Reizen Alaska-Vuurland (slot)
In ruim drie maanden van het Amerikaanse Anchorage in het uiterste noorden van Alaska naar het meest zuidelijke punt van Zuid-Amerika. Het eerste deel van de Motorkaravaan bracht ons door Noord- en Centraal-Amerika en nu wacht misschien nog wel het mooiste deel van de reis. Door het ongerepte Zuid-Amerika zetten we koers naar onze eindbestemming: Tierra del Fuego, ofwel Vuurland!
Op de kaart lopen er vanuit Guayaquil drie wegen die Ecuador met Peru verbinden. Hoewel het gros van ons reisgezelschap de horde snel wil nemen en daarom de kortste kustroute pakt, ziet de grensovergang die meer landinwaarts in de bergen ligt, er volgens een aantal andere reisgenoten het meest aantrekkelijk uit. Ze rijden er in een groep heen en mogen zonder stempel in het paspoort zo Ecuador uit rijden. “De douanier zat te slapen en was volgens ons stomdronken,” luidt de best plausibele verklaring. De douane aan de Peruaanse kant van de grens denkt daar echter anders over. Ze moeten ergens anders de grens over, zo maakte men duidelijk. Dat waren ze echter niet van plan en na een beetje duwen en trekken rijdt de groep illegaal en onder protest om de slagboom heen Peru binnen. Het is maar te hopen dat de nummerplaten niet genoteerd zijn en de politie wordt gemobiliseerd om ze op te sporen om ze het land weer uit te zetten.
Elders in Ecuador, net voor de grens aan de kust, komt een andere reisgenoot stil te staan met een lekke band. Deze is niet zomaar lek, er zit een scheur in. En dat terwijl we net banden gewisseld hebben. Gelukkig hebben we een paar reservebanden bij ons en komt het allemaal weer vrij snel in orde. De kustroute die wij rijden loopt door de uitlopers van de Atacama woestijn, de hoogste en droogste ter wereld. De dorpjes in dit gebied hebben allemaal een mooie Plaza de Armas in het centrum, als soort middelpunt van het dorp. Het is bij uitstek de plek om te pauzeren en er bijvoorbeeld een Inca Cola te drinken. Een drankje met een kleur die doet vermoeden dat je ’s avonds licht zal geven. “Weten we meteen waarom er hier zo veel zonder licht rijden,” klinkt het.
Via Cyclayo en Trujillo rijden we in verschillende groepjes naar Huaraz. Op de route ligt de Canyon del Pato, waar een prachtige onverharde weg doorheen loopt. Ik rij een stukje vooruit om wat foto’s te maken, maar wanneer de achteropkomende groep te lang op zich laten wachten, blijkt dat een van de motoren met pech staat. Helaas niet de laatste keer dat dit gebeurt, ook de rest van de reis door Peru kenmerkt zich door drempels en obstakels, met meer motorpech en een reisgenoot die na een onschuldige val in het ziekenhuis komt te liggen. Gelukkig is er ook veel moois te zien, de prachtige rit door de Andes richting Cuzco bijvoorbeeld streelt de zintuigen en houdt de moraal hoog. Wat een plek!
De weg is meermaals gevaarlijk langs de bergwand geplakt en slingert zich via vele tunnels en haarspeldbochten door het berglandschap. Voor velen een van de mooiste routes ooit gereden. Op 4.100 meter hoogte echter begint het eerst te regenen, of beter gezegd te hagelen, waarna we op de pas, op 4.650 meter hoogte, te kampen krijgen met sneeuw. Wat nu? Vizier open of dicht? Beiden geven slecht zicht. Maar goed, het hoort erbij en zo zie je bovendien het vuil minder. Ieder nadeel heeft z’n voordeel, zo blijkt eens temeer.
Machu Picchu is natuurlijk een regelrechte ‘Tourist Trap’, die we tot nu toe juist daarom altijd gemeden hebben. Het is één van die plekken in de wereld die iedereen tot in detail kent van foto’s, ansichtkaarten en documentaires op TV, zonder er ooit zelf een voet te hebben gezet. Vijf miljoen bezoekers per jaar komen er, en deze keer zijn wij er ook bij.
