Herfstherinnering
Tijdens de regenachtige Paasdagen keek ik uit mijn garage naar buiten en dacht aan de vorige herfst. Toen was het ook al zulk topweer:
Baton Rouge
De laatste recreatieve rit viel laat. Maar het bezoek aan motorherberg le Baton Rouge was al te vaak uitgesteld. En het kan natuurlijk heel mooi zijn in de Ardennen in oktober. De weervrouw had de avond voor de rit een sombere blik in de ogen en een zwemvest onder haar arm. Maat Ernie werd opgebeld of hij de dame ook had gespot. We sproeiden vochtverdrijver over het elektriek van onze brommers. We maakten grote wind en regenvangende flappen van vijverfolie en tie-wraps bij de handvatten. En we besloten voor het slapen gaan een preventieve borrel tegen de natheid te nemen De volgende ochtend zwom er een goudvis op vensterbankhoogte door de regen. Bij ontbreken van een Rukka outfit werd gekozen voorde ouderwetse laagjes aanpak. In de hoop dat binnendringend regenwater de weg kwijt te laten raken. Hoop doet immers leven? Eerst een stel lange, dunne sokken, dan een setje van wat buurvrouw Adrie ‘terminaal’ ondergoed noemt. Daarover een lange onderbroek plus een sweatshirt. Een stel lange, dunne sokken. Een binnenvoering van een lang vergeten motorjack en een spijkerbroek. Een dun stel lange sokken. Een fleece trui met col. Een lederen motorbroek. Een textiel motorjack. Een wollen sjaal. Rubber laarzen van de Welkoop zijn de beste. Een plestikken regenoverall van een aan zijn eigen succes ten onder gegane Britse regenoverall fabrikant. Een sjaaltje. Binnenhandschoenen. Buitenhandschoenen. Een eerste generatie, gerubberd, regenjack. Even weer alles uit doen om de motorsleutels uit de spijkerbroekzak halen. Zo! Klaar voor de eerste drie kilometers naar Ellecom! Ernie stond als een geslaagde kruising tussen het Michelinmannetje en Erica Terpstra in de startblokken. Het staan ging prima. Bewegen ging moeilijker. Jethelms en motorbrillen. De laatste slag sjaal over neus en kin. Go! Tot aan Eindhoven bleven we droog. Bij Maastricht hadden het regenwater zijn eerste verkenners binnenboord geloodst. We besloten dat we de strijd tegen het water hadden verloren en kozen voor de toeristische route. Bij Triers/ Verviers had het water zich naar tevredenheid verdeeld over alle dunne lagen textiel. In de buurt van Francorchamps/Stavelot overheerste de sensatie op een drie weken oude, lauw warme Pamper te zitten. Dat was mooi wennen aan het verplegingsschema van Huize Terminus in het jaar 2038. Zo ommerdebij Trois ponts begonnen de perfect waterdichte Welkooplaarzen zich van binnen uit te vullen en leek de Drion pil een zinnig alternatief. Even later zagen we, vlak voor Vielsalm, le Baton Rouge. De dagteller stond op 289 km. We werden hartelijk verwelkomd. Hingen de herberg vol druipende kledingstukken. Haalden onze droge verschoningen uit hun unieke Komo bergingen. Namen staand een dubbele whiskey. Werden bij de open haard langzaam weer mens. Het eten was lekker. De rode wijn smaakte perfect. Een paar borrels en wat rookwaar later besloten we dat het mooi was geweest. Nog even het weerbericht bekijken. Want de volgende dag moesten we immers weer terug. Motorrijden is leuk. Toch?
Aardig adres trouwens die Baton Rouge…Ook als het lekker weer is.