Warmdraaien 15 – 2015
Met alweer de laatste MotoPlus voor de zomervakantie – het volgende nummer verschijnt op 21 augustus – breekt ook bij ons een korte rustperiode aan. Jammer dat voor veel motorrijders de vakantie altijd vooraf wordt gegaan door een moment van ultieme stress: hoe krijg je alle bagage mee in je koffers, roltas, tanktas of rugzak? Het is elk jaar weer hetzelfde liedje: de koffers lijken gekrompen terwijl de berg bagage elk jaar groter wordt.
Ik weet nog dat ik bijna 30 jaar geleden één van mijn allereerste Alpenvakanties maakte op een supersportfiets met nul-komma-nul bagagemogelijkheden, maar dat was eigenlijk het minste probleem. Voor een dag of acht rijden in de bergen volstond een behoorlijk compacte blauwe tanktas van Held (ik heb hem nog, gewoon met riempjes onder de tank en het balhoofd door) en een rugzak. Want wat had je nu eenmaal nodig? Je liep de hele dag in het motorpak, dus met een paar t-shirts, wat ondergoed, een spijkerbroek en een korte broek kon je het prima uitzingen. Dat motorpak was trouwens ook geen waterdicht en ademend hyper-de-pieper-Goretex-allweather-fourseasons-pak met vier uitritsbare voeringlagen, maar gewoon een leren combi-overall waarin je al nat werd als het drie kilometer verderop regende. Dat pak was immers het enige dat je had en waarin je zomer en winter reed. Ik geloof dat ik nog wel een ultradun fiets-regenjasje bij me had om bij regen over het leren pak aan te kunnen trekken, maar wat ik me er van kan herinneren hielp dat weinig.
Ik weet nog wel dat ik die trip met veel minder bagage thuiskwam dan ik was vertrokken. En dat had niets te maken met de tip van een ervaren motorreiziger dat ik vooral oude versleten sokken en ondergoed moest meenemen, die je vervolgens onderweg gewoon weg kon gooien als ze vuil waren. Nee, het had te maken met een losgeschoten rits van mijn rugzak op de Duitse A7, iets voor Rothenburg ob der Tauber. Met 200 km/uur… En omdat ik meende dat mijn reismaatje wilde spelen toen hij naast me kwam rijden, waren we twee afslagen verder voor ik in de gaten had dat er iets mis was. Gelukkig had hij het kilometerpaaltje onthouden waar de desintegratie van mijn rugzakbagage had ingezet, zodat we zowaar mijn portefeuille met kentekenbewijs en rijbewijs terug wisten te vinden, plus wat andere kleinigheden. Sinds die tijd zeker ik de zippers op snelwegritten trouwens altijd met een veiligheidsspeld…
Ik moet toch nog wel eens terugdenken aan die jeugdige onbevangenheid waarmee je destijds aan zo’n ‘avontuur’ begon. Het lijkt wel of je naarmate je ouder wordt ook steeds meer beren op de weg ziet. En dat heeft dus zijn weerslag op de bagage die je meesleept. Beginnend met de primaire levensbehoefte van de moderne mens: de telefoon en niet te vergeten de oplader. Speciaal daarvoor heb ik dan weer een viervoudige stekkerdoos gemaakt met één redelijk universele stekker, omdat in veel hotelkamers of campings doorgaans veel te weinig stopcontacten voor handen zijn voor al je apparatuur.
Verder ben ik nogal zelfvoorzienend ingesteld, dus heb ik – naast het kettingslot en de vaak verplichte compacte EHBO-kit plus veiligheidshesje – op de motor altijd mijn eigen ‘survivalkit’ mee. Daarin wat basic gereedschap, bandenreparatiesetje, multitool, busje kettingspray, een lange sjorband (om wat vast te zetten, maar ook bruikbaar als sleepkabel) plus een elastische spin om de motorjas, binnenvoering of fles water achterop te kunnen knopen. Verder een klein zaklampje en wat van die latex weggooihandschoenen; handig als je onderweg moet sleutelen, maar ook bruikbaar in je motorhandschoenen, als die niet waterdicht blijken…
Tja, het leven wordt er niet eenvoudiger op voor de moderne motorrijdende vakantieganger, maar toch kan ik niet wachten om te gaan. Namens het hele team van MotoPlus: prettige vakantie en tot over vier weken!
Eric Bulsink, hoofdredacteur MotoPlus