Vanaf Machu Picchu gaan we richting het prachtige Titicaca meer en Bolivia. De spanning is de laatste dagen merkbaar gestegen. Het deel door Bolivia is eigenlijk al vanaf de allereerste routebespreking een belangrijk onderwerp van gesprek geweest. Niet alleen rijden we er op grote hoogte, de route voert ook door een gebied dat vooral leeg en onherbergzaam is, met temperaturen rond of onder het vriespunt. Bovendien is de route veelal onverhard en mogelijk moeilijk begaanbaar is. Naast verschillende zoutvlakten ligt er echter ook El Tatio, het hoogste geisergebied ter wereld, wat het voor velen zo fantastisch maakt om er doorheen te rijden. Verschillende deelnemers twijfelen echter ook of ze het wel aankunnen.
Zorgen voor later, eerst moeten we de grens over Peru uit. En dat is met een groep, waarvan zeven man illegaal het land is binnengekomen, waarschijnlijk niet zo maar gepiept. In Cusco kon het probleem van de missende stempels voor zowel rijders als motoren niet worden opgelost, daarna proberen we het nog een keer in Puno, waar het tenminste lukt om stempels in de paspoorten te krijgen. Op goed geluk naar de grens dus en daar maar kijken hoe we dat varkentje gaan wassen, de motoren zijn immers nog steeds illegaal in het land. Belangrijkste is dat de douane zelf haar administratie kloppend houdt. Ofwel, de data in hun computers moet allemaal kloppen. “Dus,” leggen we uit, “wanneer die motoren illegaal het land zijn binnengekomen, zouden ze er ook illegaal weer uit kunnen.” Zo simpel als wij het stellen, zien zij het helaas niet. “Jullie moeten terug naar de grens met Ecuador om daar opnieuw het land binnen te gaan,” zo krijgen we te horen. We zijn dan inmiddels al een hele tijd bezig, tijd voor een allerlaatste poging. “U zou blij moeten zijn wanneer deze motoren de grens over gaan, want dan bent u ze kwijt,” is de moraal van het verhaal. “Ze zijn dan officieel nooit in het land geweest, terwijl de mensen volgens hun paspoort van Puno naar hier zijn gereisd.” Een waterdicht verhaal, maar toch kost het daarna nog behoorlijk wat tijd en krijgen we boze woorden over ons heen van de chef. Omdat het verhaal klopt en durven de ambtenaren het uiteindelijk toch aan. “OK, you go now!”, wordt er gegromd. We mogen Peru uit! Niet dat we daarmee volledig uit de problemen zijn trouwens. De komende dagen is de verwachting dat we te maken krijgen met gebrek aan benzine. We bellen naar Uyuni, een kleine plaats in een zeer eenzaam, uitgestrekte en onherbergzaam gebied en tevens onze bestemming. Het tankstation is op zondag gesloten, maar op vrijdag hebben ze doorgaans al geen benzine meer. Doorgaans wordt het pas op maandagmiddag weer bevoorraad, wordt ons verteld. We moeten dus allemaal zoveel mogelijk benzine meenemen.
Er zijn diverse mogelijke routes naar Uyuni. Vier rijders kiezen voor de weg richting Chili en de Atacama woestijn, een prachtige rit langs besneeuwde vulkanen. De rest van de groep twijfelt tussen de optie via Potosi (geheel verhard van Oruro naar Uyuni terwijl er ook getankt kan worden) en de rechtstreekse, maar onverharde route waarover we weinig weten, behalve dat er geen benzine is. Die laatste is wel 160 kilometer korter. We hebben nog tot morgen om te beslissen.
