Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit
Werden er in 1995 nog 32.802 voertuigen gestolen, twee decennia later is dat aantal meer dan gehalveerd tot 14.714. Anti-diefstalbeveiligingen als de elektronische startonderbreker werpen dus duidelijk hun vruchten af. In de personen- en bedrijfswagenbranche althans, het aantal motordiefstallen bleef namelijk uiterst stabiel, nam zelfs iets toe. Hoogste tijd om deze trend te doorbreken, vindt de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit!
Met de komst van het begrip bezit, deed helaas ook het woord diefstal zijn intrede. En daarbij is er een soort correlatie tussen waarde en noem het maar diefstalgemak. Met andere woorden, waardevolle zaken die relatief makkelijk te stelen zijn, genieten een grote aantrekkingskracht op criminelen. Helaas vallen voertuigen onder deze categorie. Een beetje handige jongen had, zeker twintig jaar geleden, een auto in een handomdraai open, om er vervolgens achteloos mee weg te rijden. Het aantal diefstallen, en daarmee samenhangend ook de economische schade voor diverse partijen (eigenaar, verzekeringsmaatschappen etc.), liep op een gegeven moment zo de spuigaten uit, dat diverse publieke en private partijen (ofwel overheid en commerciële ondernemingen) besloten de handen ineen te slaan. Uit een in 1995 gehouden onderzoek bleek namelijk dat enkel een ‘grensoverschrijdende’ samenwerking tussen alle belanghebbende partijen zou leiden tot een efficiënte aanpak van de totale voertuigcriminaliteit. Denk daarbij trouwens niet alleen aan de diefstal van voertuigen, maar bijvoorbeeld ook van vrachtwagenladingen. Sinds 1997 is dat samenwerkingsverband bekend onder de naam Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (Stichting AVc), waarin onder meer de politie, het RDW, Ministerie van Veiligheid en Justitie, Verbond van Verzekeraars en Transport & Logistiek Nederland zitting hebben.
Zoals gezegd wierp de samenwerking duidelijk zijn vruchten af. In minder dan twintig jaar tijd meer dan halveerde het aantal voertuigdiefstallen, een trend waar de motor echter niet in meegaat. In 1995 wisselden 1.704 motoren van eigenaar zonder dat de oorspronkelijke daar überhaupt plannen voor had, twintig jaar later, in 2015, zijn dat er nog altijd 1.845. In 1995 maakte het aantal motordiefstallen ‘slechts’ 5,2% van het totaal aantal voertuigdiefstallen (exclusief brom- en snorfietsen) uit, in 2015 is dat percentage gestegen tot een niet misselijke 12,5%. Het is Stichting AVc projectcoördinator André Bouwman (55) niet helemaal duidelijk waarom juist motoren niet meegaan in die dalende trend: “Het blijft een beetje gissen. De alarmsystemen op auto’s en vrachtwagens worden steeds gesofisticeerder, maar dat geldt ook voor de systemen op motoren. Een motor is echter nog altijd relatief makkelijk te stelen, je duwt hem immers zo een busje in en bent weg.” Extern-adviseur Willem de Vries (fictieve naam red.) vult aan: “Bovendien onderschatten veel motoreigenaren het diefstalprobleem nog altijd, alleen een simpel remschijfslot voldoet niet. Ze zetten je motor met het voorwiel op een skatebord en zijn binnen luttele seconden weer weg. Het is soms echt bijna tranentrekkend hoe naïef sommige eigenaren omgaan met één van de meest waardevolle spullen die ze bezitten. Zeg eens eerlijk, zou jij bij een Harley van meer dan dertig mille denken dat het stuurslot afdoende bescherming biedt? Nee toch? Maar ze zijn er hoor…”
De stichting heeft meerdere kerntaken, en een daarvan is het verzamelen/registreren van eenduidig cijfermateriaal, één van de handvatten voor het opzetten van een preventieplan. Uit die cijfers komen een aantal opmerkelijke zaken naar voren, bijvoorbeeld dat Amsterdam, Rotterdam en Den Haag samen goed zijn voor een derde van alle motordiefstallen. En dat Yamaha en Suzuki in absolute aantallen weliswaar met elk 288 stuks koploper zijn bij de diefstallen, maar omdat er zoveel van rond rijden het diefstalrisico toch slechts 0,3% is. Het grootste diefstalrisico is geheel onverwacht voor Gilera (4,5 %, ofwel 1 op de 22,2 Gilera’s wordt gestolen), terwijl Triumph (0,2%, 1 op de 500) en Harley-Davidson (0,1%) relatief gezien het minst worden ontvreemd. Nou moet zeker die laatste groep niet in de knuistjes gaan zitten lachen, wordt je Harley namelijk gejat dan is de kans dat je hem ooit terug ziet héééél klein. Ligt het gemiddelde landelijke terugvind-percentage namelijk op 22,3%, van alle gestolen Harleys wordt slechts drie procent teruggevonden.
