Compacttest Honda CB1100EX
Voor wie de CB1100 nog niet klassiek genoeg was, heeft Honda nu een alternatief. Met de van onder meer spaakwielen voorziene CB1100EX staat er een nog wat nostalgischer ogend uitvoering in de showroom.
De vreugde in 2013 onder fans was groot, toen Honda aankondigde dat de CB1100 eindelijk naar Europa kwam. De aanvankelijke scepsis over het op papier redelijk bescheiden vermogen van 90 pk, zeker voor een machine van bijna 250 kilo, verdween al snel als sneeuw voor de zon. De compleet nieuw ontwikkelde vier-in-lijn bleek niet alleen gezegend met voldoende spierballen in het lage en midden toeren gebied, maar maakte vooral indruk met zijn uiterst vriendelijke omgangsvormen. Bovenal echter was het zijn elegante voorkomen waarmee de CB de sier maakte: klassieke lijnvoering, prachtig gestylde tank, kunstig gevormde uitlaatbochten, de CB heeft het allemaal. Toch bleek de klandizie nog wel degelijk wensen te hebben: de één wilde twee einddempers, de ander een zesversnellingsbak. En een stel echte spaakwielen ter vervanging van de toch wel iets te moderne Comstar-look gietwielen van het standaard model, zou helemaal het puntje op de i zijn.
Honda heeft die wensen niet alleen gehoord, maar er ook meteen adequaat op geanticipeerd. Ziehier de CB1100EX, met alle voornoemde zaken en voor slechts duizend euro meer dan de eerste generatie machine, die uit de prijslijsten verdwijnt. Bovendien werd ook de tankinhoud met bijna twee liter vergroot naar 17,5 liter en kreeg de EX een wat dikker gepolsterd zadel, evenals diverse optische fijnslijperijen. Resultaat is een prachtig harmonieus geheel dat als vanaf de eerste oogopslag weet te bekoren.
Ook akoestisch doet de 1100 nu van zich spreken. De dubbelloops trakteert de wat schuchtere standaardsound op een lekker diepe grom, waardoor het allemaal een stuk volwassener klinkt. Fantastisch ook hoe de Honda er vanaf de laagste toerentallen vandoor lijkt te glijden. Ondanks dat de nieuwe zesde versnelling als een overdrive fungeert, snort de viercilinder in de hoogste versnelling met krap 1.500 toeren probleemloos en werkelijk zijdezacht door de stedelijke agglomeratie. Pas vanaf zo’n drieduizend toeren dienen zich lichte, hoogfrequente trillingen aan, zij het nooit storend.
De versnellingsbak, waarvan het lager van de uitgaande as werd aangepast om extra ruimte te scheppen, doet daarbij zijn werk strak en precies. Overigens is ook de vijfde versnelling langer geworden ten opzichte van de standaard CB1100, iets dat natuurlijk wel zijn invloed heeft op doortrekken in de twee hoogste versnellingen. Met andere woorden, voor een vlotte inhaalactie doe je er goed aan even twee tandjes terug te schakelen. Ook al omdat de EX nog eens veertien kilo zwaarder (262 kilo) is dan de eerste modelserie. Ter referentie, een Bol d’Or 900 was in 1979 goed voor 95 pk en 260 kilo met volle 20 liter tank.
Het gros van die kilo’s komt op het conto van het uitlaatsysteem, al dragen ook de nieuwe wielen er hun steentje aan bij. Lichtvoetiger is de met Dunlop D205 geschoeide CB1100 er dus bepaald niet van geworden. Is ook niet van doorslaggevend belang, sportief trappen is immers niet waarvoor de CB1100 bedacht is, maar juist voor ontspannen boemelen. En dat doet ‘ie uitstekend: bij 100 km/uur in de zes draait de krukas net 2.800 keer rond per minuut.
Qua verbruik is de CB1100 er ook op vooruit gegaan, 1 op 23,3 loopt de viercilinder gemiddeld, goed voor een actieradius van dik vierhonderd kilometers. Gegarandeerd stressvrij, want met de EX is het namelijk nog ontspannender toeren. Groot Genieten, in kapitalen inderdaad!