Interview voormalig staatssecretatis Fred Teeven
Àlle rijbewijzen had hij al, oud-staatssecretaris en voormalig ‘crime fighter’ Fred Teeven, maar dat ene, van jongs af aan meest begeerde – het motorrijbewijs – ontbrak. Die situatie is nu veranderd, want Fred Teeven is op z’n zevenenvijftigste alsnog enthousiast motorrijder ge-worden. Wij spraken met de voormalig officier van justitie in het politieke hart van Nederland.
Hij is thans – na zijn samen met oud-minister van Justitie Ivo Opstelten min of meer gedwongen aftreden – weer ‘gewoon’ kamerlid. Heeft een turbulente periode achter de rug, zoals hem dat trou-wens veel vaker is overkomen, maar z’n accu is nu weer volledig opgeladen. Hoe? “Ik heb mijn hoofd goed leeg gemaakt door te gaan lezen, hardlopen èn vooral flink te gaan motorrrijden. Daar-van word je weer helemaal nieuw”, zo verklaart hij lachend in het druilerige regentje, pal voor de deur van het chique Haagse Hotel des Indes. Z’n oude Honda CB500F staat nonchalant geparkeerd op het Lange Voorhout. Tussen de imposante limousines en de voorname CD-auto’ s. Daar heeft Fred Teeven lak aan. Hij is van oudsher lekker eigenzinnig en wars van snob appeal en kouwe kak.
“Heeft weinig gekost, m’n motortje, maar ik heb er ontzettend veel lol mee”, legt hij uit als hij ons naar het zilverkleurige, niet meer zo piepjonge Honda’tje ziet kijken. “Ik heb op zo’n Honda gelest en dan voelt het vertrouwd als je er voor het eerst echt op gaat rijden. Je doet ervaring op en verlegt je grens. Ik leen dus nu ook wel eens een Kawasaki 1000 van een vriend en ik moet zeggen, dat geeft toch wel een heel andere kick. M’n hartenwens blijft eigenlijk zo’n snelle, moderne tour-BMW, maar voorlopig rijdt m’n vertrouwde Honda best lekker. Zèker hier in Nederland. Ik krijg sowieso al snelheidsbekeuringen genoeg. Met de auto weliswaar, maar toch. Ziet er nog goed uit, hè, dat oude beestje? Van een oude dame geweest, zullen we maar zeggen…!”
Het chique Hotel des Indes, gebouwd als ‘stadspaleis’ in 1858 door ene baron van Brienen, die er destijds het gigantische kapitaal van honderdvijftigduizend gulden voor op tafel legde, ademt klas-sieke voornaamheid. Het overigens attente en behulpzame personeel van nu is duidelijk niet zo ge-wend aan motorrijders die hun helm graag onder handbereik houden en hun natte jacks achteloos naast zich op de grond deponeren. Vreemd, ze moeten daar toch wel iets gewend zijn, met een gas-tenlijst waarop de presidenten Roosevelt en Paul Kruger prijken, net als koningen Faisal en Haile Selassie en artiesten als Josephine Baker en Yehudi Menuhin. En dan nu wij, van MotoPlus, natuur-lijk…!
Historische grond dus, waar Nederlandse kabinetten werden gesmeed en gekraakt. “Al eens hier geweest?”, informeert Teeven. “Nou, eh, nee, niet zo vaak”, bekennen we. Fred Teeven duidelijk wel, maar hij legt net zo makkelijk aan bij een frietkot in België of een motorrijdershotel in de Eifel.
“Het is eigenlijk een late roeping”, vertelt hij. “In de zomer van 2012 heb ik m’n motorrijbewijs gehaald. Gelijktijdig met Maxime Verhagen, oud-minister van het CDA, vice-minister-president en thans voorzitter van Bouwend Nederland. Noem het maar midlife crisis”, relativeert hij grinnikend. Dan serieus: “Het is toch heel goed dat er nu steeds meer politici op de motorfiets stappen? Henk Kamp (VVD) rijdt motor, SP’er Harry van Bommel is fervent motorrijder, Wim van de Kamp (CDA-Europarlementarier red.) eveneens. De motorwereld kan dus niet meer zo hard klagen ‘dat de motorfiets zo schaars vertegenwoordigd is in de politiek en in het bestuur!’”
Wordt er wel eens een beroep op je gedaan door vertegenwoordigende organisaties als, ik noem maar wat, de KNMV, Motorrijders Actie Groep of de ANWB?