Daar is volgens André Bouwman trouwens een heel logische reden voor. “Harley-Davidson is een zeer gewilde motor voor omkatten en de onderdelen. In tegenstelling tot de algemeen heersende gedachte dat gestolen motoren grotendeels rechtstreeks naar het buitenland verdwijnen, is dat slechts zeer zelden het geval. Alle gestolen machines worden gesloopt en in onderdelen verkocht, of omgekat. Omkatten is feitelijk niets anders dan een gestolen motor van een nieuwe identiteit voorzien. En die identiteit bestaat uit een VIN-nummer (Voertuig Identificatie Nummer, beter bekend als chassisnummer red.) met bijbehorend kenteken.”
Beide staan in een internationale database geregistreerd en zijn aan elkaar gekoppeld, dus even bij het RDW binnenwandelen met een gestolen motor (geïmporteerd!) om een nieuw kenteken aan te vragen, zal wat alarmbellen doen afgaan. Je hebt dus een bestaande ‘identiteit’ nodig en die worden gewoon op internet aangeboden. In de vorm van een schademotor, maar vaak worden ook enkel frames met kenteken aangeboden. Of zelfs een los balhoofd met daarop het chassisnummer en kenteken. Hoewel gewoon legaal is zeker dat laatste hoogst twijfelachtig, je kunt er feitelijk immers niets anders mee dan deze identiteit aan een andere motorfiets koppelen. Dat hoeft natuurlijk geen gestolen motor te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook een zelfbouw motor betreffen. Nu zal de gemiddelde politieagent wel argwaan krijgen wanneer een chopper met groot Harley-Davidson op de blokdeksels op kenteken als Honda CRF450 te boek staat, het wordt heel wat moeilijker wanneer merk en type met elkaar overeenkomen. Via chassisnummer en/of onderdelennummers van belangrijke componenten (onder andere het blok) is dan nog wel te achterhalen of een motor gestolen is, maar het controleren en verifiëren van de nummers blijkt in de praktijk simpelweg ondoenlijk. Geen agent immers die kijkt of het chassisnummer in je kentekenpapieren wel overeenkomt met dat op de motor. Bijkomend probleem is dat de onderdelennummers enkel bij de fabrikanten bekend zijn. Er is dus geen internationale database die een agent snel kan raadplegen om te kijken of een bepaald motornummer niet toebehoort aan een blok dat hoort bij een als gestolen vermeld staande motorfiets. Dan moet de fabrikant actief benaderd worden.
