+ Plus

Lezerspanel Suzuki GSX-S1000 en GSX-S1000F

Met de naakte GSX-S1000 en gekuipte GSX-S1000F lanceerde Suzuki het afgelopen jaar een nieuwe naked en een sportieve toermachine op basis van het hart van de 2007-GSX-R1000. Wat we er zelf van vonden, heb je het afgelopen jaar al in diverse tests kunnen lezen. Dit keer laten we de leden van het MotoPlus Lezerspanel aan het woord over hun ervaringen met beide Suzuki’s.

Naam: Johan de Jong
Leeftijd: 49 jaar
Woonplaats: Gorredijk
Rijbewijs sinds: 1989
Rijdt zelf: Triumph Tiger Explorer

“SUZUKI’S DUBBELSPEL OP STRAAT”
“Suzuki positioneert beide machines in wat zij noemt het Street-segment. Ze vormen de bovenkant van dat segment en schurken daarbij het dichtst aan tegen de supersports. En dat is niet verwonderlijk. De krachtbron van de GSX-S-en stamt namelijk uit de GSX-R1000, een rasechte Supersport. Weliswaar uit 2007, maar dat hoef je je vrienden er natuurlijk niet bij te vertellen. Dat het oude GSX-R-blok onder deze beide nieuwe machines hangt, is zeker geen tekortkoming. Op de keper beschouwd heeft het eigenlijk alleen maar voordelen.
Het blok is inmiddels ver doorontwikkeld en daarmee betrouwbaar. En het vermogen dan? Nou, daar is ook niks mis mee. De specificaties geven een waarde van 146 pk aan. Daarmee wordt een hedendaagse 1.000-supersport inderdaad een winkeldochter, maar voor de meer op toeren gerichte GSX-S-en is dat aantal pk’s voldoende. Misschien zelfs wel ruim voldoende.
Qua specificaties hebben de GSX-S-en veel gemeen. Ze hebben dezelfde lengte, breedte, bodemvrijheid, tankinhoud en dan is de opsomming nog lang niet compleet. Ze hebben overduidelijk dezelfde genen. De specificaties laten een klein verschil zien op het gebied van zithoogte. Die wordt voor de GSX-S1000 5 mm hoger (815 mm) opgegeven dan zijn gekuipte broer (810mm). In de praktijk heb ik die halve centimeter verschil niet kunnen ontdekken. Hoewel de Suzuki’s dus veel gemeen hebben, zijn het op het eerste gezicht toch twee verschillende motorfietsen. Wat een stuk polyester al niet kan doen. Want dat is het kenmerkende en beeldbepalende verschil tussen beide, de volle kuip van de GSX-S1000F. Daarmee wordt het toch een andere motor.
Het ligt voor de hand dat de twee Suzuki’s hetzelfde rijden. De krachtbronnen en rijwielgedeeltes zijn immers gelijk. Toch heb ik dat niet zo ervaren. Niet dat er grote verschillen zijn, maar ik had toch het idee dat de naakte Suzuki iets feller was. Iets directer op gascommando’s reageerde. Rijden op het tweetal gaat als de brandweer. Alle bedieningsmechanieken werken feilloos. Koppelen en schakelen gaat licht, doeltreffend en vrijwel geruisloos. De gemonteerde Brembo’s staan garant voor het veilig weer afbouwen van de rap op te bouwen snelheid.
Als je op twee motorfietsen rijdt, sla je toch ongemerkt aan het vergelijken. En dan is de prijs er natuurlijk ook een, want daarin zijn ze verschillend. De gekuipte versie (€ 14.499) staat voor € 1.000 meer in de prijslijst dan zijn naakte variant (€ 13.499). Daarmee zijn ze concurrerend geprijsd. En van vergelijken komt natuurlijk kiezen of een voorkeur uitspreken. Dat moet in dit geval dan op basis van de beperkte verschillen. En dan prevaleer ik toch de aangeklede GSX-S1000F. Ik zou die € 1.000,- verschil overhebben voor de looks van de volle kuip en de windbescherming die hij biedt.
In die keuze heb ik ongetwijfeld medestanders. Maar waarschijnlijk zal de helft ook kiezen voor de GSX-S1000. Zij kunnen die bespaarde € 1.000,- dan mooi besteden aan een korte vakantie met de nieuwe aanwinst.”
Naam: Bart van der Velde
Leeftijd: 24 jaar
Woonplaats: Hilversum
Rijbewijs sinds: 2010
Rijdt zelf: Aprilia RST1000 Futura

