Compacttest Kawasaki Z800 Performance Edition

Nakeds zijn puur, nakeds zijn stoer en lenen zich bij uitstek om nog eens naar smaak op te leuken met smakelijke spulletjes. Dat laatste is al af-fabriek gebeurd met de Performance-uitvoering van de Kawasaki Z800. Niet helemaal nieuw, maar interessant genoeg voor een korte test met de 2016-uitvoering in een zuidelijk bochtenparadijs.

Naked bikes zijn gewoon letterlijk naakte motorfietsen, maar in het Engels lijkt het natuurlijk eindeloos veel stoerder. Voor de Kawasaki Z800 klopt dat in elk geval wel, waarbij de Performance-uitvoering er nog een schepje bovenop doet, passend bij de uitstraling. De verschillen met de (dit jaar niet meer gevoerde) standaardversie zijn: een Akrapovic-einddemper (titanium of carbonfiber naar keuze), een smoke flyscreen, groene velgstriping en een Z-tankpad. De Akrapovic-demper – met uitneembare dB-killer – zorgt voor een winst van 4 pk en ruim 5 Nm, en bovendien een gewichtsbesparing van vijf kilo. Daarmee gaat het topvermogen van 113 naar 117 pk, terwijl het maximumkoppel stijgt van 83 Nm naar dik 88 Nm. Een vermogensmeting hebben we niet, dus we weten niet precies wat het verschil over het toerenbereik is; tijdens het rijden geeft het blok in elk geval een zeer lineair gevoel, met over het hele toerenbereik flinke trekkracht. Het topvermogen wordt iets boven de 10.000 toeren geleverd, waarna hij licht afbouwend nog doorgaat tot aan het rood bij 12.000. Duidelijk een andere karakteristiek dan een hoogtoerige supersport; deze viercilinder is echt een straatblok. Ik reed ermee zonder dB-killer en dan zit er een mooi donkere, egale loei in. Niet overdreven hard, maar je hoort hem goed.
Op de Z800 geen elektronische foefjes als verschillende motormappings, tractiecontrole of een quickshifter, maar het blok is zo soepel, reageert zo netjes op het gas en schakelt zo gemakkelijk (desgewenst zonder koppeling) dat je dat ook niet echt zult missen.
ABS zit er overigens wel op; de remmen doen het ook verder uitstekend, ze grijpen mooi aan en remmen goed doseerbaar door.

Het model is niet nieuw meer, maar de groen-wit-zwarte kleurstelling frist de Z800 in mijn ogen echt op, ik krijg er zelfs een zomers gevoel van. Dat zal ook wel liggen aan ons testterrein in zuidelijk Spanje, iets ten oosten van Almería. Hoewel de temperaturen ook hier nog niet zomers zijn, hebben we wel overwegend zonnig weer en bovendien fantastisch kronkelende wegen door het ruige wild-west-landschap (waar daadwerkelijk vele zogeheten spaghetti-westerns zijn gefilmd).
Op die bochtige wegen voelt de lekker ruim zittende Z800 enerzijds tamelijk massief, anderzijds wat nerveus. Hij is voelbaar niet de lichtste in zijn klasse, maar heeft wel een behoorlijk wendbare geometrie meegekregen. Persoonlijk vond ik hem prettiger, zekerder aanvoelen nadat ik de voorvork een ringetje meer veervoorspanning en iets meer uitgaande demping had gegeven; hij voelt dan iets minder wendbaar aan, maar wel vaster en daardoor gemakkelijker op onbekende trajecten. Ook gaat de Z800 beter sturen naarmate je er resoluter mee rijdt, liefst door te gaan verzitten en er iets naast te gaan hangen. Het opmerkelijke was dat eenmaal goed op tempo en aan de motor gewend, de lagere veervoorspanning toch ook wel z’n voordelen had qua snel sturen; het loont in elk geval de moeite daarmee zelf wat te experimenteren om de maximale lol uit de machine te halen. De vering is voor deze klasse bovengemiddeld uitgevoerd en heeft misschien niet heel geraffineerde, maar wel behoorlijke demping. Voor en achter is de veervoorspanning en uitgaande demping instelbaar, dus je kunt hem een heel eind aan je vooorkeur aanpassen.

Er is overigens ook nog een speciale Sugomi-uitvoering (€ 10.299,-, in België € 9.499,-), in een zwart met donkerrode kleurstelling (met zelfs rood geanodiseerde vorkpoten) en carbonfiber Akrapovic-demper. Aan de andere kant van het spectrum is er een eenvoudigere Z800e voor € 8.899,- (België: € 7.999,-), in zowel een 95pk-versie als een 48pk-versie voor het A2-rijbewijs. Ook hiervoor bestaat een Performance-pakket, voor de somma van € 750,- (ook in België).