+ Plus

Reizen Provence, Frankrijk

Dit jaar ploetert het peloton van de Tour de France op ‘quatorze juillet’, dé Franse nationale feestdag, van Montpellier naar de finish bovenop ‘de kale berg’. Wij zijn ze net voor geweest, en vanaf die illustere Mont Ventoux trokken we verder voor een ontdekkingstocht door de Franse Provence. Perfect weer, lege wegen, de meest intens schitterende kleuren. Als de Mistral dan ook nog eens zorgt voor een kraakheldere hemel, wil je hier helemaal nooit meer weg!

Soms komen herinneringen ongevraagd weer boven tijdens een reis. Zoals vanavond. Birgit en ik zitten gehurkt aan de oever van de Gardon. We verbazen ons over het reusachtige Romeinse aquaduct Pont du Gard en wachten op het moment dat het vanuit de schemering fotogeniek verlicht gaat worden. In ieder geval had de eigenaar van de camping dit beloofd. Tevergeefs wachten we tot elf uur laat in de avond. Er is helemaal geen schijnwerper. We hebben ons laten beetnemen. Maar plotseling flitsen er gedurende het wachten bij de monumentale brug herinneringen door mijn hoofd. In zwartwit. Herinneringen aan een reis lang geleden, beelden van een enorm ravijn en een ongelofelijke weg die daarboven langs de rand zachtjes een beetje op en neer gaat en met zijn perfecte radiussen dringend uitnodigt om nog een keer te worden gereden: de magnifieke Gorges de l’Ardèche. Maar waarom zwartwit? Zijn de kleuren van de herinneringen verbleekt? Te lang opgeslagen? Nee hoor, 34 jaar geleden, tijdens mijn tweede lange reis die voerde tot in Spaans Baskenland, uiteraard op de oude vertrouwde XT500, maakte ik zwartwit-foto’s. Misschien is dat de reden. Maar wat heeft dat allemaal met het hier en nu te maken? Nou, morgen wilden we eigenlijk naar de Mont Ventoux rijden en dan nog verder de Provence in. Nu zijn de herinneringen aan de fameuze Ardèche-bergkloof echter zo sterk, dat we onze plannen lichtjes aanpassen.
Vooruit dan maar! Op naar de Ardèche. Dit ravijn te mogen bewonderen is iedere omweg waard. Op een maandagochtend in mei is er geen mens te vinden op de Corniche, een weg met talrijke panoramische uitzichtpunten op deze grandioze bergkloof. We hebben het rijk alleen. Een wilde canyon met talloze kronkels, omgeven door verticale witte rotswanden. Ergens ver in de diepte glinstert de rivier die dit alles heeft geschapen. En deze weg is nog steeds, net als 34 jaar geleden, absoluut fantastisch. Geweldige radiussen, een stroef wegdek en geen andere verkeersdeelnemers. We rijden hem dan ook meteen maar drie keer, twee keer omdat hij zo verbazingwekkend is en één keer om met veel concentratie door de bochten te schuren. En omgekeerd. En vervolgens gewoon nog maar een keer. Hadden we vandaag eigenlijk nog andere plannen?

O ja, de Provence. Ver weg in het oosten schittert ons volgende doel al, de krijtwitte kale top van de Mont Ventoux. Waar wachten we nog op? De reus van de Provence is 1.912 meter hoog. Door de Romeinen Mons Ventosus, winderige berg, genoemd. Inderdaad worden bovenop de berg vaak windsnelheden geregistreerd van boven de 200 km per uur. Dan blaast de Mistral een koude noordwestenwind door het Rhônedal. We hebben geluk vandaag. Een verlegen Mistral blaast de lucht toch zorgvuldig schoon, zodat we vanaf de top van de Ventoux de Middellandse Zee kunnen zien en in het noorden de ondergesneeuwde Alpen. Haarscherp zien we de meer dan vierduizend meter hoge vergletsjerde bergtop van de Barre des Ecrins en dan zelfs, ongelofelijke 220 kilometer verderop, de witte kop van de Mont Blanc. Wat een buitenaards panorama!
Een panorama waarvan de duizenden wielrenners die de Ventoux beklimmen en veroveren minder kunnen genieten. Ze zijn alleen blij dat ze überhaupt de top hebben gehaald van deze legendarische gigant van de Tour de France. Net zoals hun helden Alberto Contador, Marco Pantani en Lance Armstrong, maar dan in een iets lager tempo, en zeer waarschijnlijk zonder bijval van één of andere wonderdokter met een tasje vol prestatiepreparaatjes. Voor motorrijders is het goed te weten dat het asfalt in een perfecte staat verkeert. Eigenlijk zoals alle wegen die worden gebruikt voor de Tour de France. Soms worden daarvoor complete bergpassen voorzien van vers asfalt.
De mistral blijft ons nog een aantal dagen trouw en zorgt voor perfect weer. De lucht is glashelder, het is een graadje of 22 en witte wolken wiegen decoratief aan de diepblauwe hemel. Geel koolzaad, rode papaver, groene lavendel, af en toe een landelijk gezellig dorp als Sault, Goult, Gordes of Rousillion. Perfecte omstandigheden voor een wellness-weekje met onze ééncilinders. En dat zeker niet over de kaarsrechte rijkswegen, maar wel over al die gele en witte miraculeuze bochtige wegen van de Provence waarmee de Michelinkaart ons heeft gelokt. Rustig de tijd nemen, af en toe ontspannen rollen en dan weer even knallen met de motor. Permanent met een grijns over het hele gezicht onder het vizier van de integraalhelm en in de ochtend nog niet weten waar je ‘s avonds zal zijn. Je mee laten voeren, misschien brengt een of ander verkeersbord ons in de verleiding ongepland een of andere spannende weg in te slaan en heel ergens anders te eindigen dan we van te voren hadden gedacht. De vrijheid van het reizen, zo doe je dat.