“ZEER GESCHIKT VOOR BREED PUBLIEK”
“Wat mij direct op viel aan beide Suzuki’s waren de directe maar niet nerveuze gasrespons, de fenomenale remmen en de strakke wegligging. Het stuurgedrag is scherp en natuurgetrouw. De viercilinder met lange slag levert veel koppel en vermogen en kennen we al van de 2007-GSX-R1000.
Ook kennen we de remmen en swingarm al van de laatste generatie GSX-R1000. De naakte GSX-S1000 voelt zich dan ook snel op zijn gemak in de handen van de berijder. Die heeft dan ook de volle controle over de 146 paarden, dankzij onder andere de drievoudige tractiecontrole en ABS.
Waarin verschilt zijn naamgenoot de GSX-S1000F dan? Kort gezegd, zijn kuip. Toch staat die ‘F’ achter de diverse typenamen van sportieve toermachines uit het verleden van Suzuki. Zoals bijvoorbeeld de populaire GSX600F. Een paar typerende eigenschappen van een ‘F’ van Suzuki waren onder andere koffermogelijkheden, een sport-toer-houding en een comfortabel zadel voor de duopassagier. Helaas scoort de nieuwe GSX-S1000F op deze drie punten wat minder. De zithouding nijgt voor mij meer naar sportief dan naar toer, zijkoffers zijn niet leverbaar (alleen zadeltassen) en het formaat van het duozadel houdt niet over. Toch zijn beide GSX-S1000’s door hun vriendelijke rijgedrag zeer geschikt voor een breder publiek.
Naam: Fred van Vliet
Leeftijd: 44 jaar
Woonplaats: Amstelveen
Rijbewijs sinds: 1991
Rijdt zelf: Ducati 1098 en Harley-Davidson Fatboy

“HEERLIJK STUREN, SPORTIEF HART”
“Het heeft lang geduurd heeft voordat Suzuki met deze motoren op de markt kwam. De laatste jaren worden de echte superbikes steeds nadrukkelijker voor de circuits ontworpen en daardoor ontstaat er vanzelf meer ruimte voor sportieve, maar juist op de openbare weg gerichte machines. Sterke nakeds en sportieve toermachines pakken beide een stukje van deze markt, waar nu ook de GSX-S1000 en ‘F’ zich op richten.
De zitpositie op de ‘S’ is comfortabel en duidelijk op de openbare weg gericht. Onderhuids verloochent de ‘S’ zijn afkomst niet, je herkent nog wel degelijk de genen van de superbike. Vooral het blok laat zich gelden door de gretigheid waarmee het toeren wil maken en vermogen levert. Vanaf zo’n 6.000 toeren voelt het echt aan alsof je met een gestripte superbike op pad bent. Dat betekent niet dat de machine agressief of oncomfortabel aanvoelt. Sterker nog, het is een machine waarop ik me zeer snel thuis voel door het gebruiksgemak en het vertrouwen dat de machine geeft door gasrespons en stuureigenschappen. Die is gewoon op hoog niveau.
Mijn verwachtingen voor de ‘F’ waren dat deze zich nog nadrukkelijker tussen de R en de S in zou positioneren. Suzuki adverteert niet voor niets met de GSX-S1000F als ‘The best of both worlds’. Als je de motor ziet staan, dan herken je nog direct R-kenmerken, maar duidelijk minder extreem. Echt toer is het ook niet, daarvoor ontbreken de bagagemogelijkheden. De spiegels op het stuur in plaats van op de kuip doen juist weer meer aan een naked denken.
Tijdens het rijden geeft de combinatie van de bovengenoemde fijne eigenschappen van de S, in combinatie met een kuip voor je neus, inderdaad nog meer de neiging om de ‘F’ als ‘R’ te rijden. De zitpositie is op de ‘F’ niet anders dan op de ‘S’, maar door de neiging om toch lager en sportiever op de ‘F’ te willen zitten, leek het geheel toch minder te passen. Dat kan heel goed een erg persoonlijke ervaring zijn, want ik ben gewend aan een extreme Ducati 1098. De ‘F’ doet veel goed, maar persoonlijk vond ik hem iets te veel aanvoelen als een ‘S’ met kuip in plaats van een nog dichter bij de ‘R’ staande motor voor de openbare weg.
De beide GSX-S1000-varianten zijn heerlijk sturende motorfietsen met een duidelijk sportief hart. Met name de ‘S’ is in mijn ogen een totaalpakket geworden, waarin sportiviteit, vertrouwen en bruikbaarheid op de openbare erg geslaagd zijn samengebracht. Nu deze ‘F’ en ‘S’ op basis van de vorige generatie superbike er zijn, kijk ik met belangstelling richting Japan wat dat gaat betekenen voor een nieuwe GSX-R voor het circuit.”

Gerelateerde artikelen

Eerste test Ducati Multistrada V4

Eerste test Ducati Multistrada V4

31 oktober, 2024

Zware slagregens, rivieren treden uit hun oevers, en evacuaties. Kortom, een prima weersverwachting om af te ...