“Het komt er eigenlijk op neer dat we het de dieven niet makkelijker maken, maar ook niet moeilijker”, aldus Bouwman. “Dat betekent niet dat we stil zitten, achter de schermen wordt er keihard gewerkt en dat heeft al in flinke stappen geresulteerd. Kon het een jaar of tien geleden na aangifte soms wel enkele dagen duren voor een voertuig internationaal als gestolen geregistreerd stond, tegenwoordig is dat nog maar dertig minuten. Dus binnen een half uur na aangifte weet iedere agent ter wereld dat jouw motorfiets gestolen is.” “Desondanks hebben we nog steeds een lange weg te gaan”, vindt Willem de Vries. “En dat hoeft niet zo ingewikkeld te zijn. Een WOK-melding (Wachten Op Keuren) zetten op een motorfiets die betrokken is bij een ongeval bijvoorbeeld. Dat betekent dat de betrokken motorfiets voor hij weer de weg op mag, eerst door het RDW moet worden gekeurd. Dat gebeurt nu niet, een wrak met geldig kenteken is namelijk veel meer waard en dus zal een verzekeringsmaatschappij daar nooit een WOK-melding op zetten. Merkwaardig, van een motorfiets die in drie delen op de weg ligt weet je immers dat deze nooit meer de weg op komt. Het wrak doorverkopen met kenteken maakt het criminelen dan alleen maar makkelijk. Kwestie van eenzelfde type erbij stelen, chassisnummer overzetten (omkatten dus) en je kunt de gestolen motor weer verkopen. Het wrak verdwijnt vervolgens ergens via de achterdeur. Het gaat misschien wat ver om te zeggen dat je het dievengilde faciliteert, maar veel scheelt het natuurlijk niet!”
En dan nu natuurlijk de hamvraag: wat kan ik als motorbezitter doen om te voorkomen dat mijn motor gestolen wordt en dat ik zonder het te weten gestolen waar koop? Veel, volgens André Bouwman, zonder dat het veel moeite kost. “Het begint allemaal met een stukje bewustwording, wanneer je je goed beseft dat je motor een gewild object is voor diefstal, ben je extra alert en voorzichtig. Van meer praktische aard, het begint allemaal met een goed stel sloten. Twee stuks en ART-gekeurd, en zorg er daarbij voor dat de motor aan de grond of muur verankerd zit. Ze mogen de motor niet kunnen weg beuren. Ook een goede tip, merk of registreer belangrijke onderdelen en maak foto’s. Een simpel ets-setje kost je 15 euro, maar zo maak je je motorfiets herkenbaar én kun je later altijd bewijzen dat iets van jou is. Wanneer men echt op je motor uit is, valt diefstal bijna niet te voorkomen, maar maak het ze niet makkelijk (kijk voor tips eens op www.stavc.nl). Van het vooruitzicht twintig minuten lang te moeten slijpen en breken aan sloten, garagedeuren en andere beveiligingen, wordt geen enkele inbreker vrolijk. Mocht het noodlot toch toeslaan, meld dat dan direct aan de politie (tel. 071 – 364 1777). Zoals gezegd staat je motor binnen een half uur internationaal geregistreerd. Belangrijk, want in de eerste drie dagen na diefstal worden de meeste voertuigen weer terug gevonden.”
En wat betreft het kopen van gestolen waar? Willem de Vries: “Dat begint met gezond boerenverstand. Een motorzaak verzorgt geen massages, dus als een massagesalon een motor in de verkoop aanbiedt, dan is enige scepsis best op z’n plaats. In de basis gaat het erom dat je weet wat je koopt, bij voorkeur bij een erkend bedrijf met Kamer van Koophandel inschrijving. Heb je bijvoorbeeld een motorblok op het oog, vraag dan naar het kenteken of chassisnummer van de donormotor. Via de site van het RDW kun je vervolgens, zelfs via je smartphone, heel makkelijk achterhalen of deze gestolen is en/of er een WOK-melding op zit. Bij twijfel niet kopen, sommige lui doen er lichtzinnig over, maar wordt er een gestolen blok in je motorfiets aangetroffen, dan kun je de hele fiets inleveren. En verder, weet je het chassisnummer, tik het eens in op Google, ongelooflijk wat je dan soms allemaal te weten komt.”
Je zou bijna het idee krijgen dat als je een motor hebt, de vraag niet is of, maar wanneer hij wordt gestolen. Maar zo extreem is het natuurlijk niet, een stuk bewustzijn en gezond boerenverstand kunnen je een hoop gezeur helpen voorkomen. Ach, en anders kun je altijd nog een Triumph kopen en naar Friesland verhuizen, volgens de statistieken zit je dan ook redelijk safe…