Fabrieksbezoek Ctek acculaders
Wat IKEA is voor de meubelindustrie voor gezinnen, is CTEK voor de eindgebruikers van acculaders: marktleider. De Zweden leveren in veel landen meer dan helft van alle laders, reden genoeg om eens naar het hoge noorden af te reizen.
Vikmanshyttan oogt een beetje als de voormalige DDR in 1989. Met dat verschil dat de auto’s minder stinken en de bewoners een stuk vrolijker zijn. Maar verder is dit diep in het midden van Zweden gelegen en 900 inwoners tellende dorp een uitstekende plek om er een eind aan te maken als je ’s avonds eens niets te doen hebt. Kort door de bocht: Vikmanshyttan is zo op het eerste gezicht een ontzettend troosteloos oord. En dat het dorpshuis, het culturele en culinaire hoogtepunt van het dorp, de uitstraling heeft van een Oost-Europese gaarkeuken maakt de zaak er niet veel beter op.
Er zijn dus niet veel redenen om vanuit het 180 kilometer zuidoostelijker gelegen Stockholm over de van radarcontroles vergeven wegen in het zuiden naar de bos- en heuvelrijke provincie Dalarna te reizen. Maar één goede reden is er wel: in Vikmanshyttan is het hoofdkwartier van CTEK gesitueerd. Hier wordt bedacht en ontwikkeld wat jaarlijks wereldwijd door een miljoen acculaderkopers wordt gekocht en door fabrikanten als Alfa Romeo, Audi, BMW, Corvette, Ferrari, Lamborghini, Lexus, Maserati, Mercedes, Porsche, Rolls-Royce, Scania en Yamaha als origineel onderdeel wordt gevoerd. CTEK (wat staat voor ‘Charger Technology’, waarbij niemand een verklaring voor de aanwezigheid van de ‘K’ kan geven) werd in 1997 door de Zweed Bengt Wahlquist opgericht.
Toevallig eigenlijk, want oorspronkelijk waren acculaders maar een van de vele opdrachtklussen, waarmee Wahlquists sinds 1982 bestaande adviesbureau Creator met ingang van 1992 te maken kreeg. Het onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma eindigde echter abrupt toen de Creator-klant door een Amerikaans concern werd opgekocht en de ontwikkelaars met al hun kennis van acculaders ineens met lege handen op de Zweedse werkvloer stonden. Wat te doen? Precies: met CTEK een onderneming in het leven roepen, waarmee die kennis in de juiste economische banen kon worden geleid. Met vier medewerkers ging CTEK van start, maar dat zijn er inmiddels 130, waarvan er zeventig in Zweden werken en vanuit Vikmanshyttan het onderzoeks- en ontwikkelingswerk verrichten en de wereldwijde verkoop aansturen. De productie vindt plaats in drie fabrieken in de Chinese miljoenenstad Shenzhen, een industriezone in het zuidoosten van het land, direct grenzend aan Hongkong. 19 eigen CTEK-medewerkers zien er hier ter plekke op toe dat de vlijtige Chinese handen ook daadwerkelijk doen wat in Vikmanshyttan is bedacht. Vanuit China worden de producten naar het Belgische Gent verscheept, en van daaruit gaan ze de hele wereld over, naar meer dan zeventig landen.
Ondertussen hebben de Zweden in Noord-Europa meer dan vijftig procent marktaandeel op de markt van eindgebruikers. Het succesverhaal kreeg een enorme boost toen Porsche in 2002 haar eerste eigen acculader op de markt bracht en interesse toonde in de ontwikkelingen bij CTEK. Kort daarna werd de samenwerking tussen beide bedrijven bezegeld, waarna de eerste OEM-lader (OEM = Original Equipment Manufacturer, in goed Nederlands: fabrikant van originele onderdelen) op de markt kwam. Na Porsche volgden al snel Mercedes en Ferrari en nog meer gerenommeerde voertuigfabrikanten, die CTEK-apparaten onder hun eigen naam op de markt brachten.
Sinds 2005 bespelen de Zweden de markt vrij offensief, waarbij ze profiteerden van het feit dat de aanbieders die tot dan toe de markt beheersten, terughoudend op (accu)techniekontwikkelingen reageerden of zich volledig uit bepaalde marktsegmenten (BMW/CAN-Bus) terugtrokken. CTEK maakte dankbaar gebruik van de ontstane ruimte, overtuigde met de volledig hufterproof bediening van haar al even overtuigende apparatuur en boekte eveneens uitstekende resultaten in diverse testen. Zo schrijf je dus een succesverhaal.