“Ja zeker, omdat ik in mijn nieuwe portefeuille als kamerlid, buitenlandse handel, al actief bezig ben voor onder meer motorrijders. In het vrijhandelsverdrag TTIP wordt gestreefd om barrières in han-delsbetrekkingen te slopen. Het moet gemakkelijker worden als fabrikanten in diverse landen gelijke voorschriften krijgen opgelegd. Ik bedoel: gestroomlijnde eisen voor bijvoorbeeld motorkleding, laarzen, helmen, kettingen, ik noem maar iets. Nu is het zo dat bijvoorbeeld Amerika heel andere keuringseisen loslaat op artikelen dan Europa en beide continenten hun wederzijdse voorschriften niet erkennen en accepteren. Dat moet anders, beter, sneller en efficiënter kunnen.”
We zijn dan aanbeland bij de onderwerpen waaraan Fred Teeven niet graag terugdenkt, zoals de zogenoemde ‘bonnetjesdeal’ met crimineel Cees Helman, waarvan de afkoopbedragen zo lang in het ongewisse bleven. En zijn aftreden daardoor als staatssecretaris, in het kielzog van minister Ivo Op-stelten. Ruim twee weken, van 9 maart tot 26 maart 2015, was hij ambteloos. Daarna werd hij – voor de vijfde (!) keer – beëdigd als lid van de Tweede Kamer in de VVD-fractie. Teeven kreeg twee moeilijke portefeuilles toebedeeld: defensiepersoneel, met problemen als de giftige chroomverf en het post-traumatisch stresssyndroom bij militairen, èn het vrijhandelsverdrag (Transatlantic Trade and Investment Partnership), dat met name door antiglobalisten en groenlinkse stromingen bepaald niet wordt toegejuicht. Volgens Fred Teeven kan dat vrijhandelsverdrag echter ook voor de motor-wereld dus zegenrijk werken. Hij is inmiddels al aardig ingewerkt in de nieuwe materie.
Geen heimwee naar Justitie?
“Ik kijk niet graag achterom, ik kijk liever vooruit.”
Die late ontdekking van het motorrijden, ècht een midlife overweging?
“Welnee, als jongen in Haarlem wilde ik al motorrijden, maar mijn vader verbood het gewoon. Ik was al eens met m’n brommer hard gecrasht op de kruising Zandvoortselaan-Herenweg in Heemste-de. ‘Nìèt op de motor’, verordonneerde m’n vader, hij vond dat levensgevaarlijk. Vader was bank-biljettencontroleur bij drukkerij Joh. Enschedé in Haarlem. Ik ging in Haarlem naar school en reed dus al vroeg bromfiets, zo’n viertakt Honda schakelbrommer. Ik haalde daarna echt al m’n rijbewij-zen, auto, vrachtwagen en bus, maar van een motorrijbewijs was het tot dusver niet gekomen. Tot 2012 dan. Ik nam een cursus bij de ANWB en dat ging best aardig, vooral met de bijzondere ver-richtingen: goed leren remmen, achtjes draaien, een noodstop, je kent dat wel. Het was natuurlijk lullig dat ik in eerste instantie voor m’n theorie zakte, maar een paar dagen later legde ik het examen toch met goed gevolg af. Daarna is het grote genieten begonnen.”
Geen last van dat…eh…negatieve motorrijders imago? Door die ‘motorbendes’ als No Sur-render, de Hells Angels, Bandidos, Satudarah?
“Ach, motorbendes. Wat een onzin. Op alle motorrijders vormt dat stelletje toch een absolute, bijna te verwaarlozen minderheid? Bovendien vind ik het inconsequent, die betiteling. Als er een overval wordt gepleegd met een auto of een bromfiets, klets je dan over autobendes of bromfietsbendes? Nou dan! Dat ze worden aangepakt die bendes, prima, maar we moeten er, ook als gewone motor-rijders, niet te ingewikkeld over doen.”
Dus geen last van dat imago, in dit soort etablissementjes of daar op het Binnenhof?
“Nee, motorrijden is gewoon in regeringskringen en in het parlement geaccepteerd. En terecht. Ik heb tenminste weinig last van vooroordelen over motorrijders. Bovendien de motor heeft veel voor-delen. Hij is hartstikke schoon, neemt minder plaats in dan een auto, je bent er sneller mee uit de voeten, parkeert hem makkelijk in een klein gaatje en motorrijders zijn doorgaans – uitzonderingen zijn er altijd – heel nette, defensieve weggebruikers. Het zijn geconcentreerde verkeersdeelnemers. Ik bedoel, ze zitten niet te eten op de motor, te roken, de krant te lezen, te bellen, ik noem maar wat. Bovendien, op de motor rijd ik gewoon behoedzamer. Ik krijg er heel weinig snelheidsbekeuringen mee en dat is in m’n auto helaas wel anders. Niet goed te praten, okay, maar ja, het overkomt me!”
En het thuisfront?
