Crisis bij MV Agusta
Openstaande facturen, arbeidstijdverkorting, herstructurering, reorganisatie: bij MV Agusta staat de druk flink op de ketel. Onduidelijk is eveneens, hoe de Duitse mede-eigenaar AMG in het verhaal staat. Alles tussen scheiding en overname lijkt inmiddels mogelijk.
Eigenlijk ging het allemaal heel voortvarend bij MV Agusta: in enkele jaren tijd breiden de Italianen hun modelportfolio flink uit, de productie steeg tot 9.000 motorfietsen per jaar, meer dan een verdubbeling ten opzichte van de jaren ervoor. En ook werden de motoren technisch gezien beter en beter, waaronder bijvoorbeeld de vernieuwde Brutale 800. Om deze groei te kunnen financieren, ging MV Agusta, eigendom van de Italiaanse familie Castiglioni, eind 2015 een samenwerking aan met Mercedes-dochter AMG, dat een aandeel 25% in de Italiaanse onderneming kocht. Naast kapitaal zou er ook een vorm van synergie komen tussen de afdelingen marketing en verkoop van beide ondernemingen.
In het begin verliep dat partnerschap op rolletjes, verschillende gezamenlijke projecten baarden internationaal opzien, bijvoorbeeld de F3 800 in AMG-look (zie foto) en natuurlijk de Dragster RR LH44, die in samenwerking met Mercedes Formule1-coureur Lewis Hamilton tot stand kwam. Inmiddels echter, lijkt de klad er een beetje ingekomen in het Duits-Italiaanse huwelijk en staat MV Agusta flink onder druk. Juist door die sterke groei heeft de fabrikant uit Varese een flinke schuldenlast opgebouwd, de productie moet immers voorgefinancierd worden. Geruchten reppen over een bedrag van minimaal 40 miljoen euro. Enkele toeleveranciers hebben zelfs vanwege openstaande rekeningen de toevoer van componenten tijdelijk ‘on hold’ gezet, met als gevolg dat de productie van nieuwe motoren ook onder druk komt te staan. Een deel van het personeel kon zelfs naar huis en al wekenlang draait de fabriek op minder dan halve toeren. Opvallend voor een motorfabrikant, die juist in het begin van het jaar en ook motorseizoen, de grootste productie moet draaien.
Om de problemen te lijf te gaan werd eind februari bekend gemaakt dat het bedrijfskapitaal met circa 30 miljoen euro zou worden verhoogd. Een bedrag gefinancierd door Mercedes-AMG, huisbank BPM (Banca Popolare di Milano red.) en Castiglioni zelf. Die verhoging is echter nog altijd niet tot stand gekomen, naar het schijnt omdat Castiglioni zijn meerderheidsbelang niet wil verliezen. Al blijft onduidelijk om welke financiële constructie(s) het precies gaat. Meerdere opties, zo laten beide partijen weten, zijn tijdens de gesprekken de revue gepasseerd, maar om welke het precies gaat laten zowel AMG als MV in het midden. Ook de vraag of het gerucht klopt, dat AMG Giovanni Castiglioni heeft aangeboden om het minderheidsaandeel van 25% terug te kopen voor het symbolische bedrag van 1 euro, lieten ze onbeantwoord. Wel benadrukt AMG dat ze hun aandeel zeker niet zomaar voor nop terug zullen geven. Verder laten ze nog het volgende weten: “De beslissing over wat de volgende stap wordt, ligt bij de partij met het meerderheidsbelang, niet bij ons.” De in het citaat aangehaalde partij, Castiglioni dus, kaatst de bal echter direct weer terug. “Niets is afhankelijk van mij, AMG zou eerst eens op mijn voorstellen moeten antwoorden.” Om daar nog aan toe te voegen: “Als AMG wil uitstappen, vind ik wel een andere partner. MV heeft veel potentieel, interesse is er derhalve genoeg.” Heel voorzichtig gezegd, lijkt de situatie in een impasse beland. Daardoor is de nood inmiddels wel zo hoog opgelopen, dat MV Agusta op 22 maart surseance van betaling heeft aangevraagd. Iets dat diverse toeleveranciers flink in het verkeerde keelgat is geschoten, waaronder VRM dat onder meer swingarmen levert. “We hebben MV Agusta krediet verstrekt, enkel omdat het met Mercedes-AMG een kredietwaardige partner achter zich had staan. En juist die samenwerking wordt nu sterk onder druk gezet”, aldus Florenzo Vanzetto van VRM.
En wat gebeurt er in de tussentijd met MV Agusta? De Italianen hebben onlangs een kleine 600 2015-motor voor de internationale markt teruggehaald om in ieder geval de Europese markt te kunnen bedienen. Verder worden er vanaf april 400 stuks van de nieuwe Brutale 800 en Dragster RR gebouwd, zodat het nieuwe seizoen niet helemaal verloren gaat. Maat ondanks dat de productie al een tijdje nagenoeg stil staat, is het allemaal niet zo dramatisch, bagatelliseert Giovanni Castiglioni de situatie. “Dat een deel van het personeel thuis zit, komt vooral door een reorganisatie die momenteel gaande is.” Deze zou noodzakelijk zijn, omdat MV Agusta weer een stapje terug wil doen. “We hebben in korte tijd een groeispurt gemaakt van 30% en dat heeft veel geld gekost. We blijven inzetten op exclusieve premium producten, echter wel tegen gelijke of zelfs lagere aantallen. Vergelijkbaar met Ferrari.” Na het plan om een economische groei te realiseren door grote verkoopaantallen van aantrekkelijk geprijsde motoren (2011), gevolgd door een strategiewissel gericht op grote verkoopaantallen van hoog geprijsde modellen (2014), keert MV Agusta nu dus weer terug naar haar oorspronkelijke bedrijfsstrategie à la Ferrari. De firma wederom verkopen wil Castiglioni naar eigen zeggen in ieder geval absoluut niet. De hoogste prioriteit ligt wat hem betreft bij “het waarborgen van de continuïteit van het merk MV en het tevredenstellen van de schuldeisers.” Zonder ontslagen onder de 250 MV-medewerkers zal dat volgens Castiglioni echter niet lukken. En ook niet zonder een kapitaalkrachtige partner. Veel toeleveranciers, evenals de medewerkers, hebben hun hoop vooral gevestigd op AMG. Een volledige overname lijkt zelfs tot de mogelijkheden te behoren, de constructie Audi/Ducati bewijst immers dat het ook goed kan uitpakken. Voor AMG heeft de samenwerking met MV Agusta echter zeker niet de hoogste prioriteit, de Duitse onderneming heeft tot dusverre zelfs nog geen enkele manager naar Italië gestuurd. Dat zal nu misschien wel veranderen. Wanneer AMG tenminste besluit met MV door te gaan…