Ondanks al het succes is CTEK een overzichtelijk, haast familiair bedrijf gebleven. Natuurlijk ben je als buitenlandse bezoeker al snel geneigd om alles in Zweden door een vrolijke Pippi Langkous-bril te bekijken, maar ook op het tweede gezicht is de charme van dit land en haar inwoners hier onmiskenbaar aanwezig. Al was het maar vanwege de locatie. Bij CTEK wordt niet gewerkt in een steriele ruimte op een anoniem industriegebied, maar in een bijna historische locatie. Het in het mijnbouwgebied Berslagen gelegen Vikmanshyttan heeft namelijk een lange traditie als vestigingsplaats voor hoogovens, smederijen en staalfabrieken. Tot eind jaren zeventig werd hier op grote schaal geproduceerd en in de beste dagen produceerden hier een dikke duizend arbeiders hoogwaardig staal.
Die tijden zijn al lang voorbij, maar het fabriekslandschap met haar enorme hallen bestaat nog steeds en daar wordt dankbaar gebruik van gemaakt. Als indoor kartbaan of als uitvalsbasis van bekende toerwagen raceteams. En dus ook door CTEK, dat er haar hoofdkwartier heeft. Wat aan de buitenzijde nogal landelijk oogt, blijkt aan de binnenzijde een hypermodern ontwikkelingscentrum te zijn. Naast diverse CAD-werkplekken in een goed uitgerust kantoorgebouw (zie pagina 62 linksonder) nemen verschillende proefopstellingen de nodige ruimte in de hallen in. Hier worden duurtesten met haast ontelbaar veel accu’s uitgevoerd, elektromagnetische gevoeligheid en waterdichtheid getest, schakelaars tot in den treure uitgeprobeerd en nog talloze andere testen uitgevoerd voordat de ontwikkelingsafdeling het licht op groen zet voor de serieproductie. Prototypen en machines worden ook door CTEK zelf gemaakt. De lange metaaltraditie van deze streek komt het bedrijf daarbij goed van pas, want vaklieden en machines zijn in ruime mate en in de beste kwaliteit voorhanden.
Maar hightech computers, uitstekend uitgeruste laboratoria en een indrukwekkend machinepark zie je ook op andere plekken, wat maakt het verschil en verklaart het succes? Duidelijk (cliché) antwoord: de menselijke factor. Die indruk krijg je absoluut als je over het midden in het dorp gelegen complex rondstruint en ziet hoe de Zweden, en niet alleen de CTEK-medewerkers, met hun werk bezig zijn. Het woord ‘ontspannen’ beschrijft het misschien wel het best. Niet nonchalant ontspannen, maar geconcentreerd ontspannen. Uiterst zelfbewust en met een doelgerichte frisheid in de omgang met collega’s en de bedrijfsleiding. Zo slenteren rond het middaguur vrolijke groepjes CTEK-medewerkers richting de kantine – corrigeer: dorpshuis -, en meteen wordt dan ook duidelijk dat we hier niet in de voormalige DDR zijn maar in Zweden. Hoe treurig Vikmanshyttan er op het eerst oog ook uit mag zien.
Van buiten grauw, maar van binnen vrolijk, zo gaat het ook verder als de Zweedse reisleiding ons ter afsluiting van het bezoek meeneemt naar Mats. “Mats doet wat met autosport en wordt door CTEK ondersteund”, zo luidt de niet echt opwindende uitleg. Okay, vermoedelijk dus een of andere derderangs drifter, die met een uitgewoonde bak wat door de Zweedse bossen ragt en er af en toe een acculader bij pakt voor een obligaat sponsorpraatje. Maar goed, we zijn beschaafde mensen, dus we gaan eens kijken. Tot zover het verwachtingspatroon….
Als de deur van Mats Myrsells onooglijke pand wordt geopend, vergaat ons horen en zien. Achter een eigen helikopter(!) staan vier (!) Porsche 911 RS-en in hightech rallytrim, en ze hangen inderdaad aan een CTEK-acculader. De indrukwekkende collectie van de Europees Historic Rally kampioen van 2012 en 2013 is enorm indrukwekkend en misschien wel het beste voorbeeld van wat deze Zweden-trip ons heeft laten zien: het is niet uiterlijk vertoon dat het succes van deze Noormannen heeft bepaald. Niet alles wat er saai uitziet, is dat ook. Dat geldt overigens ook voor Vikmanshyttan.