Warmdraaien 16/2011
Psst, niet verder vertellen, maar ik ben ook lid van een motorclub. Momenteel niet meer heel actief, maar jarenlang heb ik met mijn club door binnen- en buitenland getoerd. Vooral de herinneringen aan de toerweekendjes naar het Sauerland en de Moezel-streek zijn nog steeds goed voor een glimlach, net als de offroadweekjes in Andorra, Tsjechië, Frankrijk en Polen. Maar dankzij de Hell’s Angels en Satudarah lijkt de benaming motorclub opeens besmet te raken. Vooral in de landelijke media worden dit soort groepen steeds vaker aangeduid met ‘motorclub’, terwijl iedereen natuurlijk weet dat deze vredelievende jongens absoluut niets van doen hebben met een motorclub zoals wij die allemaal kennen. Het feit dat ze zich op een motor (beter: Harley-Davidson) voortbewegen, maakt nog geen motorclub van hen. Maar als typering is het blijkbaar een mooie en risicoloze benaming, waar veel journalisten en redacteuren zich maar al te graag van bedienen, terwijl de motorfiets toch niet hun ‘core-business’ is. Hoe dan ook: het hele gedoe tussen Hell’s Angels, Satudarah’s en afgelaste Harley-dagen in den lande in verband met mogelijke rellen en knokpartijen doen het imago van de gewone motorclubs – en motorrijders – geen goed. Jammer.
Gelukkig was er de afgelopen week ook een bericht waar je wel vrolijk van kunt worden: in een recent onderzoek naar aanleiding van de uitgave van het boek ‘stoere beroepen’ stond het vak motorfietsmonteur verrassenderwijs met stip bovenaan. Kijk daar kun je dus mee thuiskomen! Met 1027 stemmen (oké, je mag vraagtekens zetten bij de betrouwbaarheid van dit onderzoek) scoort de motormonteur beduidend hoger dan de paardendresseur, de treinmachinist, de marinier, de profvoetballer en de brandweerman en de F16-vlieger. Ach, als je er over nadenkt is het zo slecht ook niet om hele dagen in de weer te zijn met de mooie techniek van motoren. Techniek met prestaties om van te watertanden, want de litervermogens van 200 pk kom je – met stille uitlaat, schone uitlaatgassen èn 2 jaar garantie – buiten de motorwereld nauwelijks ergens anders tegen. Bovendien is het een zeer verantwoordelijk vak, want juist door die prestaties en fijnmechanische techniek moet je geconcentreerd werken, omdat kleine foutjes grote gevolgen kunnen hebben. Door de grote verscheidenheid in motorland is het werken bij een motorzaak ook verre van eentonig en bovendien ben je werkzaam in een ‘hobbywereld’: bijna alle mensen waarvoor jij de motor onderhoudt en repareert staan te popelen om er weer van te kunnen gaan genieten. Dat werkt toch iets anders dan als het enkel en alleen maar gaat om de laagste kilometerkosten tot drie cijfers achter de komma.
Op pagina 12 in MotoPlus 16 publiceren we de eerste test van MV Agusta’s F4RR Corsacorta. Kort na de presentatie van dit nieuwe topmodel kwam het trieste bericht van het overlijden van Claudio Castiglioni: op 64-jarige leeftijd stierf de flamboyante zakenman aan de gevolgen van kanker. Castiglioni heeft enorm veel betekend voor de motorindustrie: hij verdiende zijn kapitaal met de productie van onder meer metalen scharnieren, sloten en bouwbeslag en gebruikte dat geld onder meer voor de redding van Ducati, de start van Cagiva, het opnieuw in de markt zetten van MV Agusta en de overname van Husqvarna. Hij kocht en verkocht merken en fabrieken zonder scrupules, maar toch was hij naast een superslim zakenman vooral een echte motorliefhebber. Onder zijn leiding werden vele kampioenschappen behaald en zagen bijzondere machines als de Cagiva Elefant, Cagiva Mito, Ducati 916, Ducati Monster, MV Agusta F4 en de MV Brutale het levenslicht. Maar weinig mensen kunnen zeggen dat ze zulke iconen in de motorwereld hebben gezet!
Eric Bulsink
Hoofdredacteur MotoPlus