De volgende ochtend blijkt dat niet iedereen rustig geslapen heeft, de twijfel over de onverharde track blijft. Voor dag en dauw zijn verschillende deelnemers nog een laatste keer in de weer met laptop en kaarten. Uiteindelijk maken zes rijders zich op om in het stof te bijten, ik sluit me bij de grootste groep en rij over Potosi. Geen straf, het is een prachtige weg, de mooiste bochten glijden zingend onder mijn banden door. En als kers op de slagroom verrast moeder natuur ons met de meest fabuleuze uitzichten. Zo intens genietend vliegen tijd en afstand voorbij, na 515 prachtige kilometers komen we aan in Uyuni. Ook de zandhazen hebben schitterend gereden. De mannen zijn vol vuur over de weg, die op het laatste stuk na gewoon heel goed te rijden was. “Even dachten we toch de verkeerde keuze te hebben gemaakt, we kwamen in diep zand terecht met de ene na de andere valpartij als gevolg. Kostte hier en daar een schijnwerper en leverde de nodige krassen op, dit materiële ongemak weegt echter in niets op tegen de enorme hoeveelheid rijplezier.” Uyuni zelf is een soort van ‘last frontier town’, zand en stof domineren het straatbeeld en de toeristen die er zijn hebben het meer over weggaan dan blijven. Niet vreemd, want twintig kilometer hier vandaan ligt de Salar de Uyuni, een enorm zoutmeer. Naast die zoutvlakte is er ook een treinenkerkhof, waar verlaten stoomtreinen uit de jaren dertig hun laatste stoom hebben uitgeblazen. Voor souvenirjagers is de buit mager, want alleen de skeletten van de ijzeren reuzen zijn er nog.
Er zouden zeven tot acht uur nodig zijn voor de 153 kilometer van Uyuni naar San Juan, de volgende pleisterplaats op onze route. We starten in een vlot tempo en met slechts twee kleine schuivertjes in een groep van negentien rijders, gaat het iedereen bijzonder goed af. Het landschap blijft onveranderd boeiend. De zeer spaarzame dorpjes doen hun best om in spookdorpen te veranderen. De jongeren die er lopen zullen snel een keuze moeten maken, de enige toekomstdroom die hier te verwezenlijken valt is die van dan kluizenaar. De grensformaliteiten de volgende dag nemen slechts drie kwartier in beslag. We rijden vanuit Bolivia Chili in, tussen nog meer zoutmeren door met reusachtige vulkanen op de achtergrond. Echt grandioos! De weg varieert van onverhard tot hagelnieuw asfalt, de prachtige vergezichten blijven.
San Pedro de Atacama zou normaal gesproken slechts een slaperig dorp zijn geweest, dat zijn bestaansrecht enkel ontleent aan de oase waar het omheen is gebouwd. In de omgeving bevindt zich echter ook de grootste kopermijn ter wereld, die je ook kan bezoeken.
Ik loop al langer rond met het plan om vanuit San Pedro direct naar El Tatio, een geiserveld in het Andesgebergte, te rijden. Dan daar overnachten om er de volgende ochtend de zon op te kunnen zien komen, een magische gebeurtenis op een al even magische plek. Twee reisgenoten sluiten zich bij me aan. Op de kampeerplek hebben we het rijk alleen onder een fantastische sterrenhemel. We bouwen een mooi kampvuur, terwijl de temperatuur onder het vriespunt zakt. De volgende ochtend is het nog steeds bitterkoud wanneer we met de motoren het gebied in rijden, het opkomen van de zon is echter zo’n indrukwekkende belevenis, dat we de kou nauwelijks merken.