Oostelijk van het Luberon-gebergte glooit de Provence een beetje voor zich uit. Weides, akkers, velden met koolzaad, dennenbossen, maquis, allemaal badend in het sterke licht van de mistralhemel. Is dit het befaamde licht van de Provence, waarover generaties van schilders dwepen? Wat is er zo anders aan dit licht vergeleken met het licht op andere plaatsen die ook op 44 graden noorderbreedte liggen? Kroatië, Hokkaido of Oregon. In de zomer fel en helder, in de winter warm en zacht, met de vochtige lucht vanaf de Middellandse Zee troebel en vaag, maar wel eerst door de mistral gezuiverd van fijnstof, gedroogd en gereinigd, zo helder. Dat kom je ergens anders maar zelden tegen. Zeer zeker is de mistral ook weer medeschuldig aan het verhaal over het bijzondere licht.
Maar zo langzamerhand, we rijden steeds verder in oostelijke richting, laat hij het een beetje afweten, die mistral. De vriend van fotograven, kunstschilders en surfers. Cucuron, Manosque, Moustiers. Als we op een avond de Grand Canyon du Verdon bereiken, zonder enige twijfel de grootste attractie van de Provence, komt de wind uit het zuiden en zorgt voor vette zeelucht vanaf de Middellandse Zee. Het is gedaan met het eindeloze uitzicht. Desondanks zijn we weer met stomheid geslagen. Het grandioze Verdon-ravijn is altijd weer adembenemend, gigantisch en mooi. Het maakt niet uit hoe vaak je hier bent geweest, het is en blijft een indrukwekkend schouwspel. Lange tijd heeft de ooit wilde Verdon geduldig aan de witte kalksteen geknabbeld, totdat hij de 700 meter diepe kloof door de rotsen had geslepen. Dat is al lang verleden tijd, want sinds 40 jaar zorgen vijf hoger gelegen stuwmeren ervoor dat de Verdon bijna al zijn erosiekracht heeft verloren. Vandaag de dag meandert hij rustig en goedaardig door de canyon, aait de rotswanden nog een beetje en lekt dan uiteindelijk weg in het turquoisegroene stuwmeer Lac de Sainte Croix aan het einde van de bergkloof.
Voor de Grand Canyon nemen we twee dagen de tijd, rijden de 110 kilometer lange panoramaweg, die meestal helemaal boven aan het randje van de kloof balanceert, een keertje naar links, een keertje naar rechts. We komen amper hoger dan de derde versnelling, omdat er zoveel verbazingwekkende dingen te zien zijn. Er bestaat geen twijfel, deze panoramaweg behoort tot de top tien in Europa, en dan ook nog met stip bovenaan. Maar ga er nu alsjeblieft niet in de zomer of in het weekend rijden. Dat doen duizenden anderen namelijk ook en die weten niet altijd of ze nu op de weg moeten letten of in het ravijn moeten kijken. Een weliswaar begrijpelijk dilemma, dat echter nogal eens tot onverwachte, ongewilde en ongewenste verkeersituaties leidt, die de reflexen van de oplettende motorrijders flink op de proef stellen! Dus beter een doordeweekse dag kiezen, dit wonder der natuur verdient namelijk je onverdeelde aandacht!

Het goede weer laat het niet afweten. Mooi! Het maakt ons wel een beetje onverschrokken. Zouden de grote en bekende Alpenpassen al geopend zijn? Cayolle en Champs zijn nog gesloten, maar de Allos is groen gemarkeerd. Voilà. Dan gaan we daar toch gewoon even een kijkje nemen en toeren naar de besneeuwde bergen van de Haute Verdon. Onze allroads bulderen over de kleine verkeersvrije bergpassen Col de Buis en Col du Félines. Op naar het noorden. De opgewekte stemming van de Provence maakt verrassend snel plaats voor de alpine zwaarmoedigheid. Duistere sparrenbomen in plaats van lichte dennen, donkergrijze en afwijzende huizen in plaats van lichtbruin vriendelijk metselwerk, onheilspellend krappe dalen in plaats van verre uitzichten, donkere wolken in plaats van zonneschijn. Desondanks klimmen we omhoog naar de Col d’Allos op een hoogte van 2.247 meter. We zijn in een andere wereld. Diepe winter, het is twee graden onder nul. Metershoge sneeuw zorgt voor sterk vernauwde wegen. Kleurloos, zwartwit. Een herinnering aan oude tijden? Helaas niet, dit is de realiteit. Laten we maken dat we wegkomen van hier. Een verkeersbord wijst in zuidelijke richting: ‘Cannes 165 km’. Ligt dat niet aan de Middellandse Zee? Daar is het beslist een stuk warmer en leuker. Keren alstublieft!

Gerelateerde artikelen

Eerste test: Honda NT1100

Eerste test: Honda NT1100

28 november, 2024

NT is een acroniem voor New Tourer en drie jaar geleden werd de Honda NT1100 gelanceerd om het gapende gat in ...
Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

Eerste test: Kawasaki Ninja 1100SX

28 november, 2024

De Ninja SX houdt al jaren de vlag hoog in het sporttoersegment. Net als een klein Gallisch dorpje weert het zich ...