbaar is de kilometerheffing nog steeds een open zenuw. Bovendien ligt momenteel elke inmenging van Brussel blijkbaar gevoelig, nu de EU zelf in zo’n deplorabele staat verkeerd.
In 2008, toen de kilometerheffing als serieus alternatief voor het heffen van belastingen op auto’s motoren en vrachtwagens bekeken werd, zette werkelijk iedereen de hakken in het zand. Ik heb me daar zeer over verbaasd, volgens mij namen bij velen de emoties teveel de vrije loop en dat drukte de rationele gedachte naar de achtergrond.
Natuurlijk schendt het onze privacy als elke gereden kilometer wordt vastgelegd en gearchiveerd. En natuurlijk heeft het een erg hoog Big-Brother-is-watching-you gehalte, waarbij we onze regering zullen moeten vertrouwen dat ze deze gegevens enkel en alleen voor het innen van belastingpenningen gebruiken en niet voor het achteraf opleggen van snelheidsovertredingen. Maar in dat kader is het ook goed te beseffen dat we allemaal allang 24 uur per dag te traceren zijn via onze mobiele telefoon en ook het feit dat steeds meer moderne voertuigen full-time online zijn via een eigen SIM-kaart zal weinig bijdragen aan het geheimhouden waar, wanneer en hoe hard je rijdt…
Maar ik begrijp dat de nodige scepsis tegenover onze overheid niet verkeerd is. Sinds het bedrag op de postzegels is vervangen door een 1 of een 2, is de prijs van zo een postzegel in tien jaar immers ook van 39 naar 73 eurocent gestegen. Wie zegt ons dat zo’n trucje in de toekomst inderdaad ook niet met de kilometerprijs wordt uitgehaald…
Voorlopig lijkt de politiek echter niet warm meer te lopen voor de kilometerheffing, met als argument dat de heffing ervan technisch te moeilijk is en teveel geld gaat kosten omdat het zo complex is. Dat vind ik dus een drogreden, maar het past precies in het straatje van de politici die met de verkiezingen op komst zo’n heikel punt liever vooruit schuiven.
Maar wat mij betreft mag het rekeningrijden ook voor motorrijders serieus bekeken worden. Zo kan het voordeel dat de motor in de spits oplevert immers ook financieel doorwerken. En aangezien veruit de meeste motorkilometers in de vrije tijd gemaakt worden, zal de kilometerprijs dan juist navenant laag kunnen/moeten zijn. Ik ben dus graag bereid een paar cent per gereden kilometer te betalen, mits de wegenbelasting dan verdwijnt, net als de BPM. Dat laatste zou de nieuwprijs van een motor zomaar 1.000 tot 1.500 euro goedkoper maken (zie het prijsverschil met het BPM-loze België). En die 120 euro per jaar wegenbelasting zijn toch ook best een behoorlijke kostenpost, zeker als je zoals ik een stuk of zes motoren in de schuur hebt staan, waarvan de helft amper buiten komt. Juist als je meerdere voertuigen hebt, lijkt betalen voor het gebruik veel slimmer dan betalen voor het bezit. Maar alleen als de overheid beseft dat kilometerheffing dus geen verkapte belastingverhoging mag zijn.
Eric Bulsink, hoofdredacteur MotoPlus