Chili is en blijft heel divers. Lang gestrekt van noord naar zuid, woestijn, besneeuwde bergen met vulkanen, de indrukwekkende kuststrook, wijnstreek, het prachtige merengebied en in het verre zuiden de eilanden en gletsjers. Divers dekt de lading niet eens. Het plan is om over de Andes naar Chili te gaan om in La Serena de oceaan te zien. De bewuste weg is echter afgesloten en dus moeten de plannen worden aangepast. Omdat iedereen zo zijn eigen ideeën heeft, wordt er besloten om elkaar drie dagen later weer in Mendoza te treffen. Na Mendoza rijden we zuidwaarts richting Osorno in Chili, van daaruit gaat het over de Andes naar Bariloche, dat weer in Argentinië ligt. Daar zou de hele groep weer samenkomen, maar toch bepaalde het lot anders. “Luister, ik heb weer hetzelfde probleem”, begint het telefoongesprek. De F650GS heeft een ingewikkeld benzinefilter waarin een drukregelaar zit. Zonder drukregelaar krijgt het blok te veel benzine en verzuipt. In Peru is de motor al een keer stil komen te staan, toen lukte het echter om hem weer aan de praat te krijgen. Dat geluk lijkt nu echter op, zelfs ook een BMW-dealer krijgt het niet voor elkaar. De motor wordt uiteindelijk op transport gezet naar het eindpunt van de reis, waardoor deze toch gewoon in de container mee terug verscheept kan worden. De overige rijders zijn ondertussen onderweg via Esquel naar Gobernador Gregores, de beroemde gletsjer Perito Moreno en het Nationaal Park Torres del Paine. De beruchte route cuarenta (40) hebben ze daarbij even links laten liggen, ingeruild voor de 258, die door het ene na het andere natuurgebied loopt, waaronder Huapi National Park, tussen bergtoppen van formaat door. Later rijden we langzaam aan de pampa in. Patagonia, het rijk van schapen, gaucho’s en boerderijen, die hier estancia’s heten. En van harde wind, een keer waait het zelfs zo hard dat een van de rijders omver geblazen wordt. Motoren van enkele anderen die te hulp zijn geschoten, worden vervolgens ook omgeblazen. Het reizen hier maakt hongerig, maar waar weinig dorpen zijn, is eten schaars. Des te leuker is het dan wanneer een vrouw in een winkeltje zo maar aanbiedt om een lunch klaar te maken. En ’s avonds smaakt de biefstuk, hier ‘lomo’ genoemd, bij een asado of parilla (grilrestaurant) extra lekker.
Vanaf de machtige gletsjer Perito Moreno zetten we vervolgens koers naar het Nationaal park Torres del Paine, dat verscholen ligt in een prachtig gebied vol meren in alle kleuren blauw die er te vinden zijn, tot bijna groen en grijs aan toe. Bijzonder is ook dat de meren op verschillende hoogten in het bergachtige landschap liggen. Iets dat vooral ons Nederlanders, die zo aan het zeeniveau gewend zijn, opvalt en verrast. De eerste aanblik van de Torres is enorm en de weg erheen een droom voor elke motorrijder. De finish van de reis, die ruim honderd dagen geleden op 25 augustus in Anchorage, Alaska begon, komt nu elke dag voelbaar een stuk dichterbij, terwijl de kilometers onder de wielen doorgaan en de rijders de bijna massieve wind trotseren op weg van Torres del Paine naar Punta Arenas, dat aan het eind van het vasteland ligt. Er zijn nog een kleine duizend kilometer te gaan op het grootste eiland van Tierra del Fuego, oftewel Vuurland. Het dankt zijn naam aan de inheemse Yahgan-bevolking, die er vuren maakten en deze zelfs in hun kano’s mee de zee opnamen op het moment (november 1520) dat Ferdinand Magellaan er langs voer en het daarom haar huidige naam gaf. Het laatste stukje van de reis heeft voor vele van de reisgenoten nog een verrassing in petto, omdat het allesbehalve saai is. Integendeel, het is juist prachtig rijden hier langs rivieren en meren door het voetgebergte van de Andes, met de besneeuwde toppen in het vizier. We zien zelfs wilde lama’s en een paar vossen. De aankomst in Ushuaia is voor iedereen een emotioneel moment. Sommigen maken met elkaar een foto bij de ingang van het Nationaal Park, tevens het einde van de verharde weg. Anderen besluiten dat ze de 24 kilometer lange onverharde ook nog willen rijden, tot ze echt niet meer verder kunnen. Ergens daar ver achter de horizon, ligt Antarctica.