“M’n lieve vriendin Irma vindt het langzamerhand ook prachtig. Ze heeft nu zelfs een motorpak gekocht en stapt graag achterop. Gaan we een stukje rijden en een hapje eten in Zandvoort bijvoor-beeld. Maar het liefst rijd ik solo. Met een paar vrienden. Of helemaal alleen, dat vind ik ook prach-tig. Na mijn aftreden als staatssecretaris ben ik de Ardennen ingereden. Ik wilde een aardig tijdje wegblijven en inderdaad m’n hoofd even leeg maken. Heerlijk bochten rijden en dan door naar Duitsand. Naar de Eifel, langs de Moezel. Slapen in zo’n klein motorrijdershotelletje. Toen ben ik er eigenlijk pas goed achter gekomen, die vrijheidsbeleving van het motorrijden. Altijd buiten met de elementen. Je ziet alles, ruikt alles, een boer die aan het mesten is, het verbranden van bladeren of houtsnippers, een asfaltmachine, een bakkerij. Die geurdimensies zijn inderdaad heel belangrijke facetten van de motorbeleving.”
Met de auto wil het bij jou nog wel eens misgaan.
“Je bedoelt die snelheidsovertredingen? Oh nee, natuurlijk dat ongeluk met die oude Peugeot van m’n vriendin. Ja, gewoon domme pech, die aanrijding begin van dit jaar. Ik sloeg met m’n kop tegen de voorruit. ‘Teeven had dus z’n gordel niet om!’, klonk het direct overal. Het zat anders, het is een héél oud Peugeo’tje en daar zit nog een zogenaamde heupgordel in, vandaar…”
De beste verkeersdeelnemers?
“Nou, ik dènk dat motorrijders hoog scoren. Alleen al omdat ze wel gedwongen zijn om defensief te rijden. En ik vind dat truckers zich doorgaans heel goed en sympathiek opstellen ten opzichte van motorrijders. Ik krijg vaak voorrang of de ruimte, juist van vrachtwagenbestuurders.”
Een oud-staatssecretaris, oud-officier van Justitie, oud-rechercheur van de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst, oud-baas van de douanerecherche, oud-fractievoorzitter van Leefbaar Nederland, VVD-kamerlid en afgestudeerd in Nederlands en notarieel recht, plus een afge-ronde masteropleiding public management. En dan op zo’n rijles Honda CBF500?
“Er is niets beter dan eerst verdere rijervaring opdoen op je oude lesmotor. Hij kan hard genoeg. Alhoewel, soms mag ik een stuk rijden op de Kawa van een van m’n vrienden en dan schroef ik op een Duitse autobaan, de A-31 bijvoorbeeld, het gas open tot tweehonderd of zelfs meer. Dat is dan wel even een enorme kick. Maar leuk? Nee, echt bochten rijden in de Ardennen, dàt is pas leuk. En mensen ontmoeten. Een onbekend hotelletje aandoen en daar dan een heerlijk glas drinken. Als ik motor rijd, dan drink ik absoluut geen druppel. Veel te link voor je zelf en voor anderen, op zo’n evenwichtsvoertuig. Ik ben heus geen ‘prinzipienreiter’, maar als ik met de motor ben dan drink ik absoluut niets!”
Fred Teeven (57), gehoekt gebouw van een kerel. Minzaam maar gedecideerd pratend en hande-lend, graag recht-op-z’n-doel-afgaand. Een van de schaarse no nonsense- en weinig bla-bla-etalerende politici. Zal nauwelijks moeite hebben met de honderdtachtig kilo van z’n 500cc tweeci-linder. Hij lijkt qua uitstraling en mentaliteit voorlopig zeker een aanwinst voor ons parlementaire motorrijdersbestand. Hopelijk kan hij met zijn ‘soulmates’ in regering en (Europees) parlement heel wat constructiefs voor ons, motorrijders, doen..
“Fotograferen?”, vraagt Fred Teeven, “moet dat nu? Met dat zeikweer? Bovendien, ik heb niet zo-veel tijd meer!” Kwartiermaker-fotograaf Wout Meppelink heeft echter de dienstdoende mare-chaussees op het Binnenhof aardig omgepraat. “Nou vooruit dan, met Fred Teeven mag het wel even van ons!” We mogen op onze Honda CBF en Triumph Tiger zelfs samen rijfoto’s laten maken op het bijna heilige, historische Binnenhof. Tussen de bankjes door en over de gladde keitjes. Het is duidelijk dat Teeven de ’bijzondere verrichtingen’ heel goed heeft geleerd.
Een voormalige, vermaarde crimefighter, voorlopig nog op een redelijk tam oud les-Honda’tje met 56 hele pk’s aan boord. Maar dat zal waarschijnlijk niet zo heel lang duren, gezien de recente uit-spraken en vooral z’n ervaringen tijdens dat…eh…‘hoofd leegmaken’ van hem.